Ei-uitkomst eikenprocessierups op zomereik (Quercus robur) op 31 maart 2024

Eerste eikenprocessierupsen uit het ei

Kenniscentrum Eikenprocessierups
2-APR-2024 - Op zondag 31 maart zijn de eerste eikenprocessierupsen uit het ei gekropen. Zoals verwacht een zeer vroege ei-uitkomst. Ook de eerste eiken ontplooien momenteel hun bladeren. Met de verwachte hoge temperaturen later deze week krijgt zowel de ei-uitkomst als de bladontplooiing mogelijk een extra impuls. De eerste nestvorming en ook de eerste brandharen verwachten we rond 12 mei.

In het eikenprocessierupsproefstation in Mill, Noord-Brabant, kropen op zondag 31 maart de eerste eikenprocessierupsen uit het ei. Inmiddels zijn in dit proefstation uit meerdere eipakketjes, op verschillende eikensoorten, de rupsjes gekropen. Het is altijd opvallend om te zien dat alle eitjes in hetzelfde eipakket vrijwel tegelijk uitkomen en dat de kleine rupsjes direct in processie lopen. Inmiddels zijn ook de eerste eikenprocessierupsen gezien in Sittard-Geleen en in Hengelo. In het proefstation in Dieverbrug, Drenthe, zitten de eikenprocessierupsen nog in het ei. We verwachten dat ook daar de eikenprocessierupsen de komende dagen uit het ei zullen kruipen.

Ei-uitkomst eikenprocessierups op de Hongaarse eik (Quercus frainetto) op 31 maart 2024Met de eerste ei-uitkomst in maart in plaats van april is 2024 weer een zeer vroeg jaar. In 2022 waren ze nog een dag vroeger, ondanks dat maart toen bijna twee graden kouder was dan de recordwarme maart dit jaar. Maart 2022 was echter de zonnigste maart ooit met 259 zonuren. Door de zonnestraling warmen takken met de eipakketjes extra sterk op wat de uitkomstdatum vervroegd kan hebben. Dit jaar was maart somber en bleef het aantal uur zon gemiddeld over Nederland steken op maar 126 uur.

Timing ei-uitkomst mooi afgestemd met bladontplooiing

De timing van de ei-uitkomst valt weer mooi samen met de bladontplooiing van de eiken. De eerste eiken ontplooien inmiddels hun bladeren, wat ook weer zeer vroeg is door de hoge temperaturen. We verwachten dat in de loop van volgende week in de helft van Nederland de eerste zomereiken hun bladeren ontplooien. De kleine rupsjes eten het liefst het net ontplooide, jonge, malse blad. Als de eitjes door de vlinders zijn afgezet op bomen die laat hun bladeren ontplooien, zullen ze na uitkomst uit het ei langer moeten wachten op het blad. Op zich kunnen ze prima geruime tijd zonder voedsel. Ze zijn echter na uitkomst uit het ei wel kwetsbaarder voor natuurlijke vijanden zoals koolmezen, pimpelmezen en allerlei andere vogelsoorten of insecten zoals mieren, wantsen, roofkevers en parasitaire wespen.

Ei-uitkomst van eikenprocessierups op de moseik (Quercus cerris) op 1 april 2024

Eerste brandharen rond 12 mei

Op basis van de ei-uitkomst en de langetermijnweersverwachting verwachten we dat de eerste eikenprocessierupsen rond 12 mei het vierde larvestadium gaan bereiken. Dat is het moment waarop ze hun brandharen krijgen en waarop ze ook de karakteristieke nesten gaan maken. De snelheid van de ontwikkeling van de rupsen is mede afhankelijk van de weersomstandigheden en voedselbeschikbaarheid in de komende weken. Indien het kouder wordt dan verwacht, zal het vierde larvestadium later bereikt worden.

Nieuwsbrief Kennisplatform en Leidraad beheersing eikenprocessierups

Mensen die op de hoogte willen blijven van de ontwikkelingen rondom de eikenprocessierups kunnen zich gratis aanmelden voor de speciale e-mailnieuwsbrief. Voor meer informatie over de eikenprocessierups, de mogelijke plaagdruk en hoe je hier verstandig mee om kan gaan, verwijzen we graag naar de Leidraad beheersing eikenprocessierups en naar de inmiddels 22 informatiebladen met gedetailleerde informatie over de mogelijkheden om overlast van de eikenprocessierups te beperken.

Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups: Arnold van Vliet, Wageningen University; Silvia Hellingman en Guus Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies; Henry Kuppen en Wendy Batenburg, Terra Nostra; Henk Jans, Jans Consultancy Gezondheid en Milieu; Hidde Hofhuis, Programmabureau Deltaplan Biodiversiteitshberstel; Joop Spijker, Wageningen Environmental Research
Foto’s: Henry Kuppen