Patrijs behoeden voor uitsterven in de Bollenstreek

Provincie Zuid-Holland
3-MEI-2019 - De patrijs was tot de jaren zeventig van de vorige eeuw alom aanwezig in Zuid-Holland, maar is nu op veel plekken verdwenen. Ook in de Bollenstreek gaat deze akkervogel in aantal achteruit. De Agrarische Natuur- en Landschapsvereniging (ANLV) Geestgrond wil hier samen met agrariërs verandering in brengen, met maatregelen voor meer voedsel en beschutting.

Begin 2018 ging het project Patrijs van start. ANLV Geestgrond deed een nulmeting van de patrijzenstand in de Bollenstreek, in samenwerking met Sovon Vogelonderzoek. Er blijkt nog één levensvatbare populatie van circa dertig broedparen voor te komen. Het doel is om deze populatie in de komende jaren te vergroten van dertig naar vijftig paren. De provincie Zuid-Holland subsidieert het project; de patrijs is een van de veertig icoonsoorten in Zuid-Holland waarvoor de provincie beschermingsmaatregelen stimuleert.

Milieukundige Paul Venderbosch trekt het project, samen met Anja van Servellen: “In de Bollenstreek hebben we nu drie broedparen per honderd hectare,” vertelt Venderbosch. “Twintig tot dertig jaar geleden waren dat veel grotere populaties. De laatste twee jaar is de populatie patrijzen stabiel, maar op laag niveau. De Bollenstreek is groot genoeg en de omstandigheden voor voedsel, veiligheid en voortplanting zijn voldoende voor de populatie om weer te groeien, maar dat gaat niet vanzelf. Mensen beseffen niet dat de patrijs hier over tien jaar uitgestorven kan zijn.”

Voedseltekort

De vereniging test twee hypotheses. Er kan sprake zijn van een voedseltekort op de akkers in de wintermaanden: in de periode van half december tot half februari verdwijnen patrijzen uit het zicht, waarna er veel minder paren opduiken in het voorjaar. Of er is sprake van een voedseltekort voor de jongen in de zomermaanden. Patrijzen zijn ‘late’ broeders, dus de jongen hebben tot begin augustus veel insecten nodig.

Uit ervaringen in andere delen van Nederland blijkt dat beschermingsmaatregelen voor meer insecten en beschutting direct effect hebben op patrijzenpopulaties, zoals het aanleggen van bloemrijke akkerranden, rommelhoekjes met kruidenmengsels, heggen en hagen (zie meer maatregelen in het kader). Deze maatregelen dragen bij aan een veilige broedgelegenheid en voedsel. Daarmee helpt het project niet alleen de patrijs, maar ook andere akkervogels, zoals de gele kwikstaart en de veldleeuwerik.

Met bloemen ingezaaide akkerrand in de Bollenstreek

Er zit veel potentie in het gebied. De variatie in het landschap maakt dat de Bollenstreek (grootte circa 2300 hectare) een goede habitat kan vormen voor de patrijs. Patrijzen houden van heggen, tuinen en rommelhoekjes. De teelt heeft hier nog niet geleid tot grote aaneengesloten percelen met maar één type gewas. Het landschap is kleinschalig en biedt een grote afwisseling van zowel bollenteelt als vaste plantenteelt, voorjaarsbloeiers en najaarsbloeiers, weilanden, bossen en volkstuincomplexen. De patrijs kan zich hier het gehele jaar door schuilhouden en broedgelegenheid vinden.

Maatregelen die bijdragen aan de leefomgeving van de patrijs

  • In rommelhoekjes kruidenmengsel zaaien voor voedsel in najaar;
  • stroken inzaaien van tweejarig mengsel op het perceel of akkerranden met een tweejarig mengsel; de stroken worden om en om gemaaid;
  • inrichten van sloten met ruige oevers;
  • het ecologisch maaien van slootoevers ter behoud van insecten;
  • het aanbrengen van richels in het zand van bollenvelden als dekking in najaar en winter;
  • het aanbrengen van stro als stuifbestrijder, dat tevens dient als wintervoeding;
  • het aanbrengen van heggen en hagen als dekking en als biotoop voor insecten;
  • aanleg van landschapselementen, zoals bosjes, voor dekking en voor insecten;
  • schrikdraadafzetting in geval van onevenredige predatie door vossen.

Samenwerking agrariërs

“We hebben agrariërs benaderd om mee te doen met ons project,” vertelt Venderbosch. “Een aantal van hen blijkt heel enthousiast. Over het algemeen hebben agrariërs best oog voor natuur. Ze zijn bereid om de kievit, scholekster en patrijs beschermen. Maar vaak hebben ze door de drukte niet de tijd om maatregelen te treffen. We werken nu samen met een drietal agrarische ondernemers. Zij gaan op hun bollenpercelen aan de slag met onder meer het zaaien van bloemen- en kruidenmengsels en het zorgen voor schuilgelegenheid na het rooien van de bollen.”

“Daarnaast trainen we speciale patrijzentellers – vrijwilligers die gedurende vijf jaar de gebieden monitoren waar maatregelen zijn uitgevoerd en die ook insectentellingen uitvoeren. We werken samen met het EIS Kenniscentrum Insecten om zicht te krijgen op die insectenpopulaties. We gaan kijken of de bloemrijke akkerranden verschil maken in insectenaantallen. Zo kunnen we ervaring opdoen: wanneer is het juiste moment om de bloemen in te zaaien?”

Bord bij ingezaaide akkerrand op een natuurvriendelijke oever in de Bollenstreek

De patrijs in het ANLB-stelsel

Narcis met zweefvlieg in de Bollenstreek: ook insecten worden in kaart gebracht in het project

“We kijken nu hoe we het landschap zodanig kunnen inrichten dat het voor de patrijs interessant wordt,” zegt Venderbosch. “Wat zijn bijvoorbeeld de effecten van het planten van heggen en hagen voor meer insecten? We zoeken naar de meest ideale groenbemester: een tussengewas dat je tussen de reguliere teelt door plaatst, om te voorkomen dat het land in de wintermaanden braak ligt. Dat is een ingewikkeld proces: agrariërs willen niet dat er te veel zaad aan de planten komt, want daar krijgen ze last van in de vervolgteelt. En bloeiende akkerranden zorgen weer voor onkruidzaden. Ondernemers moeten de teelt een beetje steriel houden vanwege de hoge fytosanitaire eisen.”

“De patrijs wil het liefst een rommelig gebied met veel onkruid. Maar voor de teelt van bollen wil je een sterieler gebied waar het bolproduct het goed doet. We zoeken dus de komende tijd met ondernemers hoe we beide doelen kunnen dienen. Het gaat een paar jaar duren voordat we dit in de smiezen hebben. Vervolgens willen we komen tot een aantal pakketten voor agrariërs die we kunnen opnemen in het bestaande stelsel voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer, zodat agrariërs hier subsidie voor kunnen ontvangen van de overheid. ”

Oproep: vrijwilligers voor insecten tellen

In 2019 gaat ANLV Geestgrond samen met EIS Kenniscentrum Insecten met behulp van plakvallen insecten tellen. Hiervoor zoekt project Patrijs nog vier vrijwilligers: vind jij het leuk om insecten te tellen en ben je vier dagdelen beschikbaar eind mei en in juli (zo'n 16 uur in totaal)? Stuur dan een mail naar Paul Venderbosch, bestuurslid van de vogelprojecten, via paulsbus@casema.nl. Meer informatie over de projecten voor de patrijs en andere bollenvogels vind je op de website van ANLV Geestgrond.

Tekst: Violet van Houwelingen, Provincie Zuid-Holland
Foto's: Kees Mostert; Paul Venderbosch