tweestreepvoorjaarsuil - primair

Tweestreepvoorjaarsuil nu ook in de winter

De Vlinderstichting
8-JAN-2018 - Maart en april zijn de topmaanden voor de tweestreepvoorjaarsuil. Deze forse bruine nachtvlinder wordt dan op veel plaatsen in Nederland gezien, zowel gelokt met licht als met stroop. Hoewel het een echte voorjaarsuil is, zijn er, vooral de laatste jaren, flink wat meldingen van vlinders in oktober, november en december.

TweestreepvoorjaarsuilEr zijn waarnemingen van de tweestreepvoorjaarsuil (Orthosia cerasi) uit alle maanden van het jaar, maar in onderstaande grafiek is duidelijk te zien dat de top van de vliegtijd in maart en april valt. De records uit de andere maanden vallen in de grafiek helemaal weg tegen de grote hoeveelheid in die twee topmaanden. Toch zijn er ook tientallen meldingen van oktober tot en met december, te zien in het inzetje in de grafiek. De winterwaarnemingen zijn verspreid door het hele land gedaan. Ook vroeger was er wel eens een wintermelding, maar de laatste jaren zijn het er duidelijk meer. Vooral in de warme winter van 2015 zijn er veel gezien en zijn er waarnemingen uit 13 verschillende locaties. In 2016 werd er geen enkele gezien, maar in de laatste maanden van vorig jaar werden er ook weer acht gemeld. Ook in januari (ook in 2018 al) wordt de soort regelmatig gezien en dan komen er ook meer meldingen van meer exemplaren bij elkaar. Dit kun je zien als het voorzichtige begin van de ‘echte’ vliegtijd.

Vliegtijd van tweestreepvoorjaarsuil, met inzetjes: verspreiding en waarnemingen september - december

Een tweestreepvoorjaarsuil op stroopDe tweestreepvoorjaarsuil overwintert als pop. De rups, met twee lichte strepen waar de vlinder haar naam aan te danken heeft, is te vinden van april tot in juni. De rupsen leven eerst in de zich ontwikkelende knoppen van de waardplant, daarna in samengesponnen uitlopers of bladeren; grotere rupsen verbergen zich overdag in de strooisellaag. De rupsen leven van diverse loofbomen en struiken, waaronder eik, wilg, berk, meidoorn en allerlei fruitbomen. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond. Je kunt ze in allerlei leefgebieden vinden, zoals loofbossen, struwelen, graslanden, parken en tuinen. Het lijkt aannemelijk dat de recente toename van de winterwaarnemingen te maken heeft met klimaatverandering. Juist in die warme winter van 2015 waren de meeste meldingen. Maar ook het feit dat er de laatste jaren veel intensiever onderzoek wordt gedaan naar nachtvlinders zal een rol spelen. Twee bekende methoden, met behulp van licht en met smeer of stroop, werken beide om tweestreepvoorjaarsuilen te zien te krijgen en worden door veel meer mensen toegepast dan vroeger.

Tekst: Kars Veling & Jurrien van Deijk, De Vinderstichting
Foto’s: Kars Veling