Trompetnarcis in bloei op 8 januari 2016

Natuur ligt anderhalve maand voor op schema

De Natuurkalender, Wageningen University
7-FEB-2016 - Afgelopen 15 jaar was het groeiseizoen gemiddeld bijna een maand langer dan 50 jaar geleden door de sterk gestegen temperaturen. Dat zegt bioloog Arnold van Vliet van Wageningen University en coördinator van De Natuurkalender vandaag in het radioprogramma Vroege Vogels. Het voorjaar van 2016 is anderhalve maand eerder begonnen dan normaal en zet de trend naar een langer groeiseizoen krachtig door.

Meidoorn vol in blad op 5 februari 2016Meidoornstruiken die hun bladeren ontplooien, narcissen, sneeuwklokjes en blauwe druifjes die vol in bloei staan en elzen die hun pollen loslaten terwijl hazelaars deels al weer uitgebloeid zijn. Het voorjaar van 2016 begon eigenlijk al in december 2015 en ligt zo’n zes weken voor op het normale schema. Voor veel mensen voelt wat nu buiten gebeurt heel normaal maar uit de analyses van het fenologisch waarnemingsprogramma De Natuurkalender blijkt dat we met zeer uitzonderlijke omstandigheden te maken hebben die overigens wel steeds vaker voorkomen.

15 jaar eerstelingen in de natuur

De Natuurkalender viert haar 15-jarig bestaan. In februari 2001 begonnen duizenden vrijwilligers met het waarnemen en via www.natuurkalender.nl doorgeven van het moment waarop jaarlijks terugkerende verschijnselen in de natuur zich voordoen. Sindsdien werden door meer dan 11 duizend waarnemers en ruim duizend scholieren in het kader van het GLOBE programma ruim 180 duizend waarnemingen doorgegeven van onder andere eerste citroenvlinders, eerste boerenzwaluwen en eerste bloeiend fluitenkruid. Om de waarnemingen in een goed perspectief te kunnen plaatsen digitaliseerden de onderzoekers nog eens 120 duizend historische waarnemingen uit de periode 1868 tot 1968.

Paarse krokus in bloei op 5 februari 2016

Winterbloeiers sterkste vervroeging

De fenologische veranderingen zijn het grootst bij de winterbloeiers zoals hazelaar, sneeuwklokje en gele kornoelje. De afgelopen 15 jaar zijn de winterbloeiers 18 dagen vroeger waargenomen (zie onderstaande tabel). Van alle seizoenen is de temperatuur in de winter ook het sterkst toegenomen. De gemiddelde wintertemperatuur lag de afgelopen 15 jaar zelfs 1,8 °C hoger dan onze referentieperiode: 1940-1968. Het vroegste jaar tot nu toe is 2008 geweest. De ontwikkeling van planten begon toen gemiddeld 33 dagen eerder dan normaal. Het jaar 2007 en 2014 volgen op de voet met respectievelijk 28 en 26 dagen vervroeging. Alleen in 2010 kwamen de planten later tot ontwikkeling dan normaal (6 dagen) en 2006 was precies gelijk aan de normaal.

Gele kornoelje in bloei op 8 januari 2016

Lente

De ontwikkeling van de lenteplanten vond de afgelopen 15 jaar gemiddeld 12 dagen eerder plaats dan normaal. 2014 liet met een vervroeging van 25 dagen de grootste vervroeging zien en was op een dag na vergelijkbaar met 2007. De lente in 2014 was met een gemiddelde van 11,2 °C de op een na warmste lente ooit gemeten. Alleen de lente van 2007 was met 11,7 °C nog zachter. De lente van 2013 was met een gemiddelde temperatuur van 7,4 °C vrij koud en was daardoor het enige jaar waarbij de ontwikkeling van de planten gemiddeld 3 dagen later was dan normaal. De lentes van 2001, 2006 en 2010 waren minder dan een week vroeger dan normaal.

Fluitenkruid in volle bloei op 8 januari 2016

Zomer

De zomer laat net als de lente een gemiddelde vervroeging van 12 dagen zien. De sterkste vervroeging van 24 dagen was in 2007. Waarschijnlijk door de opeenvolgende zeer warme herfst, winter, lente en warme zomer. 2011 staat met 22 dagen vervroeging op de tweede plaats en 2014 met 20 dagen vervroeging op de derde plaats. Net als bij de lente was 2013 de enige zomer van de afgelopen 15 jaar waarbij de ontwikkeling een fractie later was dan normaal.

Herfst

De herfst liet meteorologisch de minst grote verandering zien. De herfsttemperatuur lag de afgelopen 15 jaar gemiddeld 1,1 °C hoger dan de referentieperiode en dat is ook te zien aan de fenologische verschuiving die ‘maar’ gemiddeld 9 dagen later is dan normaal. De herfst met de grootste verschuiving was 2006 (19 dagen later) gevolgd door 2005 (16 dagen) en 2013 (15 dagen).

Gemiddelde afwijking in het aantal dagen tussen het moment waarop fenologische waarnemingen per seizoen zijn gedaan in de periode 2001 tot en met 2015 en de periode 1940 tot en met 1968. Een negatieve waarde betekent een vervroeging terwijl een positieve waarde een verlating betekent. De laatste kolom geeft een schatting van de verandering in de lengte van het groeiseizoen.

Groeiseizoen bijna maand langer

Als we het aantal dagen vervroeging van de planten in de winter optellen bij het aantal dagen vertraging van de herfst dan zien we dat het groeiseizoen de afgelopen 15 jaar 26 dagen langer duurde dan vijftig jaar geleden. In 2005 was het groeiseizoen het langst. Het duurde 41 dagen, dus bijna 6 weken langer dan vijftig jaar geleden. 2008 staat op plaats 2 met 39 dagen verlenging en 2014 op plaats 3 met 38 dagen verlenging van het groeiseizoen. Enkel 2010 laat nauwelijks een verandering in de lengte van het groeiseizoen zien.

De Natuurkalender roept mensen op om mee te helpen de veranderingen in kaart te brengen en zich aan te melden als waarnemer op www.natuurkalender.nl. Met steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds en het WURKS-programma van Wageningen UR wordt momenteel een nieuwe website gemaakt die later dit voorjaar in gebruik genomen gaat worden.

De Natuurkalender is een initiatief van Wageningen University en VARA Vroege Vogels in samenwerking met De Vlinderstichting, Sovon Vogelonderzoek Nederland, FLORON, RAVON, de Zoogdiervereniging en de Stichting voor Duurzame Ontwikkeling.

Tekst: Arnold van Vliet en Wichertje Bron, De Natuurkalender, Leerstoelgroep Milieusysteemanalyse, Wageningen University
Foto’s: Arnold van Vliet (leadfoto: narcis in bloei op 8 januari 2016)