Bever bij Schipbeek

Bever bereikt Achterhoek

Natuurmonumenten, Silvavir, Zoogdiervereniging
20-FEB-2019 - Na herintroductie in de Gelderse Poort in 1994 neemt het verspreidingsgebied van de bever in Oost-Nederland toe, vooral langs de grote rivieren. Sinds 2016 trekt de bever via de kleine waterwegen oostwaarts. Vraatsporen tonen aan dat bevers inmiddels de Achterhoek hebben bereikt.

Bevers zijn in 1826 in Nederland uitgestorven. Vanaf 1988 zijn de dieren echter uitgezet op verschillende plaatsen in het land, waaronder de Biesbosch, Gelderse Poort en het Hunzedal. Vanuit deze populaties verspreiden bevers zich sindsdien gestaag en vullen tussenliggend geschikt habitat geleidelijk op. De ecologen Sil Westra en Michiel Schaap volgen deze ontwikkeling in Oost-Nederland op de voet.

Na bijna 200 jaar afwezigheid worden er vanaf 2005 langs de IJssel tussen Zutphen en Zwolle weer sporen van zwervende bevers aangetroffen. In 2007 werd de eerste IJsselse beverburcht in de omgeving van Deventer gemeld. En in 2016 hebben bevers zich voor het eerst buiten de hoofdstroom van de IJssel gevestigd in de Schipbeek bij Deventer. In 2016 berichtten we hierover in de nieuwsbrief van Calutra.

Beversporen vallen vaak goed op, zoals deze aangeknaagde boom

De Schipbeek is een waterloop die vanuit Duitsland (Ahauser Aa) door de Achterhoek, Twente (Buurserbeek) en Salland stroomt en bij Deventer uitmondt in de IJssel. Waterschap Rijn en IJssel heeft de Schipbeek en Buurserbeek heringericht waarbij gevarieerde oevers en vistrappen zijn aangelegd langs een groot deel van het traject. Hierdoor is er meer ruimte voor water en natuur ontstaan en zijn er ook gunstigere omstandigheden voor bevers gecreëerd. Dat heeft zich in 2016 uitbetaald door de vestiging van bevers in de benedenloop van de Schipbeek op zo’n 300 meter van de IJssel.

In 2016 werden twee jonge bevers waargenomen bij de burcht in de Schipbeek. Dit bleek het begin van een verdere opmars van de bever naar het oosten van Nederland. Sindsdien is de verspreiding met hulp van muskusrattenbeheerders van Waterschap Rijn en IJssel en andere meldingen nauwlettend in de gaten gehouden. Vanuit de burcht in de Schipbeek hebben bevers zich tussen 2016 en 2019 verder stroomopwaarts naar het achterland verspreid. Hieronder een korte historie van die ontwikkeling. Zie ook de verspreidingskaart met nummers die overeenkomen met die van de tijdlijn.

  1. In 2005 worden de eerste beversporen in de IJssel bij Deventer gevonden.
  2. In 2007 vindt de eerste vestiging van de bever langs de IJssel bij Deventer plaats.
  3. In januari 2016 vindt de eerste vestiging van de bever plaats buiten de hoofdstroom van de IJssel, in de Schipbeek.
  4. In mei 2016 worden er vraatsporen gevonden langs de Dommerbeek.
  5. Sinds januari 2017 worden er massaal vraatsporen gevonden bij de vistrap langs de Banninkstuw bij Bathmen.
  6. In juli 2017 ziet een voorbijganger een bever in de vispassage in de Sandermansstuw nabij de waterzuivering in Holten.
  7. In diezelfde maand duiken er ook vraatsporen op in de Oude Schipbeek bij de Looërmark. 
  8. In het najaar van 2017 treffen we vraatsporen aan in de Dortherbeek nabij Huize Dorth.
  9. In februari 2018 meldt een muskusrattenbeheerder vraatsporen langs de Peterswatergang op industrieterrein Vletgaarsmaten in Holten.
  10. In januari 2019 wordt er bevervraat gemeld langs de Schipbeek bij Diepenheim. De bever is het Twentekanaal overgestoken en heeft de Achterhoek bereikt.

Inmiddels is door aangetroffen vraatsporen bij Wichmond bekend dat bevers ook de Baaksebeek hebben ontdekt. We hopen dat de bever via de bovenloop van de Schipbeek de Buurserbeek op korte termijn gaat bereiken en dus ook Twente zal weten te vinden. Grote delen van de Buurserbeek aldaar zijn opnieuw ingericht door middel van hermeandering; bovendien kunnen bomen de oevers daar nu blijvend begroeien. Kortom, een perfect leefgebied voor de bever die in rap tempo in aantocht is.

Verspreidingskaart van de bever in de Achterhoek (2005-2019)

De holen die bevers in oevers graven, zouden schade op kunnen leveren aan oevers van beken. Het is nu zaak voor waterschap Rijn en IJssel en waterschap Drents Overijsselse Delta om bedacht te zijn op de aanwezigheid van bevers bij het schouwen van kades en dijken, en om tijdig preventieve maatregelen te treffen, daar waar toekomstige knelpunten kunnen ontstaan. Als waterlopen niet diep genoeg zijn om goede leefomstandigheden voor bevers te kunnen bieden, leggen bevers soms dammen aan om het waterpeil te verhogen. De Schipbeek is een waterloop met voldoende diep water, waardoor aanleg van dammen door bevers hier niet aannemelijk lijkt.

Tekst en figuur: Sil Westra Silvavir Ecologisch Advies en Michiel Schaap Natuurmonumenten
Foto's: Michiel Schaap