Mannetje van het zandbijwaaiertje (Stylops melittae), de waaiervormige vleugels zijn duidelijk zichtbaar.

Geparasiteerde zombiebijen

EIS Kenniscentrum Insecten
6-MRT-2012 - Voor veel insectenliefhebbers is dit een tijd van ongeduldig wachten tot het voorjaar losbarst en we ons hart weer kunnen ophalen aan al het natuurschoon dat rondfladdert en zoemt. Toch kan het lonen om al heel vroeg in het jaar het veld in te gaan op zoek naar de eerste tekenen van een ontluikende insectenwereld. Wie weet ben je bij een bijenkolonie getuige van een van de meest bijzondere verschijningen ooit: waaiervleugeligen.

Bericht uitgegeven door EIS-Nederland [land] op [publicatiedatum]

Voor veel insectenliefhebbers is dit een tijd van ongeduldig wachten tot het voorjaar losbarst en we ons hart weer kunnen ophalen aan al het natuurschoon dat rondfladdert en zoemt. Toch kan het lonen om al heel vroeg in het jaar het veld in te gaan op zoek naar de eerste tekenen van een ontluikende insectenwereld. Wie weet ben je bij een bijenkolonie getuige van een van de meest bijzondere verschijningen ooit: waaiervleugeligen.

Grijze zandbij (Andrena vaga) met een mannetje van het zandbijwaaiertje op het achterlijf, parend met een vrouwtje in het achterlijf (foto: John T. Smit)Waaiervleugeligen, of zoals de wetenschappelijke naam luidt Strepsiptera, zijn in alle opzichten mysterieuze dieren en behoren om meerdere redenen tot de meest bizarre insecten die er zijn. Alle soorten leven als parasieten ín andere insecten, zoals bijen, wespen en cicaden. Alleen het eerste larvestadium en de mannetjes kun je vrijlevend aantreffen. De vrouwtjes verlaten nooit het lichaam van de gastheer en behouden altijd het uiterlijk van een larve. Na verpopping is het slechts het kopborststuk dat verhardt en dat tussen twee achterlijfssegmenten van de gastheer naar buiten gestoken wordt. Mannetjes zien er wel uit als een volwassen insect en hebben waaiervormige vleugels, waar de groep zijn naam aan dankt. Ze hebben slechts één paar ontwikkelde vleugels, net als vliegen. Het verschil is dat bij vliegen de achtervleugels gereduceerd zijn tot een soort halters, terwijl bij waaiervleugeligen de voorvleugels zijn verkort. De mannetjes hebben tevens vertakte antennen waarop zich chemoreceptoren bevinden waarmee ze ruiken. Op die manier kunnen ze makkelijk een vrouwtje lokaliseren, zelfs al zit ze in een gastheer. Dit moeten ze zo snel mogelijk doen want ze leven slechts enkele uren. De enige taak die een mannetje heeft zodra hij uit de pop komt is het vinden van een vrouwtje en haar bevruchten.

Mannetje van het zandbijwaaiertje (Stylops melittae), de waaiervormige vleugels zijn duidelijk zichtbaar (foto: John T. Smit)

Bijen die door waaiervleugeligen zijn geïnfecteerd komen zeer vroeg in het voorjaar uit de grond, zelfs al in februari zijn ze te zien. Niet-geïnfecteerde bijen komen pas als het echt een beetje warm begint te worden in april. Zo vroeg in het voorjaar is het nog koud, en de bijen krijgen amper gelegenheid om te vliegen. Hierdoor kan het mannetje rustig op zoek naar de vrouwtjes. De mannetjes zijn erg fragiel, dus hoe rustiger de bij is des te meer kans heeft hij om te kunnen paren met een vrouwtje dat zich in het achterlijf bevindt. Het vrouwtje heeft daarnaast nog een extra truc gevonden. Zij scheidt een stofje uit dat ingrijpt op het zenuwstelsel van de bij waardoor deze helemaal niet goed meer kan bewegen.Ze legt letterlijk de bij tijdelijk lam. Zie je heel vroeg in het voorjaar zulke ‘zombiebijen’, dan kun je er vrijwel zeker van zijn dat ze geparasiteerd zijn. Neem de tijd en kijk eens goed: misschien zie je zelfs een mannetje van het zandbijwaaiertje dat op het vrouwtje in de zombiebij afkomt.

Tekst en foto's: John T. Smit, EIS-Nederland