Verse, net geopende Tuinaardster

DNA geeft zekerheid: tweede vondst Tuinaardster in Nederland

Nederlandse Mycologische Vereniging
13-MEI-2020 - De Tuinaardster is een uiterst zeldzame, variabele paddenstoel en daardoor lastig te determineren. Toen zich in september vorig jaar een mogelijke tweede vondst aandiende, werd direct een DNA-monster genomen. De resultaten van het DNA-onderzoek zijn onlangs bekend geworden en bevestigen dat de tweede vondst van de Tuinaardster in Nederland een feit is.

De Tuinaardster (Geastrum smardae) dankt zijn naam aan zijn voorkeur voor sterk door de mens beïnvloede standplaatsen zoals tuinen en plantenbakken. De soort is in heel Europa uiterst zeldzaam en wordt gemeld van tuinen, fabrieksterreinen en kinderspeelplaatsen. De Tuinaardster heeft zijn hoofdverspreiding in Noord-Amerika en is in Europa waarschijnlijk adventief, dat wil zeggen aangevoerd als gevolg van menselijk handelen. De enige bekende Nederlandse vondst is die uit 1992 in een plantenbak in Beek (Zuid-Limburg). De nieuwe vondst komt uit een andere hoek van het land, namelijk Gaast in Friesland. Hubert Kivit vond de aardsterren daar vorig jaar september in een border met Hortensia's. Gedurende een aantal weken kwamen er af en toe nieuwe exemplaren bij.

Bij verse, net geopende exemplaren is de steel nog niet zichtbaar

Het waren middelgrote aardsterren die deden denken aan de Forse aardster (Geastrum coronatum). Het bolletje dat de sporen bevat is gesteeld, donker en heeft een soort uitzakking aan de onderkant. Aan de bovenkant zit een opening met daaromheen een vrij vlakke, niet geplooide mondzone. Een belangrijk verschil tussen beide soorten wordt gevormd door de onderkant van de slippen. Bij de Forse aardster is die onderzijde bedekt met vastgegroeide aarde, bij de Tuinaardster is de onderzijde bruin, glad tot iets schubbig en zonder vastgegroeide aarde. De Gekraagde aardster (Geastrum triplex) heeft net als de Tuinaardster slippen met een bruine onderzijde zonder vastgegroeide aarde. De Gekraagde aardster heeft echter een ongesteeld bolletje zonder uitzakking en bij de meeste exemplaren die kenmerkende kraag rondom het bolletje. De Tuinaardster is nogal variabel van uiterlijk en door zijn zeldzaamheid is de variatie onvoldoende bekend. De verschillen met andere soorten zijn bovendien nogal subtiel en daardoor is de Tuinaardster moeilijk met zekerheid op naam te brengen.

Nog ongeopend beginstadium. De schubbige buitenzijde zonder aangegroeide aarde wordt na het openen de onderzijde van de slippen

Daarom is van de tweede Nederlandse vondst meteen een monstertje genomen ten behoeve van DNA-onderzoek. Het onderzochte deel van het DNA van de vondst uit Gaast komt zo sterk overeen met dat van twee buitenlandse vondsten van de Tuinaardster dat er geen twijfel bestaat over de identiteit van de aardster. Wat we op basis van uiterlijke en microscopische kenmerken al vermoedden, wordt door het DNA-onderzoek bevestigd: de tweede vondst van de Tuinaardster in Nederland is een feit.

Gedroogd exemplaar van de Tuinaardster. De steel en de uitzakking van het bolletje zijn goed zichtbaar

Meer informatie

Tekst: Leo Jalink, Nederlandse Mycologische Vereniging; Naturalis Biodiversity Center
Foto's: Hubert Kivit (leadfoto: Tuinaardster); Leo Jalink
Met dank aan Jorinde Nuytinck, Naturalis, die het DNA-onderzoek voor haar rekening heeft genomen.