Gaudinia fragilis, detail van aar

Nieuwe grassoort ontdekt in Sliedrechtse Biesbosch

FLORON
19-NOV-2012 - In de Kop van de Oude Wiel in de Sliedrechtse Biesbosch is een voor Nederland nieuwe grassoort ontdekt. Het gaat om Gaudinia fragilis, een uit Zuid-Europa afkomstige soort die nog geen Nederlandse naam heeft. Voor 1960 zijn enkele losse waarnemingen gedaan, maar de soort had zich toen duidelijk nog niet gevestigd. De omvang van de nu ontdekte groeiplaats wijst erop dat de grassoort zich nu wel gevestigd heeft.

Bericht uitgegeven door FLORON [land] op [publicatiedatum]

In de Kop van de Oude Wiel in de Sliedrechtse Biesbosch is een voor Nederland nieuwe grassoort ontdekt. Het gaat om Gaudinia fragilis, een uit Zuid-Europa afkomstige soort die nog geen Nederlandse naam heeft. Voor 1960 zijn enkele losse waarnemingen gedaan, maar de soort had zich toen duidelijk nog niet gevestigd. De omvang van de nu ontdekte groeiplaats wijst erop dat de grassoort zich nu wel gevestigd heeft.

Gaudinia fragilis op de Kop van de Oude Wiel (foto: Joep Spronk)

In juni werd tijdens de FLORON-week in Lage Zwaluwe onder leiding van de boswachter een excursie gemaakt naar de Kop van de Oude Wiel in de Sliedrechtse Biesbosch, een reservaat van Staatsbosbeheer. De Kop van de Oude Wiel is het meest soortenrijke stroomdalgrasland van Nederland, zorgvuldig beheerd door Staatsbosbeheer. Het is dus een dankbaar doel voor een excursie met plantenkenners. Vrijwel gelijktijdig troffen verschillende deelnemers daar onafhankelijk van elkaar een grassoort aan die niet meteen op naam kon worden gebracht. De vondst van een soort die je (nog) niet kent, maakt het extra spannend.

Determineren met de Heukels’ flora bracht geen uitkomst. Dus kwamen na de excursie diverse andere boeken tevoorschijn en de conclusie is dat het moet gaan om Gaudinia fragilis, een uit Zuid-Europa afkomstige soort. Later bevestigde het Nationaal Herbarium in Leiden dat de determinatie juist is.

Gaudinia fragilis, detail van aar (foto: Joep Spronk)

Gaudinia fragilis is een eenjarig gras van 15 tot 60 centimeter hoog dat bloeit in mei en juni. De grashalmen groeien geknikt omhoog. De bladen zijn behaard en een tongetje is bijna niet aanwezig. De bloeiwijze is een aar, wat ongebruikelijk is bij de Haverachtigen (Aveninae) waartoe Gaudinia behoort. De aartjes staan in twee rijen en tegen de aarsteel aan. De aartjes zijn tot 2,5 centimeter lang en bevatten vier tot tien bloemen, voorzien van lange kafnaalden. De totale lengte van de aar kan tot dertig centimeter centimeter zijn. Gaudinia heeft nog geen Nederlandse naam. Misschien is, in aansluiting bij onze oosterburen, Aarhaver wel een toepasselijke naam.

 Op waarneming.nl is te zien dat de soort in drie kilometerhokken is aangetroffen. Op de grootste groeiplaats groeide Gaudinia met Glanshaver en Goudhaver.

Literatuuronderzoek heeft inmiddels aangetoond dat Gaudinia fragilis al eerder ‘aangevoerd’ in Nederland was aangetroffen in Oudshoorn, Apeldoorn, Wormerveer, Rozenburg, Barchem en Deventer. De soort heeft zich daar niet definitief gevestigd. Voor zover bekend is de soort na 1960 niet meer in ons land waargenomen.

Bij de nieuwe groeiplaats kan er, gezien de omvang, van uit worden gegaan dat Gaudinia hier al jaren aanwezig moet zijn. We kunnen daarom spreken van een ingeburgerde populatie.

De dichtstbijzijnde groeiplaatsen in het buitenland liggen in het Ruhrgebied in Duitsland en Zuid-België. Grote vraag blijft hoe deze grassoort in Nederland terecht is gekomen en waarom de populatie zolang onopgemerkt is gebleven op de Kop van de Oude Wiel.

In het zojuist verschenen nummer van FLORON-nieuws (nr. 16) wordt aandacht besteed aan deze nieuwe plantensoort voor Nederland.

Tekst: Petra van der Wiel en Egbert de Boer, FLORON
Foto’s: Joep Spronk