Wolf in Limbourg 2009 VOOR EENMALIG GEBRUIK

Instellen wolvenvrije zones is geen valide optie

ARK Rewilding Nederland, Studio Wolverine, Tilburg Universiteit, Zoogdiervereniging
6-JUN-2021 - Wolvenvrije – of beter gezegd ‘wolvenluwe’ – zones hoeven helemaal niet afgekondigd of afgesloten te worden, maar ontstaan vanzelf als de aanwezige schapen en ander vee met bijvoorbeeld schrikdraad of kuddewaakhonden goed beschermd worden.

Met enige regelmaat klinkt de oproep om grotere gebieden of zelfs een hele provincie als wolvenvrij terrein aan te merken, zoals het recente voorstel voor een wolvenhek in Friesland. Europese wetgeving en jurisprudentie laten echter zien dat dit op gespannen voet staat met de beschermde status van het dier. Bovendien is de vraag of het eigenlijk wel nodig is en of ‘wolvenluwe zones’ niet vanzelf al ontstaan als vee goed beschermd wordt.

Beschermde status

Wolven hebben in Nederland en omringende landen de hoogst denkbare beschermde status onder de Habitatrichtlijn en het Verdrag van Bern. Het overheidsbeleid dient er dan ook vooral op gericht te zijn om de wolf welkom te heten, nu hij na lange afwezigheid – veroorzaakt door vervolging door de mens – weer een voorzichtige terugkeer maakt. Het bewust afsluiten van substantiële stukken potentieel leefgebied, of het anderszins verhinderen of ontmoedigen van vestiging in bepaalde gebieden, staat op gespannen voet met de internationale verplichtingen van Nederland. Toen overheden en andere belanghebbenden zo’n tien jaar geleden voor het eerst gericht om de tafel gingen om te spreken over wolvenbeleid, werd het idee om wolvenvrije gebieden aan te wijzen in Nederland ook weloverwogen afgeserveerd.

 Door eeuwen van vervolging verdween de wolf uit ons land. Bescherming leidde tot herstel van aantallen en verspreidingsgebied

Soorten moeten zelf kunnen bepalen

Een belangrijk bezwaar vloeit voort uit de regels rond Natura 2000. Voor soorten van Bijlage II van de Habitatrichtlijn, waaronder de wolf, moet de overheid de meest geschikte gebieden selecteren als Natura 2000-gebieden. Het Hof van Justitie van de EU, dat het laatste woord heeft over de juiste uitleg van de Habitatrichtlijn, heeft in zijn rechtspraak herhaaldelijk benadrukt dat het niet aan de lidstaten, maar aan de betreffende soorten zelf is om – door hun eigen terreingebruik en vestigingspatroon – aan te geven wat de meest geschikte gebieden zijn. Het op voorhand aanmerken van bepaalde gebieden als ongeschikt voor de wolf, laat staan het fysiek afsluiten van potentieel leefgebied, staat haaks op deze lijn. Kort gezegd: niet vooraf door mensen opgelegd beleid, maar de wolf zelf moet kunnen bepalen waar hij zich vestigt.

Bescherming vereist

Wolven in Nederland staan ook op Bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Op grond hiervan is strikte bescherming vereist, inclusief het instellen en handhaven van verbodsbepalingen inzake het doden, vangen en verstoren van wolven. Die verboden zijn vastgelegd in de Wet natuurbescherming. In een recente zaak rond een wolf die zich ophield op een Roemeens erf maakte het EU-Hof nog eens duidelijk dat deze strikte bescherming ook geldt rond bebouwing en in andere zwaar door de mens beïnvloede landschappen.

Volgens de Europese Commissie is het instellen van wolvenvrije zones alleen mogelijk in die delen van Europa waar het flexibele regime van Bijlage V geldt in plaats van het strikte beschermingsregime van Bijlage IV. In antwoord op een vraag van Europarlementariërs afgelopen zomer over het instellen van wolvenvrije gebieden in de Alpen was de Commissie wederom stellig: “Regional wolf-free zones cannot be established under EC law.

Deze kuddewaakhond in Nijverdal laat alvast weten dat zijn schapen goed beschermd zijn

Alternatieven voor verstoring

Hoewel een rapport, gemaakt in opdracht van voorstanders van een Fries wolvenhek, claimt dat het instellen van grote wolvenvrije zones toch juridisch mogelijk zou moeten zijn, verstoort dit de mogelijkheid van de dieren om zelf te bepalen waar ze zich vestigen. Zoals dit rapport van Bout Advocaten terecht aangeeft, is niet volstrekt duidelijk of en wanneer het plaatsen van een wolfwerend hek valt onder 'opzettelijk verstoren', zoals dat verboden is op grond van de Wet natuurbescherming en de Habitatrichtlijn. Volgens de Europese Commissie spelen de omvang en ingrijpendheid van een gegeven handeling een rol bij de beoordeling of sprake is van dit juridische begrip 'verstoren'. Zo wordt vrij algemeen aangenomen dat het plaatsen van wolfwerende elektrische hekken rond individuele schaapskuddes niet geldt als dergelijk verboden verstoren.

Het ligt echter voor de hand dat een grootschaliger wolvenwerend hek, zoals bijvoorbeeld voorgesteld in Friesland, wèl valt onder het verbod. En dan is voor het plaatsen van het hek ook een ontheffing vereist. Die mag alleen verleend worden wanneer, onder andere, overtuigend is bewezen dat er geen bevredigende alternatieven bestaan. Als het doel van het wolvenhek het voorkómen van belangrijke schade aan vee is, dan moet dus eerst worden aangetoond dat er geen andere maatregelen bestaan die ditzelfde doel bereiken op een manier die voor de wolf minder ingrijpend is. Dat zal nogal een dobber zijn.

Het plaatsen van wolfwerende rasters om individuele schaapskuddes te beschermen is dus wat anders dan het geheel uitsluiten of afsluiten van grote gebieden. En dan zijn er, afhankelijk van de precieze omstandigheden, nog aanvullende juridische bezwaren denkbaar in verband met de effecten van grootschalige hekken op andere soorten en natuurwaarden dan de wolf. Het lijkt er niet op dat het instellen van wolvenvrije zones in Nederland, al dan niet met bijbehorend hek, de toets van het Europese recht doorstaat.

Bescherming van individuele kuddes maakt het samenleven van vee en predatoren door het delen van gebieden mogelijk

Delen in plaats van uitsluiten

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat wolven zich in de toekomst overal in Nederland zullen vestigen. Wolven zijn wilde dieren en menselijk eigendom of landsgrenzen hebben voor hen geen betekenis. Ze gaan en staan waar ze zelf willen, op zoek naar geschikt leefgebied en gestuurd door het landschap en hindernissen als verkeerswegen, brede wateren en kanalen met steile oevers, en bruggen die een kans bieden om deze barrières te passeren. Hebben wolven eenmaal een eigen territorium, dan kennen ze alle routes, obstakels en de beste gebieden om een prooi te zoeken. Jonge wolven die gaan zwerven kennen de wijde wereld nog niet en kunnen overal terechtkomen. Ook dus in gebieden die ze eigenlijk weinig te bieden hebben omdat er niet of nauwelijks wilde prooidieren te vinden zijn. Een wolf die net in zo'n gebied arriveert weet dat niet meteen, maar zonder voedsel en dekking komt die al snel tot de conclusie dat hij de zoektocht naar een geschikt territorium en partner beter elders kan voortzetten.

Geiten- en schapenkudde met kuddewaakhond

In gebieden met uitsluitend onbereikbare schapen en ander vee of grootschalige akkergebieden valt voor een wolf weinig te halen en deze gebieden zal hij daarom vaak snel weer verlaten. Dat is anders als de aanwezige schapen helemaal niet beschermd zijn, zulk gemakkelijk voedsel kan een zwervende wolf verleiden om te blijven. Zo bezien hebben we een wat langer verblijf van een zwervende wolf in een onwenselijk gebied zelf in de hand.

Wolvenvrije – of beter gezegd ‘wolvenluwe’ – zones hoeven dus ook helemaal niet afgekondigd of afgesloten te worden, maar ontstaan vanzelf als de aanwezige schapen en ander vee met bijvoorbeeld schrikdraad of kuddewaakhonden goed beschermd worden.

Meer informatie

  • Wolveninnederland.nl.
  • Klik hier voor meer juridische achtergrondinformatie door rechtswetenschapper Arie Trouwborst, universitair hoofddocent milieurecht aan de Tilburg Universiteit.

Tekst: Arie Trouwborst, Tilburg Universiteit; Leo Linnartz, ARK Natuurontwikkeling; Dick Klees, Studio Wolverine en Glenn Lelieveld, Zoogdiervereniging
Foto's: Leo Linnartz, ARK Natuurontwikkeling