Natuurjournaal 3 januari 2022

De baardman – dat klinkt als een groot beest met een woeste baard. De meeste mensen geven dit kleine rietvogeltje dan ook een verkleinwoord: baardmannetje. En een baard heeft hij: twee grote, zwarte bakkebaarden. Baardstrepen heet dat bij vogels, en het baardmannetje heeft de grootste. De baardvrouwtjes doen daar niet aan en zijn meer rietkleurig dan de mannetjes. Het zijn ook echte rietbewoners, het hele jaar door. In de winter zwerven ze iets meer rond, en komen nu ook buiten de grote rietmoerassen waar ze broeden, zoals de Oostvaardersplassen. ’s Winters schakelen ze over op een dieet van zaden van riet en rietgras. Op die manier kunnen ze hier overwinteren, terwijl de insectenetende rietvogels – karekieten, rietzangers en snor – naar het zuiden zijn getrokken.

Strenge kou in de winter kan toch wel funest zijn voor die baardmannetjes die niet wegtrekken, en dat geldt ook voor hun buurman in het riet. De roerdomp is een kleine, gestreepte reiger die in het riet perfect gecamoufleerd is. Een deel van de roerdompen heeft het erop gewaagd en is niet naar het zuiden getrokken. Ze hebben gezelschap gekregen van Oost-Europese roerdompen. Met hun snavel in het water loeren ze naar vissen, amfibieën en muizen. Een paar weken geleden moesten ze door de vorst noodgedwongen ook buiten de dekking van het riet op zoek naar voedsel. Dit kwakkelweer bevalt ze beter, teruggetrokken tussen het riet zijn ze opnieuw onzichtbaar.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto’s: Luc Hoogenstein, Saxifraga; Kentish Plumber, Flickr