Rotskruiper

Rotskruiper beklimt citadel van Dinant

7-JAN-2015 - De citadel van Dinant staat er al sinds 1051, werd in 1703 opgeblazen bij de aftocht van de Franse troepen, doorstond beide Wereldoorlogen, maar zag nog nooit eerder een Rotskruiper haar muren beklimmen. Een primeur dus, die intussen al honderden kijklustigen naar dit spektakel lokte.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

De citadel van Dinant staat er al sinds 1051, werd in 1703 opgeblazen bij de aftocht van de Franse troepen, doorstond beide Wereldoorlogen, maar zag nog nooit eerder een Rotskruiper haar muren beklimmen. Een primeur dus, die intussen al honderden kijklustigen naar dit spektakel lokte.

Rotskruipers zijn vreemde vogels, verwant aan de Boomklever. De soort komt voor in de bergen van Zuid- en Oost-Europa en over een brede strook tot diep in Azië. Ze broedt er in steile rotsen, met weinig vegetatie en nabij water, op 1.000 tot 5.000 meter. In de winter daalt deze hoogtesoort vaak af naar lager gelegen gebieden en duikt ze soms op op grote gebouwen. Eerder al werden verdwaalde Rotskruipers gespot op architecturale hoogstandjes als de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Parijs, het Paleis van Versailles en de Acropolis van Athene, maar nu heeft dus ook een Belgisch monument haar ‘eigen’ Rotskruiper.

Deze prachtige Rotskruiper zit sinds 30 december 2014 op de muren en rotsen van de citadel van Dinant (foto: Filip De Ruwe)

En dat is best zeldzaam. Totnogtoe werd de soort slechts 12 keer eerder in België vastgesteld, veelal in groeves of op hoge gebouwen. Tussen 1986 en 1990 overwinterde een volwassen mannetje elk jaar in een steengroeve in Poulseur (Luik) maar sindsdien ging het steeds om erg korte waarnemingen en bleef het voor veel Belgische vogelaars wachten op een meerdaags verblijf van deze prachtige soort.

Voor een groepje Waalse vogelaars duurde het wachten wat lang. Robin en Damien Gailly, Charlotte Mathelart en Noé Terorde vatten begin november het plan op om zoveel mogelijk geschikte locaties af te speuren, op zoek naar de Heilige Graal van de Belgische ornithologie: de Rotskruiper. Na 15 zoekdagen was het 'al' raak. Op 30 december ontdekten Robin en Charlotte ‘hun’ Rotskruiper op de muren van de citadel. Het bericht ging meteen viraal en sindsdien zakten honderden vogelaars uit binnen- en buitenland naar de citadel af voor dit ornithologisch hoogtepunt.

Honderden vogelspotters uit binnen- en buitenland kwamen zich al vergapen aan deze ’vogelvlinder’ (foto: Jean-Sébastien Rousseau)

Rotskruipers hebben een overwegend grijs en zwart verenkleed en zijn vrij klein (ca. 17 cm). En net dat maakt de vogel soms verbazingwekkend onopvallend: een kleine grijze vogel op een grote grijze rots. Maar: om de haverklap slaan ze als een vlinder hun ronde, zwart en vuurrode vleugel met witte bolletjes open. Een flits die hen iets beter vindbaar maakt. Dat geeft hem ook in de vlucht een onmiskenbaar patroon. Aan deze fladderende kleurpracht heeft de Rotskruiper een aantal sprekende bijnamen te danken als Vogelvlinder, Rode muurloper, Rotsbloem en Vliegende Alpenroos.

Hoe lang de Rotskruiper de citadel nog zal sieren, is niet duidelijk, maar overwinteringen van enkele maanden zijn niet ongewoon. 'De Kruiper van Dinant' lijkt het er in elk geval naar zijn zin te hebben en plukt met zijn lange snavel met gemak rupsen, spinnen, oorwormen, duizendpoten en andere ongewervelden van tussen de rotsspleten.

Het reilen en zeilen van deze vogel is dagelijks te volgen op waarnemingen.be.

Tekst: Dominique Verbelen, Natuurpunt Studie
Foto's: Filip De Ruwe en Jean-Sébastien Rousseau