Huissteekmug

Eerste besmetting met westnijlvirus in Nederland; geef ook mate van muggenoverlast door

Muggenradar, Wageningen University
16-OKT-2020 - Gisteren meldde het RIVM voor het eerst een infectie met het westnijlvirus bij een Nederlandse man. Vermoedelijk heeft de man het virus opgelopen na een muggenbeet in de omgeving van Utrecht. Eerder werden daar al besmette steekmuggen en drie besmette vogels gevonden. Uit de meldingen van de mate van muggenoverlast op Muggenradar.nl blijkt dat momenteel steeds minder mensen muggenoverlast ervaren.

Het westnijlvirus is een virus dat circuleert tussen vogels en steekmuggen. Wanneer een besmette vogel gebeten wordt door een steekmug, kan deze mug besmet raken met het virus. Vervolgens kan de mug via een beet het virus op andere dieren en mensen overdragen. Bij mensen en paarden kan dit leiden tot ziekte. Mensen en paarden spelen echter geen rol in de verdere verspreiding van het virus, aangezien muggen niet besmet kunnen raken na het bijten van een besmet mens of paard. In Nederland wordt het virus door de gewone huissteekmug (Culex pipiens) overgedragen en spelen andere soorten waarschijnlijk geen rol.

Het merendeel van besmettingen met het westnijlvirus (circa tachtig procent) leidt niet tot symptomen. Een klein deel van de besmettingen (circa twintig procent) kan leiden tot de ontwikkeling van milde symptomen, zoals hoofdpijn, koorts en vermoeidheid. In enkele gevallen (circa één procent) kunnen zich ernstige neurologische symptomen ontwikkelen, zoals hersenvliesontsteking en hersenontsteking. In enkele gevallen kan dit de dood tot gevolg hebben.

Verspreiding van het virus

Het westnijlvirus is voor het eerst ontdekt in 1937 in Uganda. Sinds enkele tientallen jaren duikt het virus vaker op in Europa. Het virus wordt voornamelijk gedetecteerd in het Mediterraan gebied en op de Balkan, maar komt sinds enkele jaren ook steeds noordelijker voor. In 2018 werd het westnijlvirus voor het eerst gevonden in wilde vogels in Duitsland. Dat jaar was tevens een recordjaar met 2,083 menselijke gevallen in Europa, hoger dan het totale aantal in de zeven jaar er voor (1,832). In totaal zijn in 2018 in Europa 180 mensen aan het westnijlvirus overleden. Kort daarop, in 2019, werden de eerste menselijke besmettingen in Duitsland gemeld. In 2020 werd er volgens het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) al melding gedaan van 168 uitbraken onder vogels en dieren. Tot 8 oktober 2020 zijn er 285 meldingen gemaakt van besmettingen op mensen, waarbij 31 mensen zijn komen te overlijden. Aangezien de meeste mensen geen symptomen ontwikkelen, ligt het werkelijke aantal besmettingen vermoedelijk hoger.

Tijdens de zomermaanden augustus en september werden in Nederland in de buurt van Haarzuilens een besmette grasmus en besmette steekmuggen ontdekt, wat een belangrijke aanwijzing is voor lokale circulatie van het virus. Deze ontdekking werd gedaan na intensieve bemonstering door het One Health PACT-consortium, wat wordt geleid door de afdeling Viroscience van het Erasmus MC in Rotterdam. Het One Health PACT consortium is een samenwerkingsverband tussen meerdere universiteiten, onderzoeksinstanties en overheidsinstellingen. Het consortium doet onderzoek naar door muggen-overdraagbare virussen in Nederland en de rol die menselijk handelen, klimaat en milieu daarin spelen. Het uiteindelijke doel is om virusintroducties en -uitbraken te kunnen voorspellen en voorkomen. Binnen dit kader werd in de zomermaanden een veldstudie uitgevoerd door het Vogeltrekstation, Leiden Universiteit en Wageningen University & Research, wat leidde tot de vondst van de met westnijlvirus besmette muggen en grasmus. Inmiddels zijn er nog twee besmette vogels gevonden.

Muggenradar; geef ook de mate van muggenoverlast door

Meldingen van de mate van muggenoverlast van 9 tot 15 oktober doorgegeven via Muggenradar.nl

Vermoed wordt dat klimaatverandering een rol speelt bij de verspreiding van het westnijlvirus. Door de stijgende temperaturen en de toename van het aantal zeer warme perioden kunnen muggen en het virus zich sneller ontwikkelen, waardoor de kans op overdracht van het virus toeneemt.

Binnen het kader van het One Health PACT-onderzoek, worden ook gegevens verzameld via de Muggenradar. Een van de redenen om in 2014 met de Muggenradar te beginnen was de kans dat het westnijlvirus zich in Nederland zou gaan voordoen. Zes jaar later is dat dus een feit. Abonnees van de Nature Today nieuwsbrief worden sinds deze zomer wekelijks gevraagd de door hen ervaren muggenoverlast te melden via de Muggenradar-website. De opties zijn: Geen overlast, Een beetje overlast, Veel overlast of Heel veel overlast. De overlastmeldingen zijn belangrijk om meer inzicht te krijgen in waar en wanneer in Nederland welke mate van muggenoverlast wordt ervaren. U kunt de mate van de door u ervaren muggenoverlast doorgeven via Muggenradar.nl. Als u geen overlast hebt ervaren, zijn uw meldingen dus ook zeer welkom.

Nu, in medio oktober, is de temperatuur sterk gedaald. Met deze daling neemt ook het aantal steekmuggen af alsmede de activiteit van de meeste muggensoorten. Dat zien we mooi terug in het verloop van de meldingen van de mate van muggenoverlast. Halverwege augustus gaf ruim dertig procent van de mensen aan veel of heel veel muggenoverlast te ervaren. De afgelopen dagen gaf maar acht procent van de mensen aan veel muggenoverlast te ervaren en niemand dat ze heel veel muggenoverlast hadden (zie onderstaande figuur). Doordat de muggen minder actief zijn, neemt ook de kans op besmetting met het westnijlvirus af.

Percentage meldingen per overlastcategorie per week in de weken 30 tot en met 42

In de komende maanden worden de meldingen van de mate van muggenoverlast tijdelijk uitgebreid met de optie om muggen op te sturen naar Wageningen University & Research. Zodra deze mogelijkheid bestaat maken we daar melding van.

Tekst: Rody Blom, Arnold van Vliet en Sander Koenraadt, Muggenradar.nl, Wageningen University & Research
Foto: Hans Smid, Muggenradar.nl
Figuren: Muggenradar.nl