Podzol op de Lüneburger Heide (Duitsland)

'Het is net als bij een pizza': zonder goede bodem wordt het nooit wat

Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)
12-JAN-2018 - Eind vorige eeuw werkten de meeste ecologen nog het liefst alleen bovengronds en waren bodemonderzoekers mannen met baarden in hun eigen wereldje. De vraag wat je nou eigenlijk kon doen met die bodem kwam nauwelijks ter sprake. Maar Martijn Bezemer zag het potentieel: "In de natuur en de landbouw is het net als bij een pizza. Zonder goede bodem wordt het nooit wat!"

Naast onderzoeker bij het NIOO-KNAW is Martijn Bezemer sinds iets meer dan een jaar ook hoogleraar in Leiden. Zijn leerstoel: Ecologie van plant-microbe-insectinteracties. Recent gaf hij zijn oratie als hoogleraar, over de stroomversnelling waarin het onderzoek naar het bodemleven de laatste twintig jaar is terechtgekomen. Een stroomversnelling die hij van dichtbij heeft meegemaakt, al was de bodem niet zijn eerste liefde. "Ik was graag begonnen met een mooie anekdote om te laten zien hoe ik van jongs af aan geïnteresseerd ben geweest in de bodem, maar in mijn jeugd ging het contact niet verder dan onkruid wieden in de tuin van mijn ouders."

Vernieuwing uit de bodem

Dat veranderde toen hij in de jaren negentig als jonge onderzoeker in Groot-Brittannië ging werken. De unieke klimaatkamers die voor dat onderzoek waren gebouwd, trokken ook bodemonderzoekers aan. "Bodembiologie was in die tijd nog een aparte tak van sport", vertelt Bezemer, "vaak bedreven door mannen met baarden, goed in het identificeren van een specifieke groep bodemdiertjes met de microscoop." Maar het waren juist die bodemonderzoekers die ontdekten dat de effecten van klimaatverandering het grootst waren in de bodem.

"In de bodem krioelt het van het leven, en de samenstelling daarvan veranderde drastisch in een ander klimaat. Die effecten waren veroorzaakt door planten en er waren ook wel interessante effecten op insecten, mijn onderzoeksgebied in die tijd, maar de wetenschappelijke vernieuwing kwam uit de bodem." Er kwamen steeds meer fondsen beschikbaar voor bodemonderzoek, en nieuwe moleculaire technieken maakten het mogelijk om de biodiversiteit in de bodem te bestuderen. Maar de vraag wat je kon doen met al die kennis "kwam veel minder ter sprake", herinnert Bezemer zich.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.

Bekijk de oratie van Martijn Bezemer (Bron: Universiteit Leiden)

Vrienden en vijanden

Ondertussen was er ook nog een ander nieuw onderzoeksgebied ontstaan in de ecologie: dat van de interacties tussen planten en insecten, boven de grond maar ook daaronder. "Er zijn namelijk bijna geen situaties denkbaar waarin een plant geen invloed van bodemorganismen ervaart", zegt Bezemer "en bovendien wordt een plant tegelijkertijd door heel veel verschillende bodemorganismen beïnvloed. Vanuit het perspectief van een plant zit de bodem dus vol met vrienden en vijanden."

Wat voor rol dat complexe bodemvoedselweb ook op de langere termijn kon spelen, was al bekend uit de landbouw, waar het herhaaldelijk verbouwen van hetzelfde gewas op dezelfde plek tot een fors verminderde opbrengst kan leiden doordat ziektes in de bodem vermeerderen. Daarom wordt er vaak gewasrotatie toegepast. In de natuur bleek iets soortgelijks op te gaan: planten die met verdedigingsstoffen reageren op insecten, bijvoorbeeld, zorgen daarmee voor veranderingen in de bodem die generaties later nog gevolgen hebben voor andere planten en insecten.

Nieuwe natuurgebieden

Met die nieuwe inzichten komen ook praktische toepassingen in beeld voor bodemonderzoek. Bijvoorbeeld in de tuinbouw, waar maatregelen tegen ziekmakers vaak geen rekening houden met de nuttige organismen in de bodem die er ook door worden getroffen. Of bij het inrichten van nieuwe natuurgebieden op voormalige akkers, normaal gesproken een zeer langzaam proces. Onder andere omdat er meestal eerst allerlei ongewenste planten gaan groeien, zoals het beruchte Jakobskruiskruid. Door niet alleen de gewenste planten alvast in te zaaien, maar ook de bodemgemeenschap mee te nemen die zich in bestaande natuurgebieden rond die planten bevindt, kun je dat proces aanzienlijk versnellen: bodemtransplantatie.

Inmiddels heeft Bezemer daarmee al enige ervaring opgebouwd, onder andere op de Veluwe. Het 'sturen' van de bodem en van bodemvoedselwebben is volgens hem een nieuwe beweging in de ecologie, waarvan we op dit moment "nog maar aan het begin staan". De uitdagingen de komende jaren zijn groot, maar één ding is alvast duidelijk: een goede bodem is al lang niet meer alleen interessant voor pizzabakkers.

Tekst: NIOO-KNAW
Foto's: Nikanos, CC BY-SA 2.5-licentie (leadfoto: podzol op de Lüneburger Heide (Duitsland)); Perro de Jong, NIOO-KNAW