Grote modderkruiper

Grote modderkruiper uitgepeild

Stichting RAVON
1-OKT-2014 - Het waterpeil is een belangrijke sleutelfactor in de levenscyclus van de grote modderkruiper. Dat blijkt uit een recent verschenen artikel in het tijdschrift RAVON over telemetrisch onderzoek naar de grote modderkruiper, uitgevoerd in een sloot in de Gelderse Vallei en een sloot in de Rijnstrangen.

Bericht uitgegeven door Stichting RAVON op [publicatiedatum]

Het waterpeil is een belangrijke sleutelfactor in de levenscyclus van de grote modderkruiper. Dat blijkt uit een recent verschenen artikel in het tijdschrift RAVON over telemetrisch onderzoek naar de grote modderkruiper, uitgevoerd in een sloot in de Gelderse Vallei en een sloot in de Rijnstrangen.

Sinds de tweede helft van de 20-ste eeuw is de grote modderkruiper, waarvoor de Nederlandse poldergebieden belangrijk leefgebied vormen, sterk achteruitgegaan. Kennis over de ecologie van de soort is gebrekkig, zodat het onduidelijk is welke herstelmaatregelen wenselijk zijn.
Om hier meer inzicht in te krijgen is een telemetrisch onderzoek uitgevoerd in een sloot in de Gelderse Vallei en een sloot in de Rijnstrangen.

Grote modderkruiper (foto: Jelger Herder)

Hierbij werden grote verschillen in mortaliteit waargenomen en een beperkt voortplantingssucces. Dit lijkt sterk samen te hangen met verstoringen van het natuurlijk peilverloop in het leefgebied van de soort.

Onderzoeksopzet
Er werden 41 volwassen grote modderkruipers gezenderd met passive integrated transponders (PIT’s) . De positie van de gezenderde dieren in de twee sloten werd van maart 2012 tot en met mei 2013 meerdere keren per maand vastgesteld met behulp van een mobiel detectiestation. Hiernaast werd de aanwezigheid van jonge dieren onderzocht om het voortplantingssucces in 2012 en 2013 te beoordelen.

Doorzoeken sloot met mobiel detectiestation (foto: Arthur de Bruin)

Peilverloop van invloed op migratie en mortaliteit
Het migratiegedrag en de mortaliteit van volwassen dieren verschilde sterk tussen de sloten. In de sloot in de Rijnstrangen traden grote peilveranderingen op waarbij de sloot vanaf het eind van het voorjaar, op een diepe kom na, droogviel. Hier migreerden de dieren in het voorjaar vanuit deze diepe kom naar ondiepe vegetatierijke delen en bij de inzettende daling van het waterpeil weer terug. In deze periode (maart tot en met juli) werden afstanden van vele honderden meters tot ruim 1,5 kilometer per maand afgelegd. Tijdens de periode van droogval verdween een groot deel van de gezenderde dieren (44%), waarbij predatie door vogels en zoogdieren de belangrijkste reden leek. In de sloot in de Gelderse Vallei waren de peilschommelingen als gevolg van kwel van de Utrechtse heuvelrug relatief gering. Hier migreerden de dieren weinig en was het verdwijnen van gezenderde dieren relatief beperkt (10%).

Waterpeil een belangrijke factor bij herstel van populaties
In beide sloten werden in zowel 2012 als 2013 geen jonge dieren aangetroffen. De afwezigheid van inundaties in het voorjaar, als gevolg van aanpassingen in het peilbeheer, is waarschijnlijk de oorzaak van het geringe voortplantingssucces. Informatie uit gebieden met een natuurlijker peilverloop wijst erop dat inundatiegebieden worden opgezocht in de paaitijd. Voor het herstel van populaties Tijdschrift RAVON 54is het van groot belang om de mogelijkheden voor een meer natuurlijk waterpeil te onderzoeken. De aanleg van natuurvriendelijke oevers met brede plasdraszones die in het voorjaar voor langere tijd ondiep water bevatten en gedurende de zomer langzaam uitzakken kunnen de voortplantings- en opgroeimogelijkheden verbeteren.

Meer lezen?
Het artikel ‘Waterpeil een sleutelfactor in de levenscyclus van de grote modderkruiper’ van Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin, is opgenomen in tijdschrift RAVON 54 dat deze week is verschenen.

Kijk voor meer informatie op www.ravon.nl

Tekst: Jan Kranenbarg & Arthur de Bruin, RAVON
Foto’s: Jelger Herder, RAVON; Arthur de Bruin, RAVON