Markerwadden

Al veel ongewervelde dieren op de Marker Wadden

EIS Kenniscentrum Insecten
9-DEC-2019 - Op 13 september 2018 organiseerde EIS Kenniscentrum Insecten een excursie naar het Hoofdeiland van de Marker Wadden. Elf specialisten bemonsterden in enkele uren de fauna en dat leverde 208 soorten op. Vooral het aantal van 112 soorten kevers en 30 soorten wantsen was verrassend hoog. Voor de kortschildkever Carpelimus fuliginosus betekende het zelfs de eerste vondst in Nederland sinds 1956.

De aanleg van de Marker Wadden is een initiatief van Natuurmonumenten. Het betreft een archipel van vijf nieuwe natuureilanden die met zand, klei en slib uit het Markermeer worden opgespoten. Het project dient een impuls te geven aan de biodiversiteit van het gebied en daarnaast mogelijkheden te bieden voor recreatie. Het eerste eiland werd in 2016 aangelegd. Op het moment van het bezoek bestond het eiland grotendeels uit een kale en goeddeels onbegroeide slibvlakte. De aanwezige vegetatie was soortenarm en bestond voornamelijk uit een beperkt aantal pioniersoorten. De resultaten zijn beschreven in nummer 53 van het tijdschrift Nederlandse Faunistische Mededelingen.

De Marker Wadden was in september 2018 een grotendeels onbegroeide slibvlakte. Op de kaart staan de vanglocaties aangegeven op het eerste eiland

Resultaten

De vondst van de kortschildkever Carpelimus fuliginosus op de Marker Wadden was de eerste Nederlandse waarneming sinds 1956

In totaal werden 208 soorten ongewervelde dieren aangetroffen: 198 soorten insecten, negen spinnen en één slak. Onder de 112 soorten kevers bevonden zich diverse bijzonderheden. In totaal 28 soorten werden niet eerder voor Flevoland gemeld. Naast de kevers waren de wantsen met 20 soorten goed vertegenwoordigd. Opmerkelijk was ook de hoge dichtheid van de rietstrekspin (Tetragnatha striata), een kenmerkende soort van mooi ontwikkelde laagveenplassen, zoals die in Noordwest-Overijssel.

Herkomst

Men kan zich afvragen hoe zo’n groot aantal soorten binnen zo’n korte tijdspanne het gebied heeft kunnen bereiken. Immers, enkele waterdieren uitgezonderd moeten de meeste soorten van brongebieden op kilometers afstand afkomstig zijn.

Goede vliegers, zoals libellen en zweefvliegen, kunnen het gebied doelgericht op eigen kracht koloniseren. De meeste soorten zullen het gebied weliswaar door de lucht bereikt hebben, maar toch min of meer bij toeval op de Marker Wadden beland zijn. Ook spinnen kunnen met behulp van een spinseldraad meeliften op de wind. Het laatste deel van de reis kan ook over het water zijn afgelegd: vliegende insecten die in het Markermeer belanden kunnen al drijvend door de wind aan land geblazen worden. Met name voor waterbestendige insecten als kevers is dit een aannemelijke route.

Tenslotte kunnen soorten natuurlijk ook meeliften met vogels, of onbedoeld door de mens geïntroduceerd worden, bijvoorbeeld met materiaal (of de bijbehorende machines) dat aangevoerd is voor de aanleg van het gebied.

De tarwenysius (Nysius huttoni) is een invasieve wants, die al veel voorkomt op de Marker Wadden

Toekomst

De resultaten van deze steekproef zijn zeker behoorlijk onvolledig. Niet alleen waren slechts specialisten van een beperkt aantal diergroepen aanwezig, ook werd slechts enkele uren gemonsterd. Toch geeft dit al een interessant inkijkje in de ongewerveldenfauna van dit gebied. Aanvullende bemonsteringen met diverse technieken zullen een completer beeld opleveren. Het is zeker de moeite waard om de komende jaren de ontwikkelingen van de fauna te volgen.

Meer informatie

Tekst: Oscar Vorst & Roy Kleukers, EIS Kenniscentrum Insecten
Foto's: Oscar Vorst; Dick Belgers; Roy Kleukers; Johan Bink