90% leerlingen Vlinderboom herkende pimpelmees na Tuinvogeltelling

Wageningen University
26-JAN-2020 - Op dinsdag 21 januari deden alle kinderen van CNS basisschool De Vlinderboom in Ede mee met de Tuinvogeltelling. De 142 deelnemers van groep 3 tot en met groep 8 en de leraren deden aan het eind van de schooldag een tuinvogelquiz. Negentig procent bleek de pimpelmees te herkennen. Nog niet eerder had een groep zo’n hoge score. Oefening in het herkennen van vogels loont dus, en is ook nog nodig...

Dit weekend is weer de nationale Tuinvogeltelling. De Tuinvogeltelling wordt sinds 2001 georganiseerd door Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland. Dankzij de Tuinvogeltelling weten we hoe vogels in de winter onze tuinen gebruiken. Met die informatie kunnen vogels beter beschermd worden. Ook scholen kunnen meedoen. Al sinds 2014 gaan alle klassen van CNS basisschool De Vlinderboom in Ede drie kwartier naar buiten om de vogels in de omgeving van de school te tellen. Dit jaar gingen we op dinsdag 21 januari de vogels tellen. Het was mistig en koud. Ondanks dat waren de kinderen zeer enthousiast.

Vogels tellen

Ook met de laarzen door de modder lopen was leuk

Twintig vogelsoorten

We keken hoeveel vogels van dezelfde soort we tegelijkertijd zagen. Alle kinderen turfden het aantal vogels per soort, ook de kleuters deden fanatiek mee. Zij kwamen natuurlijk niet veel verder dan streepjes zetten, maar je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. Alle groepen bij elkaar hebben twintig verschillende soorten gezien. De vijver naast school en de lage geluidswal met veel braam, sleedoorn en meidoorn blijken altijd mooie plekken om veel vogels te zien. De kokmeeuw stond met 28 exemplaren bovenaan, gevolgd door 16 wilde eenden, 15 kauwen en 15 houtduiven. Het ging natuurlijk om de vogels, maar een wegrennende haas bleek toch wel een van de hoogtepunten.

Vanaf de brug over de vijver heb je goed uitzicht

Nauwkeurig het aantal vogels opschrijven

Vogelquiz

De klassen hadden van tevoren allemaal de vogels in de klas geoefend en de oudere groepen hebben inmiddels al aardig wat jaren ervaring. We sloten de vogeltelling af met een tuinvogelquiz. Alle kinderen van groep 3 tot en met groep 8 en alle aanwezige leerkrachten kregen een stemkastje. Vervolgens kregen ze allemaal foto’s van vogels te zien met iedere keer vier antwoordmogelijkheden. De kinderen in groep 8 hadden gemiddeld 69 procent van de vogels goed en eindigden daarmee op de eerste plaats. Groep 7 en de leerkrachten stonden met 61 procent goed op de tweede plaats.

Met stemkastjes doorgeven welke vogelsoort op het scherm staat

Pimpelmees of koolmees?

Een van de vogelfoto’s in de quiz was van een pimpelmees. 90 procent van de kinderen gaf het goede antwoord! Maar 1 procent gaf koolmees als antwoord en 9 procent dacht dat het een winterkoninkje was. In de grafiek staat per groep het percentage van de kinderen dat het goede antwoord gaf. De kinderen uit groep 3 scoorden het laagst, maar toch had 67 procent van de kinderen het nog goed. Zo’n goede score heb ik nog niet eerder in eerdere presentaties gezien. De pimpelmeesvraag gebruik ik namelijk vaker bij presentaties in het land. Tijdens een bijeenkomst met 158 groenbeheerders wist maar 37 procent de pimpelmees te herkennen. 59 procent dacht dat het om de koolmees ging... Bij een presentatie voor een IVN-bijeenkomst met 65 deelnemers en één voor een Groei en Bloei-afdeling met 121 deelnemers bleek 74 procent de pimpelmees te herkennen. De rest dacht dat het om een koolmees ging.

Percentage van het aantal kinderen/leraren dat de pimpelmees kon herkennen (Bron: Arnold van Vliet)

Belang van het kunnen herkennen van planten en dieren

Af en toe even kijken welke vogel ze nu voor zich hebbenHet lijkt er dus sterk op dat de lessen over hoe je de vogels kunt herkennen ervoor zorgen dat de vogels beter herkend worden. De resultaten van de pimpelmeesvraag bij verschillende presentaties laten ook duidelijk zien dat meer bijscholing in Nederland geen kwaad kan, zelfs bij natuurliefhebbers. Om van de natuur te houden en om er voor op te komen is het natuurlijk niet per se noodzakelijk dat je de dier- en plantensoorten kunt herkennen. Ik ben echter wel van mening dat we meer en anders naar de natuur om ons heen gaan kijken als we meer uit die natuur om ons heen herkennen. Ik verwacht dat een betere soortherkenning de betrokkenheid bij en het draagvlak voor natuur zal vergroten. Ik zie dat op kleine schaal gebeuren bij de kinderen op school en hoor dat ook terug van de ouders. Initiatieven zoals de Nationale Tuinvogeltelling spelen een belangrijke rol in het uitdagen van mensen om naar de natuur te kijken en ze te trainen in het herkennen van de verschillende soorten. Naast het verkrijgen van interessante inzichten in de stand van de vogels draagt de vogeltelling ook bij aan meer draagvlak voor de natuur. Verder is het gewoon leuk om te doen. Heb je de Nationale Tuinvogeltelling gemist? Je kunt ook meedoen met de Jaarrond Tuintelling.

Tekst: Arnold van Vliet, Wageningen University
Foto’s: Arnold van Vliet; Maartje van Walsum