kleine parelmoervinder - primair

Veel kleine parelmoervlinders in het binnenland

De Vlinderstichting
2-SEP-2019 - De kleine parelmoervlinder staat bekend als een duinvlinder, die ook wel in het binnenland opduikt. De laatste jaren zien we steeds meer kleine parelmoervlinders in het binnenland en dit jaar waren er heel erg veel. Hoewel de soort het in de duinen niet zo goed doet, zien we daar nog wel steeds de hoogste dichtheden.

De waarnemingen van de kleine parelmoervlinder uit 2019, tot 27 augustusDe kleine parelmoervlinder is over een lange periode te zien. Van begin april tot eind oktober vliegen ze in drie of soms vier elkaar overlappende generaties. Door de verschillen in de ontwikkelingstijd van de rupsen verschijnen vlinders van dezelfde generatie verspreid over een langere periode. De vlinders voeden zich met nectar van allerlei verschillende planten, eerst vooral viooltjes en later ook koninginnenkruid, jakobskruiskruid en in de duinen ook veel op slangenkruid. De eitjes worden afgezet op viooltjes, in de duinen vooral op duinviooltje. In het binnenland vooral op akkerviooltje, maar ook op driekleurig viooltje. De soort overwintert als halfvolgroeide rups onder in de vegetatie. De dichtheid aan vlinders kan best hoog zijn, tien tot vijftig vlinders per hectare. De kleine parelmoervlinder leeft in open pioniervegetaties en schrale, droge, warme graslanden en akkers met kale grond. In de duinen is deze vlinder vooral te vinden in schrale duingraslanden met een mozaïek van open grond, lage begroeiing en ruigere vegetatie. In het binnenland leeft de soort op de zandgronden en langs de rivieren bij braakliggende akkers, extensief beheerde graanakkers en akkerranden, waar het akkerviooltje en driekleurig viooltje groeien.

 

Gemiddeld aantal kleine parelmoervlinders per telling in de duinen (links) en in het binnenland (rechts)

Kleine parelmoervlinder op jakobskruiskruidDe kleine parelmoervlinder houdt wel van warmte en kan goed tegen droogte, dus de afgelopen twee jaar voelde deze mooie parelmoervlinder zich in Nederland prima thuis. Bij het begin van het meetnet in 1992 kwam de kleine parelmoervlinder alleen voor in de duinen. Maar na de eeuwwisseling werd hij steeds vaker in het binnenland gezien, vooral in Limburg en Brabant. En inmiddels komt hij ook verder naar het noorden steeds meer voor. In de duinen lopen de aantallen langzaam achteruit met gemiddeld zo’n 5% per jaar. Dat lijkt niet zo veel, maar vergeleken met 1992 gaat het dan wel om maar liefst 75% minder vlinders. In het binnenland is de trend juist stijgend, en zijn er al gauw tien keer zoveel vlinders als in de jaren negentig. Plaatselijk werden in Brabant en Limburg dit jaar erg veel kleine parelmoervlinders gezien. Op sommige plaatsen ging dat om tientallen en zelfs meer dan honderd bij elkaar. Overigens vliegt nog steeds het grootste deel van de kleine parelmoervlinders in de duinen, simpelweg omdat de dichtheden daar in het algemeen veel hoger zijn. Op de meetnetroutes in de duinen worden gemiddeld wel één tot drie kleine parelmoervlinders geteld, terwijl dat in het binnenland op de top van de vliegtijd nog maar 0,3 is. De soort is dan wel plaatselijk veel, maar in grote delen van het land niet of nauwelijks aanwezig. 

Het Landelijk Meetprogramma Vlinders wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring.

Tekst: Kars Veling & Chris van Swaay, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling
Verspreidingskaartje: NDFF, Grafiek: Landelijk Meetprogramma Vlinders