rivierprik

Prikken paaien met dodelijke afloop

Stichting RAVON
20-APR-2008 - Op enkele plekken in Nederland leggen rivierprikken deze week het loodje. Maar niet voordat ze eerst voor nageslacht gezorgd hebben. In de lente komen rivierprikken samen op de bodem van rivieren en beekjes om er hun eieren af te zetten. Daarna sterven ze. Na een moeilijke periode in de vorige eeuw lijkt de rivierprik op weg terug naar herstel.

Bericht uitgegeven op zondag 20 april 2008 door Stichting RAVON

Op enkele plekken in Nederland leggen rivierprikken deze week het loodje. Maar niet voordat ze eerst voor nageslacht gezorgd hebben. In de lente komen rivierprikken samen op de bodem van rivieren en beekjes om er hun eieren af te zetten. Daarna sterven ze. Na een moeilijke periode in de vorige eeuw lijkt de rivierprik op weg terug naar herstel.

Hoewel er genoeg overeenkomsten met ‘normale vissen’ zijn (ze hebben kieuwen en leven in het water), zijn rivierprikken toch opvallend anders. Zo hebben ze geen kaken, maar een ronde mondschijf. Hiermee zuigen ze zich vast op andere vissen om vervolgens met de tong huid en spieren van hun slachtoffers te raspen. Rivierprikken zijn parasieten met een opmerkelijk levensverhaal:

Rivierprikken paaien gedurende korte tijd in het begin van de lente. In snelstromende rivieren en beken zoeken zij geschikte paaiplaatsen uit. Eerst prepareren ze de plek. Hiervoor pakken zij met hun zuigmond stenen vast en verslepen deze een eindje. Na een tijdje ontstaat er een kuiltje in de bodem waarin ze hun eieren afzetten. De uitgeputte prikken sterven kort daarna, net zoals dat bij de paling en zalm gebeurt. Voor de larven die uit de eitjes komen is dit het begin van de langste fase in hun leven. Jarenlang zitten ze ingegraven in de modder en filteren kleine deeltjes uit het water. In deze fase zijn ze extra gevoelig voor verstoring door bijvoorbeeld het schonen van beken. Aan dit rustige leventje komt na vijf jaar een einde wanneer de metamorfose zich voltrekt. Bij deze gedaanteverwisseling krijgen de rivierprikken een mondschijf met scherpe tandjes. De rivierprik laat zich met de stroom afzakken en bereikt de zee. Deze lange tocht naar zee wordt gemaakt omdat daar makkelijker eten te vinden is. Eenmaal volgroeid zal de rivierprik weer terug de rivier op zwemmen. Door stuwen, dammen en sluizen wordt deze route bemoeilijkt. Lukt het hem om zijn geboorteplaats weer te bereiken, dan zal hij in de lente paaien en sterven.

Een tijd lang werd gedacht dat de rivierprik zich in Nederland niet meer zou voortplanten. Om deze reden is de rivierprik in 2004 geschrapt van de Rode Lijst. Dit blijkt nu onterecht te zijn. In de afgelopen jaren zijn er op een handvol plekken in Nederland paaiende rivierprikken gezien. Het opheffen van migratiebarrières en verbetering van de waterkwaliteit heeft het begin ingeluid van het herstel van de rivierprik in Nederland.

Tekst: Frank Spikmans, Stichting RAVON
Foto: Jelger Herder, Stichting RAVON