Stuifzand Drents-Friese woud,  Wieger Wamelink, Alterra, Wageningen UR

Droogte Noord-Nederland beïnvloedt plantensoorten

Wageningen University
3-JUL-2008 - Ook planten hebben zo hun voorkeuren. Sommigen soorten hebben het graag nat, andere liever droog. Langdurige droogteperiodes, zoals nu in het noorden van Nederland, zullen daarom invloed hebben op het voorkomen van plantensoorten. De voorkeuren van veel soorten zijn nu voor het eerst uitgebreid onderzocht, voor uiteenlopende bodemomstandigheden.

Natuurbericht uitgegeven door Alterra, Wageningen UR op donderdag 3 juli 2008

Ook planten hebben zo hun voorkeuren. Sommigen soorten hebben het graag nat, andere liever droog. Langdurige droogteperiodes, zoals nu in het noorden van Nederland, zullen daarom invloed hebben op het voorkomen van plantensoorten. De voorkeuren van veel soorten zijn nu voor het eerst uitgebreid onderzocht, voor uiteenlopende bodemomstandigheden.

Planten groeien niet zomaar overal. Elke soort stelt zijn specifieke eisen aan de omgeving. Zo groeit de één beter bij een hoge zuurgraad van de bodem, de andere juist beter bij een lage.

 
Stuifzandgebied in het Drents-Friese woud  
Als de omstandigheden gunstig zijn, dan kan de soort daar kiemen en groeien. Veranderen de omstandigheden drastisch, zoals door een lange droogteperiode, dan kan de soort verdwijnen. Als de omstandigheden weer beter worden, minder droog, dan kan hij ook weer verschijnen. Blijft het echter zomer na zomer steeds te droog dan zal de soort permanent verdwijnen en dus lokaal uitsterven.

Alterra heeft de laatste decennia de bodemeigenschappen van groeiplaatsen van veel plantensoorten geïnventariseerd. Op basis daarvan is berekend onder welke omstandigheden plantensoorten wel en onder welke omstandigheden ze niet voor kunnen komen. Al deze gegevens zijn opgeslagen in een database en zijn nu bruikbaar voor doeleinden als natuurontwikkeling, beheer en inrichting van natuurgebieden en het bepalen van de bodemkwaliteit.

 
Natte vegetatie in het Korenburgerveen
bij Winterswijk
 

Alle gegevens per plantensoort zijn beschikbaar gemaakt via de website www.abiotic.wur.nl. Beheerders kunnen met deze gegevens onderzoeken of zeldzame plantensoorten in hun gebied voor kunnen komen of dat er eerst nog maatregelen nodig zijn, zoals het verhogen van de grondwaterstand of het afvoeren van voedingstoffen door middel van plaggen.

 

Ook kunnen de gevolgen van stikstofdepositie op de bodemvoorraad aan stikstof beter in beeld worden gebracht. Omdat nu bekend is bij welke hoeveelheid nutriënten plantensoorten voorkomen, kan op basis van de aanwezige plantensoorten in een gebied worden geschat hoeveel nutriënten zich in de bodem bevinden. Is dat te veel, dan kan de beheerder vervolgens maatregelen nemen, zoals plaggen.

Een voorbeeld van de relatie tussen het voorkomen van de pinksterbloem en de zuurgraad van de bodem is te zien in bijgevoegde illustratie.

 

 

Kans op voorkomen van de pinksterbloem
voor de zuurgraad (pH) van de bodem.
Het bereik ligt tussen 4,8 en 7,1 met het
optimum bij 5,8.

Meer informatie over dit project is te vinden op www.kennisonline.wur.nl.

 

 

Tekst: Wieger Wamelink, Alterra, Wageningen UR 
Foto’s: Wieger Wamelink, Alterra, Wageningen UR