Wilde kardinaalsmuts

Alles is bijzonder aan Wilde kardinaalsmuts

FLORON
19-SEP-2023 - Met de felgekleurde vruchten is de Wilde kardinaalsmuts een ware snackbar voor vogels en insecten. Het is een bijzondere en veelzijdige struik. Ondanks zijn opvallende kleuren in het najaar wordt hij de rest van het jaar vaak over het hoofd gezien. Hoe komt dat?

Vierkanten takken en priestermutsen

Kenmerkend aan de Wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus) zijn de groene, vaak vierkante takken. Op de hoeken van de takken zitten kurklijsten, 'vleugels' van dood, kurkachtig weefsel, die de takken vierkantig doen aanvoelen. De bladeren en de takken zijn tegenoverstaand.

Dankzij de kurklijsten voelen de takken van de Wilde kardinaalsmuts vierkantig aan

De struik bloeit in mei en juni en heeft bloemen met vier kroonbladen. De bloemen vallen niet op; de kleur is lichtgroen tot bijna wit. In september en oktober is Wilde kardinaalsmuts niet meer te missen met de roze-rode vruchten, die bestaan uit vierhokkige doosvruchten. Wanneer deze openbreken komt er feloranje vruchtvlees tevoorschijn, ook wel zaadrok genoemd. Binnen de zaadrok bevinden zich de witte zaden.

De vruchten hebben een sterke gelijkenis met de hoeden die priesters dragen; vandaar de naam Wilde kardinaalsmuts.

Wilde kardinaalsmuts is een algemeen voorkomende struik in onze Nederlandse flora, maar komt vooral voor in kalkrijke duinen, Zuid-Limburg en in het rivierengebied. Hij groeit voornamelijk in loofbossen, bosranden, duinstruwelen en heggen, maar wordt tegenwoordig ook veel aangeplant in tuinen en beplantingen. De struik verspreidt zich de laatste decennia buiten het vanouds bekende verspreidingsgebied.

Verrassend veelzijdig

Wilde kardinaalsmuts is giftig voor menselijke consumptie, maar staat wel op het menu van verschillende vogels, zoals lijsters, mezen en roodborsten. De zaadrok wordt opgegeten en de zaden worden elders uitgespuwd of uitgepoept. De vogels dragen zo bij aan de verspreiding van Wilde kardinaalsmuts. De bloemen zijn voor de insecten een feestmaal. Bij het bezoeken van de bloemen verzamelen zij de nectar uit de bloem en verspreiden stuifmeel. Insecten zijn onmisbaar bij de bevruchting van Wilde kardinaalsmuts. De bast van de takken was vroeger in de duinen een belangrijk bestanddeel van het wintermenu van konijnen.

In vergelijking met de kleurrijke vruchten vallen de bloemen van Wilde kardinaalsmuts niet op

In het voorjaar wordt Wilde kardinaalsmuts soms bedekt met een laag spinsel. Deze wittige laag is afkomstig van de rupsen van de Kardinaalsmutsstippelmot. De rupsen vreten de bladeren van de struik op en laten een behoorlijk gehavende struik achter als zij in juli – ontpopt tot mot – vertrokken zijn. Maar geen paniek; dankzij de groene takken van de struik kan de fotosynthese gewoon doorgaan. Ondanks de gehavende verschijning lijkt Wilde kardinaalsmuts geen langdurige of onherstelbare schade te ondervinden van de Kardinaalsmutsstippelmot.

De Engelse benaming voor de struik is 'spindle'. Direct vertaald betekent dit 'spoel'. Het hout splintert namelijk niet en daarom is het perfect om er een spoel van te maken. Hiermee spon men wol en maakte er draad van. Het hout werd ook gebruikt om pinnen, spiesjes en naalden van te maken. De vruchten werden fijn gemalen tot poeder en gebruikt om hoofdluis te bestrijden. Tegenwoordig wordt de plant alleen nog gebruikt om kunstenaarshoutskool van te maken.

Al met al is Wilde kardinaalsmuts een veelzijdige struik die de vroege herfst een mooie twist geeft.

Tekst: Max Schutte, FLORON
Foto's: Adrie van Heerden; Rutger Barendse, Saxifraga; Jan van der Straaten, Saxifraga