kadeni-stofuil - primair

Kadeni-stofuil breidt uit naar het Noorden

De Vlinderstichting
3-OKT-2019 - De laatste jaren worden enkele trekvlinders onder de nachtvlinders steeds vaker gemeld. De Kadeni-stofuil is daar een voorbeeld van. Sinds de eerste bevestigde waarneming in Nederland in 2007 in Zeeuws-Vlaanderen, zijn er al meer dan vierhonderd meldingen uit ons land, vooral in het najaar.

Veel waarnemingen komen uit vlindervallen, waar de vlinders zijn weggekropen in de eierdozenNa de eerste meldingen werden er tot 2011 jaarlijks 1 tot 20 kadeni-stofuilen gemeld. Tussen 2012 en 2017 lag het gemiddelde op 50; in 2018 en 2019 was dat toegenomen tot meer dan 100 per jaar. In het verspreidingskaartje zien we ook dat de soort steeds verder naar het noorden oprukt en inmiddels in Alkmaar, Lelystad en net ten zuiden van Drenthe al is gezien. De kadeni-stofuil is een trekvlinder, die jaarlijks vanuit het zuiden ons land binnenkomt. Of we al van populaties kunnen spreken, staat allerminst vast. Het feit dat driekwart van de waarnemingen uit september en oktober komt, wijst eerder op migratie. De toenemende aantallen doen de mogelijkheid op een permanente vestiging in ons land wel toenemen. De kadeni-stofuil is geen moeilijke klant. Hij komt voor op allerlei warme open, zandige plaatsen. Je vindt de vlinder langs bosranden, maar ook in tuinen. De rupsen eten van diverse kruidachtige planten en lijken ook niet erg kieskeurig. Waarschijnlijk is de temperatuur de enige reden waarom de soort nog niet meer in ons land is gezien.

Waarnemingen kadeni-stofuil: groen tot 2015; rood vanaf 2016

Kadeni-stofuilen worden ook wel drinkend gevonden op bloeiende planten of smeerplekkenDe meeste kadeni-stofuilen zijn op licht gezien, maar de vlinders komen ook wel af op smeer en bloeiende bloemen. Zo laat in het jaar is klimop een van de belangrijkste voedselbronnen. De lichtvondsten zijn voor een deel gedaan door met lamp en laken te nachtvlinderen; tweederde van de meldingen komt echter uit lichtvallen. Het feit dat er recentelijk steeds meer met vallen wordt gewerkt, zal zeker meespelen in de toename in waarnemingen, maar is slechts een deel van de verklaring. De soort is daadwerkelijk aan een uitbreiding bezig en zal naar verwachting binnen een jaar of drie tot vijf in heel Nederland en zelfs op de Wadden te vinden moeten zijn. Ook in oktober kunnen nog kadeni-stofuilen worden gezien, dus houd lichtbronnen en bloeiende klimop in de gaten.

Nog even over de naam. In een natuurbericht van Wim Veraghtert van Natuurpunt Studie in Vlaanderen lezen we het volgende: “De naam Kadeni-stofuil verwijst uiteraard naar de wetenschappelijke naam Caradrina kadenii. Eigenlijk had die soort Kaden’s stofuil moeten heten, want toen ze in 1836 beschreven werd, werd ze genoemd naar Carl Gotthelf Kaden (1786-1868): in die periode een gekende vlinderverzamelaar uit Dresden”.

Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting
Kaartje: NDFF 
Foto’s: Theo Bakker; Kars Veling