Winter op het Veluwemeer

Alarmsignalen voorspellen naderende crisis

Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)
26-NOV-2016 - Een crisis willen we graag kunnen voorspellen. De theorie van ‘kantelpunten’ biedt daarvoor goede aanknopingspunten. Voor het eerst testte een internationaal team van NIOO-onderzoeker Alena Gsell de alarmsignalen uit in de praktijk, met meren. Het bekende wetenschappelijk tijdschrift PNAS publiceert deze week de resultaten alvast online: “Voorspellen lukt, maar nog niet overal.”

Wat zou dat mooi zijn: regelmatig een paar signalen aftappen in een (eco)systeem en dan meteen weten hoe het ervoor staat! Gaat het nog goed? Of nadert er een crisis (een kritieke drempel of ‘kantelpunt’) en moeten we echt actie ondernemen?

Kantelpunten zijn inmiddels een bekend fenomeen: in de maatschappij is er een economische crisis, valt er ‘een muur’ om zoals in Berlijn of wordt er straks elders één gebouwd. In een meer slaat de waterkwaliteit plotseling om van helder naar groene soep. En zie dan de oorspronkelijke situatie maar weer terug te krijgen; dat is heel lastig.

De theorie van de kantelpunten is er dus al, inclusief ideeën over alarmsignalen. Maar een internationaal team onder aanvoering van Alena Gsell van het Leibniz Institute of Freshwater Ecology and Inland Fisheries in Berlijn en het NIOO keek nu voor het eerst of die theorie ook in de praktijk werkt. Ze richtten zich op meren verspreid over de wereld.

“We namen vijf meren waarvan langetermijngegevens bekend zijn, zoals het Veluwemeer in Nederland, en onderzochten of de rij gesuggereerde early warning ‘alarmsignalen’ afgingen. En ja: een paar gingen er op tijd af, soms al jaren van te voren,” legt Gsell uit. Dat geeft beheerders voldoende tijd om te reageren. “Die signalen kun je oppikken als je het ecosysteem goed kent.”

Wat kun je zien, als je goed kijkt? Gsell: “De veerkracht neemt af: schommelingen worden groter.” Bij de meren gaat het dan om verstoringen van helder naar troebel water. “Ook zien we bij het dierlijk plankton zoals watervlooien en raderdiertjes verschuivingen van grote naar kleine soorten. En de eetbare groenalgen verliezen terrein op de minder lekkere blauwalgen.”

Maar: er waren ook nog een hoop tegenstrijdigheden en ruis. Gsell en collega’s betogen dus dat behalve het verzamelen van langetermijndata, wat essentieel is, ook de methodes om die data te ‘(ver)kennen’ een stuk moeten verbeteren om de alarmsignalen echt werkend te krijgen. Zo zou frequenter gegevens verzamelen een oplossing kunnen zijn: per dag of zelfs uur in plaats van per week of nog meer. “Onder de huidige milieuomstandigheden zou dat de moeite zeer waard zijn.”

Tekst: Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)
Foto: Jeroen Komen, CC BY-SA 2.0 (leadfoto: het Veluwemeer in de winter)