Beukennoten

Voorlente begonnen en natuurverwachting voor 2014

De Natuurkalender
5-JAN-2014 - Met de eerste bloeiwaarnemingen van hazelaar, speenkruid, fluitenkruid en sneeuwklokje die bij De Natuurkalender binnen zijn gekomen, lijkt de voorlente van 2014 al van start gegaan te zijn. De gemiddelde temperatuur van de afgelopen weken hoort dan ook eerder bij maart dan bij december en januari. Hoe zal het de natuur in de rest van het jaar vergaan? Ik verwacht een stijgende lijn voor onze biodiversiteit met veel libellen, vlinders en langpootmuggen maar een daling van tien procent van schelpdieren in onze kustwateren. Ook zullen er vrijwel geen beukennootjes aan de bomen komen.

Bericht uitgegeven door De Natuurkalender [land] op [publicatiedatum]

Met de eerste bloeiwaarnemingen van hazelaar, speenkruid, fluitenkruid en sneeuwklokje die bij De Natuurkalender binnen zijn gekomen, lijkt de voorlente van 2014 al van start gegaan te zijn. De gemiddelde temperatuur van de afgelopen weken hoort dan ook eerder bij maart dan bij december en januari. Hoe zal het de natuur in de rest van het jaar vergaan? Ik verwacht een stijgende lijn voor onze biodiversiteit met veel libellen, vlinders en langpootmuggen maar een daling van tien procent van schelpdieren in onze kustwateren. Ook zullen er vrijwel geen beukennootjes aan de bomen komen.

Met een maximumtemperatuur van 12,2 °C in De Bilt was 3 januari 2014 de warmste 3 januari sinds 1901. De afgelopen weken ligt de gemiddelde temperatuur op een niveau dat je normaal gesproken in maart zou verwachten. Van vorst is met uitzondering van begin december nog geen sprake geweest. De hoge temperaturen hebben een duidelijk effect op de natuur. De hazelaars staan in diverse delen van het land al volop te bloeien, net als de uitheemse elzen. De hooikoortsklachtenscore op Allergieradar.nl liep daardoor al op tot 6 op een schaal van 1 (geen hooikoortsklachten) tot 10 (maximale klachten). Verder worden er al eerste bloeimeldingen gedaan van speenkruid, sneeuwklokje, fluitenkruid en witte dovenetel en staan nog veel plantensoorten in bloei die normaal gesproken tot ver in de herfst bloeien zoals duizendblad, Jakobskruiskruid, boerenwormkruid, margriet en kaasjeskruid. De komende week verwachten we zelfs eerste bloeimeldingen van gele kornoelje, forsythia en bosanemoon. Ook zijn er al actieve bruine kikkers en diverse vlindersoorten gezien waaronder dagpauwoog, kleine vos en citroenvlinder. Allemaal tekenen dat de voorlente is aangebroken.

Hazelaar vol in bloei op 3 januari 2014 in Ede (foto: Arnold van Vliet)

Nog geen winter in de verwachting
Voorlopig zit de winter nog niet in de tiendaagse weersverwachting of de experimentele maandverwachting van het KNMI. De vooruitzichten voor de komende maanden, gemaakt door het International Research Institute for Climate and Society, geven aan dat de kans groot is dat de temperatuur tot en met juni bovengemiddeld zullen zijn. Het Engelse Met Office verwacht zelfs dat de wereldgemiddelde jaartemperatuur dit jaar uit gaat komen op 14,57 °C (met een onzekerheidsinterval tussen de 14,43 en 14,71). Daarmee zou 2014 in de top tien van warmste jaren sinds 1880 komen. Het warmste jaar is tot nu toe 2010 met een jaargemiddelde van 14,56°C.

400 deeltjes per miljoen
Een verwachting van een gemiddelde wereldjaartemperatuur mag dan redelijk onzeker zijn, de verwachting voor de CO2-concentratie is dat allerminst. Dit jaar gaan we als mensheid een bijzondere mijlpaal bereiken. Voor het eerst zal de maandgemiddelde CO2-concentratie op de berg Mauna Loa in Hawaï in april boven de 400 deeltjes per miljoen deeltjes (ppm) lucht komen. Momenteel is de concentratie 397,6 ppm. Vorig jaar werd voor het eerst de 400 ppm mijlpaal voor een gemiddelde dag- en gemiddelde weekwaarde bereikt. Mogelijk dat er dit jaar in januari al een dag is waarop de gemiddelde CO2-concentratie boven de 400 komt. In de afgelopen 800 duizend jaar lag de concentratie nooit hoger dan rond de 300 ppm.

Ontwikkelingen in de natuur in 2014
Net als voor het weer zijn er ook voor de natuur verwachtingen voor het komende jaar te maken op basis van de weersvooruitzichten, expert judgement, en ook door naar de trends van de afgelopen jaren te kijken. Voor de natuurverwachtingen hieronder heb ik onder andere gebruik gemaakt van diverse waarnemingsreeksen die gepubliceerd zijn op het Compendium voor de Leefomgeving.

Libellen goed jaar
Met de temperatuurvooruitzichten verwacht ik dat de libellenpopulatie dit jaar weer verder zal stijgen en daarmee zo’n 25 procent hoger komt te liggen dan rond de eeuwwisseling. Daarmee wordt de matige toename die in de afgelopen tien jaar gaande was verder voortgezet.

Vlinders opnieuw een goed jaar
Ik had voor 2013 een goed vlinderjaar verwacht, maar niet zo’n goed jaar als het uiteindelijk geworden is. Volgens De Vlinderstichting kwam 2013 op de vierde plaats van beste vlinderjaren van de afgelopen vierentwintig jaar. Het is een mooie uitgangspositie voor wederom een mooi jaar.

Langpootmuggen zeer goed jaar
Ook de langpootmuggen gaan een goed jaar tegemoet. In 2013 hebben ze massaal gevlogen en zijn er ontelbare eitjes afgezet. De zeer vochtige weersomstandigheden van de afgelopen paar maanden zullen gunstig uitpakken voor hun larven, de emelten die nu in de grond rondkruipen. Als vorst zonder sneeuwbedekking uitblijft dan kunnen de emelten flinke schade gaan veroorzaken aan grasvelden en gewassen.

Grote aantallen langpootmuggen in 2013 (foto: Silvia Hellingman)

Schelpdieren weer 10 procent minder
De vooruitzichten zijn minder gunstig voor de schelpdieren in onze kustwateren zoals witte dunschaal, rechtsgestreepte platschelp, tere platschelp, nonnetje en de grote strandschelp. Ik verwacht dat ze dit jaar met tien procent achteruit gaan. Ten opzichte van het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw zijn ze al ruim 60 procent achteruit gegaan. De achteruitgang komt mogelijk doordat de larven van deze weekdieren worden opgegeten door de Amerikaanse zwaarschede. Sinds de vestiging van deze soort in onze wateren eind jaren 80, begin jaren 90 is de achteruitgang van ‘onze’ soorten begonnen.

Vogels
Als je naar alle broedvogels in zijn totaliteit kijkt is de aantalsontwikkeling al ruim tien jaar stabiel met zeer weinig schommelingen. Voor de individuele soorten zijn er wel grote veranderingen gaande. Als we de aantallen in de begin jaren 90 met de aantallen van de afgelopen vijf jaar vergelijken dan zijn procentueel de grootste stijgers de middelste bonte specht, de brandgans, de kleine zilverreiger, de grote zilverreiger, de slechtvalk en de grote mantelmeeuw. De kans is groot dat deze soorten een verdere stijging in de populatieomvang zullen laten zien. De kleine zilverreigers hebben trouwens net als de ijsvogels de afgelopen jaren flinke klappen gehad door de winterse omstandigheden. Ik verwacht dat ze dit jaar weer een stijgende trend laten zien. De grootste dalers zijn de klapekster, de duinpieper en de ortolaan die uit ons land zijn verdwenen gevolgd door de kuifleeuwerik, de grauwe gors en de kemphaan met elk een achteruitgang van ruim 90 procent ten opzichte van begin jaren 90. Het is niet te verwachten dat dit jaar gunstig uit gaat pakken voor deze soorten.

Struweel- en bosvogels van moerassen zitten al jaren in de lift in ons land door verruiging en bebossing. Bij struweelsoorten gaat het om blauwborst, grasmus, nachtegaal en sprinkhaanzanger. Bosvogels zijn tuinfluiter, tjiftjaf en zwartkop. Gezien de recente stabiele stijging verwacht ik dat dit jaar de struweelvogels weer hoger uitkomen, zodat de populatie dit jaar twee keer zo groot is als het gemiddelde van begin jaren 90. De populatie van de bosvogels zal bijna 80 procent groter zijn.

Beukennootjes vrijwel afwezig
Na een productie van naar schatting een miljoen kilo beukennootjes op de Veluwe in 2013 zullen er dit jaar waarschijnlijk weinig tot zeer weinig beukennootjes geproduceerd worden.

Beukennootjes (foto: Thomas Reed)

Hooikoorts
Dit bericht begon al met de melding dat hazelaars en elzen in bloei staan. Als de temperaturen inderdaad hoger dan gemiddeld blijven dan komen ook de witte en zwarte elzen al vanaf eind januari in bloei, ruim een maand eerder dan normaal. Afgelopen jaar waren er relatief veel berkenpollen waardoor de kans op grote aantallen berkenpollen dit jaar relatief klein is. Dat is dan goed nieuws voor hooikoortspatiënten die last hebben van het berkenpollen. Bij aanhoudende warmte zullen ook berken vroeg in bloei komen dus hou de Pollenplanner op Allergieradar.nl in de gaten. Mensen die van het pollen van zowel hazelaar, els en berk last hebben zullen een lang hooikoortsvoorjaar beleven omdat het seizoen nu al begonnen is.

Ziekte van Lyme
Met de zeer hoge temperaturen zijn ook teken nog actief. De afgelopen weken zijn nog diverse tekenbeten gemeld op Tekenradar.nl. Het activiteitsniveau is nog laag maar er is dus nog kans op tekenbeten. Het is daarom van belang om na een bezoek aan het groen een tekencheck te doen. Een vrij veilige verwachting is dat dit jaar minimaal 27.000 mensen de ziekte van Lyme zullen oplopen. Voorlopig zijn er nog geen tekenen dat de continue stijging van het jaarlijks aantal Lyme gevallen in de afgelopen twintig jaar afvlakt. Het is namelijk niet te verwachten dat het Nederlandse publiek zich opeens veelvuldig gaat controleren op tekenbeten na een bezoek aan het groen.

Biodiversiteit neemt toe
Economisch ziet het er voor ons land optimistisch uit. Dat moet toch ook betekenen dat er meer geld en aandacht komt voor natuurherstel. Ik verwacht dan ook dat de biodiversiteit zoals berekend in de Mean Species Index van het Planbureau voor de Leefomgeving dit jaar 15 procent hoger komt te liggen dan in 2010. Dat klinkt mooi maar het betekent dat de populaties van planten- en diersoorten nog steeds maar op een niveau van 16 procent van de natuurlijke situatie zitten. Daarmee blijven we een van de slechtst presterende landen in Europa als het gaat om biodiversiteit. Desondanks zullen er ongetwijfeld dit jaar, net als in voorgaande jaren, ook in ons land weer diverse nieuwe soorten ontdekt gaan worden.

Het belooft in alle opzichten weer een boeiend en interessant natuurjaar te worden. Geniet er van!

Tekst: Arnold van Vliet, De Natuurkalender, Wageningen University
Foto's: Arnold van Vliet, Silvia Hellingman en Thomas Reed