Chrysis equestris

Prachtige goudwesp voor het eerst in Nederland gevonden

EIS Kenniscentrum Insecten
14-DEC-2015 - In de zomer van 2015 werd een bijzonder fraai gekleurde goudwesp in het Weerterbos gevonden. Het duurde even voordat het diertje een naam kreeg, maar na overleg met goudwespenkenners bleek het te gaan om Chrysis equestris. Dit is een nieuwe soort voor Nederland.

De nieuwe goudwesp, Chrysis equestrisArno van Stipdonk was op 13 juni 2015 op zoek naar bijen en wespen in het Weerterbos. Op een dode, staande boomstam van een grove den, met veel gaten, zag hij een prachtig gekleurde goudwesp. Omdat hij vermoedde dat het iets bijzonders kon zijn, nam hij het wespje mee naar huis. Goudwespenspecialist Villu Soon uit Estland kon helpen met de determinatie. Het bleek te gaan om de goudwesp Chrysis equestris. Deze soort was nog niet eerder in ons land aangetroffen. De nieuwe goudwesp wordt beschreven in de Nederlandse Faunistische Mededelingen nummer 45.

Goudwespen zijn bijzondere dieren. Ze zijn vaak prachtig metallic gekleurd, groen, rood en blauw. Ze behoren tot de zogenaamde koekoekswespen, omdat ze parasiteren bij bijen en wespen. Ze worden daarom ook vaak bij bijenhotels waargenomen. Het vrouwtje legt de eieren in het nest van de gastheer en de larve van de goudwesp eet de larve van de gastheer en vaak ook de voedselvoorraad op. De gastheer van Chrysis equestris is de plooivleugelwesp Discoelius zonalis. In totaal zijn nu 57 soorten goudwespen uit ons land bekend.

De plooivleugelwesp Discoelius zonalis, de gastheer van de goudwesp Chrysis equestris

Deze vondst benadrukt de waarde van dood hout in de Nederlandse natuur. Voor bijen en wespen is vooral staand dood hout van belang. Hierin ontstaan natuurlijke gangen door bijvoorbeeld keverlarven, waar vervolgens bijen en wespen kunnen nestelen. Omdat daar weer allerlei parasieten op afkomen, ontstaat er een heel ecosysteem.

Weerterbos, vindplaats van de goudwesp Chrysis equestris

Tekst: Roy Kleukers, EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden
Foto's: Maarten Jacobs; Dick Belgers; Arno van Stipdonk