groot dikkopje primair 1

Extra vlindergeneraties door warme zomer

De Vlinderstichting
27-AUG-2018 - Dankzij het warme weer afgelopen zomermaanden, lijken veel vlinders extra generaties te hebben deze nazomer. Zo zijn er aanwijzingen voor tweede generaties van onder andere kleine ijsvogelvlinder, heideblauwtje, groot dikkopje, veenhooibeestje en grote vuurvlinder. Zoals de laatste jaren al gebruikelijk was, heeft het landkaartje momenteel een grote (extra) derde generatie.

Ook van het zeldzame veenhooibeestje zijn vlinders van de tweede generatie gezienDe eerstgenoemde vlinders vliegen normaal gesproken van eind mei tot begin augustus, afhankelijk van het jaar. De vlinders die dan vliegen, planten zich voort en de vrouwtjes zetten hun eitjes af. De rupsen beginnen te eten en overwinteren, waarna ze zich in de volgende voorzomer verpoppen. De laatste jaren zien we echter vaker dat een klein deel ervan zich snel ontwikkelt en meestal in september en oktober een extra generatie heeft. Door het warme weer van mei tot en met juli lijkt de ontwikkeling van de rupsen dit jaar nog extra te zijn versneld. Vanaf half augustus worden al verse heideblauwtjes, kleine ijsvogelvlinders, groot dikkopjes en zelfs de zeldzame grote vuurvlinder en veenhooibeestje gemeld. Het gaat nog niet om tientallen en het is de vraag hoe groot deze generaties zullen worden. Voor zover we weten gaat het wel altijd om partiele generaties. Dat wil zeggen dat een deel van de rupsen de snelle ontwikkeling doormaakt, maar dat het grootste deel er de normale planning op nahoudt.

Het landkaartje heeft al jarenlang een (extra) derde generatieDe vraag is of zo’n extra generatie goed is. De vlinders die nu en tot in oktober vliegen, zullen zich nog succesvol moeten voortplanten. Dat betekent dat uit de eitjes die de vrouwtjes de komende weken afzetten, nog voor de eerste forse nachtvorst voldoende grote rupsen moeten zijn gekomen die de winterse omstandigheden kunnen overleven. De afgelopen jaren waren die koude perioden meestal pas in de loop van de winter, maar extremen kunnen voorkomen en door klimaatverandering nog meer dan vroeger. Als het toch mis zou gaan is het voor de populatie nog geen ramp, als het tenminste om een minderheid gaat. Dan krijgt de populatie wel een klap, maar herstelt de soort wel. Als het grootste deel tot die extra generatie gaat behoren neemt het risico dat het ook mis kan gaan toe. Bij het landkaartje, dat vroeger standaard twee generaties had, is het inmiddels normaal dat er een derde generatie optreedt en we gaan ervan uit dat vrijwel alle individuen daaraan meedoen. De nakomelingen van het landkaartje kunnen alleen als pop goed tegen winterse omstandigheden en ze moeten dus op tijd, voor de vorst verpoppen. Aangezien ze nu al vliegen lijkt dit geen probleem te worden dit jaar, maar dat is uiteraard afhankelijk van de (weers)omstandigheden de komende weken.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting