Over De Natuurkalender

Dagpauwogen op vlinderstruik Dagpauwogen op vlinderstruik (foto: Arnold van Vliet)

De Natuurkalender is een nationaal educatief/wetenschappelijk fenologisch waarnemingsprogramma dat zich richt op het in kaart brengen van de effecten van veranderingen in weer en klimaat op de timing van jaarlijks terugkerende verschijnselen in de natuur, de fenofasen. Voorbeelden van die jaarlijks terugkerende verschijnselen zijn het moment van bloei, bladontplooiing en bladval bij planten, maar ook de start van vogeltrek en het verschijnen van vlinders en andere insecten. Dit zijn gebeurtenissen die sterk van het weer afhankelijk zijn en die door iedereen elke dag 'in de achtertuin' waargenomen kunnen worden. De tak van wetenschap die de verschijnselen in de natuur bestudeert is de fenologie.

De doelstellingen van De Natuurkalender zijn:

  1. Monitoren en analyseren van de gevolgen van verandering in weer en klimaat voor de natuur;
  2. Analyseren wat de gevolgen van de veranderingen in de natuur voor een gevolgen hebben voor de samenleving;
  3. Ontwikkelen en implementeren van methoden en technieken waarmee de samenleving zich kan aanpassen aan de veranderingen;
  4. Vergroten van de kennis en bewustwording bij het publiek over de veranderingen die plaats vinden.

Timing varieert van jaar tot jaar

Fenologische gebeurtenissen zoals bloei en start van vogeltrek vinden elk jaar in een vaststaande periode plaats. Het bosanemoontje komt bijvoorbeeld tussen eind februari en april voor het eerst in bloei en de gierzwaluw komt rond koningsdag in Nederland aan na overwintering in Afrika. Ondanks dat de gebeurtenissen in een vaste periode van het jaar plaats vinden varieert het precieze moment van jaar tot jaar en binnen het jaar van plaats tot plaats. Die variatie wordt veroorzaakt door verschillen in temperatuur, neerslag, hoeveelheid zon maar ook door genetische variatie. Planten zullen bij een warm voorjaar vroeger bloeien en eerder in blad komen dan in een koud jaar. Onderstaande figuur laat zien dat een hogere gemiddelde temperatuur in de maanden februari, maart en april resulteert in een eerder in bloei komen van de witte paardenkastanje.

 

Start bloei witte paardekastanje in Nederland in relatie met de temperatuur in de maanden maart, april en mei.
Bloei witte paardenkastanje Start bloei witte paardenkastanje (foto: Arnold van Vliet)

Effect van klimaatverandering op de fenologie

Omdat het weer een belangrijke invloed heeft op wanneer planten en dieren (in)actief worden is het te verwachten dat er bij klimaatverandering veranderingen optreden in het moment waarop fenologische gebeurtenissen plaats vinden. In Nederland is de temperatuur sinds eind jaren 80 van de vorige eeuw sterk gestegen. Met de fenologische waarnemingen die vrijwilligers en scholieren doorgeven aan De Natuurkalender maken we de effecten van veranderingen in weer en klimaat op de fenologie zichtbaar.

In de onderstaande figuur staat de gemiddelde bloeiwaarneming van de witte paardenkastanje in Nederland weergegeven voor de periode 1901 tot en met 1959 (rode lijn). De gemiddelde bloeidatum in deze periode was 7 mei. De blauwe lijn geeft de berekende bloeidatum op basis van de gevonden relatie tussen de bloei en de gemiddelde temperatuur in de maanden maart, april en mei. De groene lijn geeft de waarnemingen van De Natuurkalender weer in de jaren 2001 tot en met 2015. De gemiddelde eerste bloeiwaarneming werd in deze periode gemiddeld op 26 april gedaan, 11 dagen eerder dan de vroegere periode. Een van de vragen die we met De Natuurkalender willen beantwoorden is: hoe gaat de timing van jaarlijks terugekerende verschijnselen veranderen als het klimaat verder verandert?

Waargenomen en berekende bloei van de witte paardenkastanje Waargenomen en berekende gemiddelde bloei van de witte paardenkastanje in Nederland in de periode 1901 tot en met 2015