Alle feiten op een rij over kleinschalig beheer van beken

OBN Natuurkennis
15-JUN-2021 - Waterschappen en natuurbeheerders willen graag de ecologische kwaliteit van beken en sloten verhogen. Daarom passen zij steeds vaker het zogenaamde stroombaanmaaien toe of leggen ze hout in de beken. Deze maatregelen kunnen effectief zijn, als tegelijkertijd ook de waterkwaliteit verbetert en de verdroging wordt aangepakt.

Op allerlei manieren proberen beekbeheerders met kleinschalige maatregelen, zoals een aangepast maaibeheer, beken te herstellen zodat er weer meer leven in komt. Tot nu toe was er weinig bekend over de ecologische effectiviteit van die inspanningen. Het Kennisnetwerk Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit liet daarom samen met kennisinstituut voor de waterschappen Stowa en de Brabantse waterschappen (Aa en Maas, De Dommel en Brabantse Delta) en de provincie Noord-Brabant een onderzoek uitvoeren naar de effectiviteit van een aantal toegepaste maatregelen (pdf; 17 MB). Naast het stroombaanmaaien is ook gekeken naar methoden waarbij telkens een deel van de beek werd gemaaid: soms slechts één zijde van de beek of afwisselend een blok wel of niet maaien. De onderzoekers bekeken ook een andere veelgebruikte maatregel, namelijk het inbrengen van hout in de beek.

Stammen in een visgraatpatroon in de Snelle loop, een van de onderzochte Brabantse beken

Voor Stowa is het onderzoek onderdeel van het programma 'Bouwen met natuur', waarin wordt gekeken hoe waterschappen in hun werk meer gebruik kunnen maken van de natuurlijke processen. Pui Mee Chan van Stowa: “Dit ecologische deel is onderdeel van een reeks onderzoeken. Daarnaast hebben we de hydrologische effecten van dit soort maatregelen onderzocht en we hebben onderzoek laten doen naar de governance: hoe het zit met wet- en regelgeving en hoe het zit met verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Het blijkt dat de hydrologische gevolgen heel beperkt zijn en dat er geen juridische problemen zijn. De ecologische opbrengsten echter zijn minder groot dan we wellicht gehoopt hadden.”

Transitie nodig

Uit de experimenten blijkt namelijk dat er vaak weinig verbetering optreedt in de ecologische kwaliteit van de onderzochte beken, vertelt WUR-onderzoeker Ralf Verdonschot. Het zijn vooral de aantallen individuen van de al aanwezige soorten die veranderen onder de verschillende kleinschalige beheerregimes. Van grote biodiversiteitswinst of de terugkeer van bijzondere soorten is echter geen sprake. Hout inbrengen leidde wel tot vestiging van een aantal kenmerkende macrofauna-soorten. Hout zorgt voor meer structuur en variatie in stroming in de beken waarvan de soorten profiteren.

Opzet van het veldexperiment om de kortetermijneffecten van maaibeheer met 5 deeltrajecten van 50 m lengte te onderzoeken. Regulier maaibeheer (controle), 1 jaar eenzijdig en tweezijdig (stroombaan) niet-maaien, 2 jaar eenzijdig en tweezijdig niet-maaien. De afstand tussen de verschillende vegetatieblokken bedraagt 25 meter, waartussen regulier gemaaid is

De effecten van het kleinschalig beheer en het hout inbrengen zijn volgens Verdonschot klein ten opzichte van de invloed van een aantal grote processen die hebben geleid tot de matige ecologische kwaliteit in beken. Het gaat dan bijvoorbeeld om het ontbreken van bomen langs de beek, de hoge stikstof- en nutriëntenlast, een gebrek aan stroming in de beek, een onnatuurlijk waterpeil, gebrek aan vestigingsplekken voor veel soorten en een beperkt kolonisatiepotentieel. Verdonschot: “De kleinschalige maatregelen zijn dus alleen effectief en zinvol als we ook aan die andere knoppen werken. We moeten ze niet in isolatie inzetten, maar onderdeel laten uitmaken van maatregelpakketten die ook knelpunten op een grotere schaal aanpakken. Kleinschalige maatregelen kunnen we dan ook zien als onderdeel van een bredere ontwikkeling richting systeemherstel en kunnen we vooral inzetten om de transitie naar meer natuurlijkere beeksystemen te versnellen.”

Kennisdossier over beekherstel

Tijdens een webinar op 29 juni gaat Stowa de resultaten van het programma Bouwen met natuur presenteren aan de waterschappen. Tegelijk verschijnt dan een zogenaamd Deltafact over beekherstel. Deltafacts zijn online kennisdossiers van Stowa met een korte, krachtige samenvatting van de ‘state of the art' kennis over een bepaalde kennisvraag op het gebied van waterbeheer, klimaatverandering en waterkwaliteit. Chan: “Deze informatie kan waterschappen helpen om goed onderbouwde keuzen te maken bij het kleinschalig beheer en ook de samenhang laten zien tussen de kleinschalige ingrepen en het systeemherstel dat daar in de meeste gevallen ook voor nodig is.”

Meer informatie

Tekst: Geert van Duinhoven, Kennisnetwerk OBN
Foto's: Ralf Verdonschot (leadfoto: kleinschalige maatregelen moeten we zien als onderdeel van een bredere ontwikkeling richting systeemherstel en vooral inzetten om de transitie naar meer natuurlijkere beeksystemen te versnellen)
Figuur: Rapport Aangepast beheer en onderhoud en kleinschalige maatregelen in beken