noordse witsnuitlibellen op Ewout

De libellen komen eraan!

De Vlinderstichting
5-APR-2018 - Nu de temperatuur flink omhooggaat, zal het niet lang duren voordat de eerste libellen uitsluipen. De vuurjuffer is waarschijnlijk de eerste soort die we te zien krijgen. Niet veel later volgt de noordse witsnuitlibel, een wat grotere zogenaamde ‘echte libel’.

De vuurjuffer is een van de eerste libellen die uitsluiptLibellen worden onderverdeeld in twee hoofdgroepen. De juffertjes zijn de kleine, slanke libellen die hun vleugels in rust over het algemeen over hun achterlijf vouwen. De andere groep, die wat apart ‘echte libellen’ genoemd wordt, zijn grotere, forsere soorten die hun vleugels uitgespreid houden. Gedurende de hele winter zijn er meldingen van libellen, maar die hebben betrekking op de twee soorten die als libel overwinteren, de bruine en de noordse winterjuffer, of het gaat om vondsten van larven. Verreweg de meeste soorten brengen de winter namelijk als larve in het water door. Als de temperatuur van het water in het voorjaar stijgt, zullen de larven zich verder ontwikkelen. Op een gegeven moment zijn ze klaar om ‘uit te sluipen’. Dit houdt in dat een larve uit het water komt en zich ergens stevig vastgrijpt. Vervolgens barst het huidje van de larve open en komt de libel tevoorschijn.

Als een vuurjuffer is uitgeslopen blijft het lege larvenhuidje achterDe vuurjuffer is er altijd als een van de eersten bij. Dit rode juffertje komt in het hele land voor en is onmiskenbaar. Zo vroeg in het voorjaar zijn er nog geen andere rode soorten. Zie je rond deze tijd dus een rood juffertje, dan ben je er zeker van dat het de vuurjuffer is. Je kunt deze juffer bij allerlei wateren aantreffen, maar het is zeker een soort die ook tuinvijvers gebruikt om zich voort te planten. Sta dus niet verbaasd als je komend weekend een bleek beestje in een spriet langs de vijverrand ziet zitten. Misschien is het wel zo’n net uitgeslopen vuurjuffer, die bezig is om zijn vleugels en lijf op te pompen en te drogen alvorens hij kan beginnen aan zijn eerste vlucht: de ‘maiden flight’. Het lege huidje blijft achter aan de spriet. De noordse witsnuitlibel is een andere vroege soort die binnenkort te verwachten is. Hiervoor moet je wel de tuin uit: dit is een libel van vennen en hoogveen, die ook wel in duinplassen en soms laagveenmoerassen voorkomt. Op plekken waar deze uitsluipt, vind je er soms tientallen tot honderden bij elkaar. Als ze hun eerste vlucht maken, gaan ze vaak zitten op het dichtstbijzijnde stevige plekje dat ze tegenkomen. Dit kan een boomstam zijn, maar ook een libellenteller die toevallig in de vlucht staat, zoals op de leadfoto.

Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Christophe Brochard (leadfoto: net uitgeslopen Noordse witsnuitlibellen); Kars Veling