Gamma-uil

Nachtvlinder wint vlindertelling

6-AUG-2013 - Het mooie weer maakte van het zevende vlindertelweekend van Natuurpunt een succes. Vier keer zoveel deelnemers als vorig jaar telden vlinders in hun tuin en ook de vlinders zelf waren talrijk aanwezig. Gemiddeld werden 26 exemplaren per tuin geteld, vorig jaar waren dat er 15. De gegevens stromen nog binnen, maar uit de eerste cijfers blijkt de meest getelde vlinder de gamma-uil te zijn, een nachtvlinder.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

Het mooie weer maakte van het zevende vlindertelweekend van Natuurpunt een succes. Vier keer zoveel deelnemers als vorig jaar telden vlinders in hun tuin en ook de vlinders zelf waren talrijk aanwezig. Gemiddeld werden 26 exemplaren per tuin geteld, vorig jaar waren dat er 15. De gegevens stromen nog binnen, maar uit de eerste cijfers blijkt de meest getelde vlinder de gamma-uil te zijn, een nachtvlinder.

De kleine gamma-uil (Autographa gamma) mag dan wel een nachtvlinder zijn, ook overdag is hij erg actief. Je herkent de onopvallende grijsbruine vlinder doordat hij met zijn vleugels vibreert en hevig rondvliegt. Als hij stilzit, kan je een zilveren ‘Y’ (gamma) op de achtervleugels waarnemen. Voor het eerst wint een nachtvlinder de Tuinvlindertelling van Natuurpunt, de Gamma-uil (foto: Leo Janssen)

Gamma-uilen zijn trekvlinders die in het Middelandse Zeegebied overwinteren en gespreid over verschillende generaties een lange trektocht naar het noorden ondernemen. Ze zijn elk jaar wel te zien bij ons, maar enkel bij aanhoudend warm weer bereiken ze ons in zulke hoge aantallen als dit jaar.

Ook de Oranje luzernevlinder, hier de lichte kleurvorm, was een opvallende verschijning. (foto: Hoffmann)Ook andere trekvlinders werden vaak opgemerkt. De meest opvallende was de Oranje luzernevlinder, die uit het hele land gemeld werd. Het is duidelijk een echt invasiejaar voor deze soort. De lichte vorm 'forma helice' deed sommige waarnemers denken dat het om Gele luzernevlinders ging, maar de hele brede zwarte band in de voorvleugel geeft uitsluitsel. Distelvlinders waren in 34% van de tuinen aanwezig, maar haalden niet de piekdichtheden van 2009. Atalanta's waren er dit jaar wat minder.

Naast de enorme aantallen Gamma-uilen waren er bij de nachtvlinders nog meer opvallende patronen. Kolibrievlinders waren er in tegenstelling tot de verwachtingen niet zo veel. Heel talrijk dit jaar bleek het Muntvlindertje, dat te vinden is op tuinkruiden als Munt of Oregano. Ook maakten veel mensen voor het eerst kennis met de Glasvleugelpijlstaart.

Ook het dag-actieve Muntvlindertje werd veel gemeld (foto: Leo Janssen)Uit de streek rond Leuven en Mechelen kwamen bijzonder veel meldingen van de Spaanse vlag. In die regio is dit nu een gewone verschijning geworden. Ook uit Olen en Herentals kwamen meldingen. Deze soort zet zijn opmars duidelijk nog verder. Het Kaasjeskruiddikkopje werd minder dan verwacht gezien. Wel leverde een vlinderhappening in Pepingen een nieuwe vindplaats op.

Er waren ook verschillende meldingen van Keizersmantel, die van het warme weer lijkt te profiteren om zijn klassieke voortplantingsgebieden te verlaten. Hij werd verspreid over heel Vlaanderen gezien.

Heel wat boeiende evoluties dus op vlindervlak. De warme zomer lijkt veel goed te maken voor de vlinders na het slechte, want koude en natte voorjaar. Vorig jaar werden er gemiddeld 15 vlinders per tuin geteld, dit jaar waren dat er 26.

Dit alles zijn voorlopige cijfers. Tellingen kunnen nog ingevoerd worden tot 11 augustus via www.vlindermee.be. De volledige resultaten worden na het afsluiten van de tellingen samengevat in een rapport.

Tekst: Wouter Vanreusel, Natuurpunt Studie
Foto's: Leo Janssen & Hoffman