De kraanvogels met jong, vastgelegd op wildcam

Eindelijk broedsucces voor kraanvogels in het Hart van Drenthe

Staatsbosbeheer
25-AUG-2021 - Veel geduld en ruimte. Dat heb je bij kraanvogels nodig. Bij Staatsbosbeheer zijn in het Hart van Drenthe in 2021 voor het eerst twee jonge kraanvogels uitgevlogen na een jarenlange aanloopperiode.

Het eerste kraanvogelpaar verscheen in 2014 in het Hart van Drenthe en sindsdien keerden ze elk voorjaar terug – enkele jaren later kwamen er zelfs twee paartjes. Het duurt vijf jaar voordat kraanvogels geslachtsrijp zijn en echt gaan broeden, in de eerste jaren verkennen ze vooral de omgeving. Vermoedelijk zijn vanaf 2017 al broedpogingen ondernomen in het Hart van Drenthe, maar in 2020 pas met enig succes. Het eerste kuiken werd in 2020 wekenlang gevolgd, vooral met wildcamera’s. Helaas verdween het jong ongeveer een week voordat het kon vliegen spoorloos van de radar. Desondanks leverde dit dier waardevolle informatie op voor Staatsbosbeheer. Een oud schapenraster bleek een grote hindernis. Aanvankelijk voldeden poortjes in het gaas, maar uiteindelijk is deze barrière geheel opgeruimd nadat het kuiken er toch in was blijven steken.

Het Hart van Drenthe, waar de jonge kraanvogelkuikens het levenslicht zagen

Een succesvol 2021

In 2021 startten weer twee paren met broeden. Een poging van het eerste paar mislukte. Ze gingen voor een herkansing, maar ook die poging mocht niet baten. Het tweede paar bleek in de eerste week van mei succesvol te hebben gebroed. Uit het gedrag van de vogels viel op te maken dat er één of meer kuikens moesten zijn. Door de grote afstand en hoge vegetatie waren de kuikens praktisch onzichtbaar. Pas eind mei waren ze eindelijk zo groot dat de twee kuikens in beeld kwamen. Het wel en wee van de familie is weer op de voet gevolgd. Dat leverde nieuwe kennis op over terreingebruik en verstoringen. Op 9 juli konden beide jongen vliegen en mocht dit broedgeval worden bestempeld als het eerste succesvolle in het Hart van Drenthe.

Laveren met kuikens

De les van 2021 is dat ook grote gebieden zoals het Hart van Drenthe voor kraanvogels relatief klein zijn. Meer dan de helft van het potentieel geschikte foerageergebied voor kuikens bleek onbruikbaar door menselijke verstoring. Dit paar bracht de jongen uiteindelijk groot in een strook van minder dan een kilometer lengte en krap 100 meter breed. Een deel van die strook werd ook nog periodiek vermeden vanwege een pleisterende zeearend. De kraanvogels gebruikten plukjes bosopslag om zich met de jongen in terug te trekken als de arend in de buurt vloog. Twee jongen succesvol grootbrengen terwijl je maandenlang op een postzegeltje natuur laveert tussen menselijke verstoring en natuurlijke predatoren is haast een wonder.

Daarnaast werpt het beleid van Staatsbosbeheer om in dit gebied geleidelijk (bos)paden op te heffen en sloten te dempen zeker vruchten af. Zo ontstaan er in het Hart van Drenthe steeds grotere eenheden natuur zonder doorsnijding van paden en sloten. Het wordt langzaam wat stiller en natter. Precies wat kraanvogels nodig hebben.

Tekst en foto's: Peter Venema