Zeer zeldzame Roestvlekkencantharel gevonden in Zwolle

Nederlandse Mycologische Vereniging
21-OKT-2020 - Tijdens een paddenstoelen-inventarisatie van enkele bermen in de binnenstad van Zwolle is de Roestvlekkencantharel aangetroffen. Deze soort groeit samen met Zomereik en is zeer zeldzaam. De vondst van deze bijzondere soort is een onverwachte verrassing, en dat op een plek waar dagelijks heel veel mensen langs lopen en fietsen.

De roestvlekkencantharel (Cantharellus ferruginascens) lijkt op het eerste gezicht sterk op de bekende Hanenkam (of Cantharel), een bekende eetbare paddenstoel. De vindplaats is echter sterk afwijkend: een voedselrijke berm op (zandige) klei midden in de stad. De Hanenkam is een soort die juist op schrale zandige grond in natuurgebieden en in schrale bermen groeit. Bovendien was de kleur van de hoed vaalgeel en niet diep dooiergeel, zoals bij de Hanenkam. Om de soort nader te bestuderen, werden enkele exemplaren in een doosje meegenomen naar huis. Daar aangekomen bleken de vruchtlichamen deels bloedrood verkleurd te zijn, voornamelijk de steel, de hoedrand en de aders ('lamellen' aan de onderzijde van de hoed). Later werd de verkleuring meer roestbruin. De determinatie bleek eenvoudig: er is maar één soort met een lichte hoed en verkleuring: de Roestvlekkencantharel.

De steel, hoedrand en 'aders' bleken na transport bloedrood verkleurd te zijn

De Roestvlekkencantharel vormt mycorrhiza met de Zomereik. Mycorrhizavorming is een vorm van symbiose waarbij de schimmeldraden een kokertje vormen om de worteltopjes van de boom en deze voorzien van vocht en voedingsstoffen. In ruil daarvoor krijgt de schimmel suikers van de boom. De Roestvlekkencantharel is voor zover bekend slechts één keer eerder in Nederland aangetroffen, in Zuid-Limburg in 2004 (Huijser, 2007). Ook in de rest van Europa is deze soort zeldzaam en komt hij vooral voor bij eiken op voedselrijke bodems.

Op de vindplaats van de Roestvlekkencantharel bleken ook nog andere bijzondere en zeldzame paddenstoelen te groeien, zoals de Fluwelige wortelzwam (Xerula pudens) en de Roze peutermycena (Mycena smithiana). Wat de groeiplaats zo bijzonder maakt is niet helemaal duidelijk. De zomereiken staan op kleiige bodem en er is open water in de buurt. Mogelijk zijn dat sleutelfactoren. In de buurt staan ook Wilde kievitsbloem en Gulden boterbloem, plantensoorten die een voedselrijke en lang ongestoorde bodem aangeven. Wellicht zijn op de groeiplaats in de toekomst nog wel meer bijzondere soorten te verwachten.

De vondst van de Roestvlekkencantharel maakt onderdeel uit van een inventarisatie naar de belangrijkste paddenstoelenbermen en -lanen in opdracht van provincie Overijssel. Met de gegevens van die inventarisatie kunnen de bermen en lanen beter beschermd worden.

Tekst en foto's: Melchior van Tweel, Nederlandse Mycologische Vereniging