klein geaderd witje parend - primair

Overal vliegen weer witjes

De Vlinderstichting
25-JUN-2020 - De junidip is de periode waarin de voorjaarsvlinders zijn verdwenen en de zomervlinders er nog niet zijn. Dan zie je maar erg weinig vlinders, zelfs als je tuin vol met bloemen staat. De drie algemene koolwitjes hebben allemaal een eerste generatie in april-mei en in de loop van juni verschijnen de nakomelingen. Ze komen nu dan ook volop tevoorschijn en luiden het einde van de junidip in.

Het klein koolwitje is de meest voorkomende van de drie witjesWe kennen in Nederland drie algemene soorten witjes die overal, verspreid door het hele land, voorkomen. Het klein koolwitje is het meest aanwezig. Deze vlinder kun je overal tegenkomen, ook in intensief gebruikt landbouwgebied, in binnensteden en op bedrijventerreinen. Het klein geaderd witje is wat meer gebonden aan wat ‘natuurlijker’ grasland, maar ook deze is zeer wijdverbreid. Het groot koolwitje tenslotte is een cultuurvolger die we ook vaak in moestuinen aantreffen, hoewel dit een buitengewoon mobiele vlinder is die vele tientallen kilometers kan zwerven en dus ook overal kan worden gezien. Dit groot koolwitje is de vlinder waarvan de rupsen in groepen van twintig of meer op je kool kunnen zitten en deze helemaal opvreten. De andere twee soorten leggen hun eitjes niet met veel bij elkaar en daarvan is de schade dus wat minder heftig. Het klein geaderd witje legt trouwens helemaal niet vaak op gekweekte kolen; deze soort is meer gebonden aan wilde kruisbloemigen als pinksterbloem, look zonder look en dergelijke.

De getelde witjes in de routes van het meetnet. Rood = 2020, blauw = het gemiddelde over de afgelopen 30 jaar.

Het klein geaderd witje is te herkennen aan het 'nadruppelen' van de zwarte vleugelpuntAls we kijken naar de gegevens uit de monitoringroutes die door duizend vrijwilligers wekelijks worden geteld in het kader van het meetnet vlinders, dan zien we dat het klein en groot koolwitje het dit voorjaar erg goed hebben gedaan. In die routes zijn er duidelijk meer geteld dan het gemiddelde over de afgelopen dertig jaar. Dat geldt niet voor het klein geaderd witje. Die vlinder was veel minder aanwezig dan het gemiddelde. Een mogelijke oorzaak daarvoor zijn de twee droge jaren die we hebben gehad. Het klein geaderd witje heeft net wat meer behoefte aan vocht en zal dus meer last hebben gehad van de droogte. We zijn benieuwd hoe deze tweede generatie zal zijn. De start lijkt voor alle drie de soorten redelijk voorspoedig te zijn en het lijkt erop dat ook het klein geaderd witje weer wat terugkrabbelt.

Heeft u moeite om de koolwitjes te herkennen en uit elkaar te houden? Op de website van De Vlinderstichting kunt u gratis deze herkenningskaart ((6,9 MB) downloaden, mede mogelijk gemaakt door BIJ12, waarin de provincies samenwerken.

Het meetnet vlinders is een onderdeel van het Landelijk Meetprogramma Vlinders dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en onderdeel is van het Netwerk Ecologische Monitoring.

Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
Grafieken: meetnet vlinders