Gespikkelde champignonparasol in Robbenoordbos

Zeer zeldzame champignonparasol in Noord-Hollands Robbenoordbos

Nederlandse Mycologische Vereniging
15-OKT-2014 - Tijdens een excursie van Paddenstoelenwerkgroep “De Noordkop” naar het Robbenoordbos in de kop van Noord-Holland werd de uiterst zeldzame Gespikkelde champignonparasol gevonden. De Gespikkelde champignonparasol is op wereldschaal alleen bekend van enkele Europese landen waaronder Nederland en is daar overal zeldzaam. In Nederland is hij slechts drie keer eerder gevonden.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging [land] op [publicatiedatum]

Tijdens een excursie van Paddenstoelenwerkgroep “De Noordkop” naar het Robbenoordbos in de kop van Noord-Holland werd de uiterst zeldzame Gespikkelde champignonparasol gevonden. De Gespikkelde champignonparasol is op wereldschaal alleen bekend van enkele Europese landen waaronder Nederland en is daar overal zeldzaam. In Nederland is hij slechts drie keer eerder gevonden.

De eerste vondst van de Gespikkelde champignonparasol (Leucoagaricus marriagei) dateert uit 1994 van het Zuid-Limburgse Bunderbos. Nadien werden er nog exemplaren gevonden in het Limburgse Stokhem onder een Spar overgroeid met een Bosrank. Op 4 oktober 2007 werd hij voor het eerst aangetroffen in Noord-Holland en wel in een sparrenbosje in de duinen bij Castricum. Wereldwijd is de Gespikkelde champignonparasol slechts van enkele landen in Europa bekend waaronder Nederland. Vanwege de (internationale) zeldzaamheid is de Gespikkelde champignonparasol als kwetsbaar op de Rode Lijst gezet.

Gespikkelde champignonparasol in Robbenoordbos (foto: Piet Brouwer)

Het Robbenoordbos is een laaggelegen vochtig bos in het noorden van de Wieringermeer. Het bestaat uit percelen loofbos, naaldbos en gemengd bos (loof- en naaldbomen). De Gespikkelde champignonparasol werd in een gemengd bos aangetroffen onder Den en Esdoorn. Wat tijdens de vondst direct opviel was de opvallend zachte, vochtige en humusrijke ondergrond van de vindplaats. Een dunne, half verteerde losse strooisellaag van dennennaalden en esdoornbladeren bedekte deze. Volgens de literatuur worden vrijwel alle kleine champignonparasols op losse, zeer humeuze, kalk- en voedselrijke bodems gevonden.

Gespikkelde champignonparasol in Robbenoordbos (foto: Piet Brouwer)

Herkenning
Door de overwegend witte kleuren van plaatjes en steel en het naar boven gerichte ringetje werden de paddenstoeltjes direct herkend als een champignonparasol. Om de soortnaam te achterhalen van een kleine champignonparasol is microscopisch onderzoek onontbeerlijk. Na determinatie en nog wat discussie werd duidelijk dat het moest gaan om de uiterst zeldzame Gespikkelde champignonparasol.

Champignonparasols behoren tot een aparte groep van de plaatjeszwammen die zowel doen denken aan champignons als aan parasolzwammen. Het is een groep waar sinds jaar en dag bij vakmycologen nogal wat discussie over heeft bestaan.

De Gespikkelde champignonparasol is zeer fragiel en grotendeels wit met een hoed die bezet is met roze tot bruine schubjes. Hoe vergankelijk champignonparasols kunnen zijn bleek een dag na de vondst. De locatie werd toen weer bezocht om extra foto’s te maken. Aangekomen op de vindplaats leken ze wel van de aardbodem verdwenen. Na lang zoeken en waarschijnlijk met heel veel geluk werden honderd meter van de oude vindplaats nog een paar puntgave exemplaren gevonden. De nieuwe vondstlocatie was op het eerste gezicht vrijwel identiek aan de vorige waardoor ze hier ook gevonden konden worden, maar waarschijnlijk was het meer geluk dan wijsheid. Uit dit voorval blijkt dat de fragiele paddenstoeltjes slechts een kort leven zijn beschoren waardoor de kans om ze te vinden een stuk wordt verkleind.

Gespikkelde champignonparasols in duinen van Castricum (foto: Martijn Oud)

Vindplaats
Uit de Nederlandse vondsten blijkt een voorkeur voor naald- of gemengd bos, minder van puur loofbos. Ze worden hier gevonden op losse humusrijke, kalkrijke, voedselrijke grond die bedekt is met een dunne, luchtige strooisellaag.

Tekst: Martijn Oud, Nederlandse Mycologische vereniging
Foto’s: Piet Brouwer; Martijn Oud