Kraanvogels in het veld

Kraanvogels worstelen met droog 2017

Vogelbescherming Nederland
29-AUG-2017 - Al jaren hebben de kraanvogels in Nederland een mooie stijgende lijn te pakken. Maar 2017 was een lastig jaar. Hoewel er een recordaantal van 22 paren werd geteld, vlogen er uiteindelijk slechts 9 jongen uit. In Drenthe en Friesland was het broedsucces zeer matig. Gelukkig pakte het in nieuwe gebieden in Overijssel en Gelderland iets gunstiger uit.

In Nederland broeden kraanvogels in hoogvenen, natte heidevelden en bossen met heide en vennen. Ze hebben rust, ruimte en nattigheid nodig. Maar het was droog in 2017. Broedplaatsen vielen droog, werden verlaten en nalegsels bleven nagenoeg uit. De droogte maakte zelfs in natte hoogveengebieden broedplaatsen ongeschikt. Nesten werden daardoor extra kwetsbaar en bereikbaar voor roofdieren. Dit jaar zijn er in Nederland 22 paren kraanvogels geteld (21 in 2016). Daarvan hebben er uiteindelijk 16 een nest gebouwd. Er zaten territoria in Drenthe, Friesland, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. In deze twee laatste provincies kwam het echter niet tot nestbouw.

Kraanvogeljong wacht geduldig op pa die in de bodem port op zoek naar iets eetbaars

Fochteloërveen blijft belangrijk

De meeste kraanvogels zaten in het Fochteloërveen, op de grens van Drenthe en Friesland (acht paren) en in het Dwingelderveld in Drenthe (vier paren). Uiteindelijk brachten slechts drie paren een kuiken groot, één in het Dwingelderveld en twee in het Fochteloërveen. In het Drents-Friese Wold broedden twee paren waarvan één paar uiteindelijk twee kuikens grootbracht.

WetlandWacht Herman Feenstra van Vogelbescherming houdt al jaren de vinger aan de pols van de Nederlandse kraanvogels. Hij is blij met de groei van het aantal kraanvogels, maar zag dat het dit jaar moeizaam ging. “De droogte heeft de kraanvogels echt parten gespeeld. Er werden nesten leeggeroofd door roofdieren en een aantal kraanvogels begon überhaupt al niet aan een nest, omdat het te droog was. Zo werden enkele broedplekken uit 2016 dit jaar niet bezet.”

Maar de enorme recreatiedruk in Nederland speelt ook een rol, zegt Herman. “Als de kuikens zijn geboren wordt het activiteitsgebied van de familie kraanvogel steeds groter en gaat het vaak knellen met recreatie. Bijna overal lopen paden of wegen en zijn activiteiten van recreanten, bewoners of gebruikers. Zelfs in grote natuurgebieden moeten kraanvogels geregeld vluchten met hun jongen als recreanten of mensen met loslopende honden te dicht in de buurt komen. Veel natuurgebieden zijn in gebruik als uitlaatplek voor honden. Bij regelmatige verstoring worden kraanvogels steeds schuwer. Ze hebben daardoor steeds minder tijd om voedsel te zoeken. Voor een kuiken dat in tien tot elf weken moet uitgroeien tot zo’n grote volwassen kraanvogels is dat niet ideaal. De kans bestaat dat ouders en kuiken gescheiden worden met predatie tot gevolg.”

Broedsucces in Overijssel en Gelderland

Maar kraanvogels zijn volhouders. Ze blijven in Nederland nieuwe gebieden koloniseren. Waarschijnlijk is er dit jaar ook door kraanvogels gebroed in het Haaksbergerveen en de Engbertsdijksvenen in Overijssel, al kwamen daar geen jongen groot. Broedsucces was er wel in het Wierdense Veld in Overijssel. Daar vlogen voor het tweede jaar op rij twee kuikens uit. Ook mooi nieuws: in het Korenburgerveen in Gelderland bracht een paar voor het eerst twee kuikens groot. In totaal vlogen er dus negen kuikens uit in Nederland. Een gemiddelde van 0,6 kuiken per broedpaar met nest. Vorig jaar was dat met 0,8 kuiken per broedpaar iets beter.

Plaats voor meer dan honderd paren kraanvogels in Nederland

Kraanvogels zijn schuw. Als er jongen zijn, houdt er vrijwel altijd een ouder de wachtOndanks het moeizame kraanvogeljaar is Herman Feenstra optimistisch over de toekomst. “Kraanvogels zullen nieuwe gebieden blijven koloniseren. In het natte Nederland zijn nog genoeg geschikte gebieden voor ze te vinden.”

Belangrijk volgens Herman is dat er meer rust komt in broedgebieden en op de foerageerplaatsen. “Er is veel meer mogelijk. Ik denk dat er ruimte is voor tussen de 100 en 200 kraanvogelparen in ons land. Kraanvogels zijn weliswaar schuw, maar passen zich aan. Als wij mensen dat óók zouden doen door in natte natuurgebieden genoeg rust voor ze te creëren, dan komen ze vroeg of laat. Nu loopt er in de meeste natuurgebieden bij elk vennetje wel een paadje, of staat er een bankje.”

“Wie kraanvogels een thuis wil bieden, moet daar af en toe iets aan doen: een paadje afsluiten, een vennetje exclusief voor de kraanvogels reserveren en loslopende honden zoveel mogelijk weren. En toezicht houden, want dat gebeurt bijna niet in het buitengebied. In de praktijk zijn het vaak maar kleine aanpassingen. Soms is zelfs natuurlijke zonering al genoeg. Maar dan krijg je wel een publiekslieveling als de kraanvogel in je gebied. Ik weet uit ervaring, een kraanvogel zien is elke keer weer puur genieten.”

Kijk voor meer info op de speciale website over kraanvogels.

Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto’s: Herman Feenstra, Wetlandwacht Vogelbescherming