vrouwtje imago negendoornige wintersteenvlieg in Roermond

Wintersteenvliegen door zacht weer nu ook echt in de winter

EIS Kenniscentrum Insecten
29-JAN-2020 - Pas in 2010 werd de eerste Negendoornige wintersteenvlieg in Nederland gevonden, bij de Roer in Limburg. Nu de waterkwaliteit stukken verbeterd is ten opzichte van vijftig jaar geleden, lijkt de soort het goed te kunnen volhouden in Midden-Limburg. In januari 2020 is deze wintersteenvlieg niet alleen op nieuwe plekken aangetroffen, maar werd de soort ook extreem vroeg waargenomen.

Larvenhuidjes van Negendoornige wintersteenvliegen. Deze zijn vaak op de onderkant van takken aan de waterkant te vinden. Vanaf de zijkant zijn de karakteristieke doorns goed zichtbaarHet eerste exemplaar van de Negendoornige wintersteenvlieg (Taeniopteryx schoenemundi) werd tijdens een gerichte zoekactie naar wintersteenvliegen gevonden. De onderzoekers rekenden echter niet op deze soort, maar op de verwante Februarirood (Taeniopteryx nebulosa). Deze was voor het laatst in 1954 in Nederland aangetroffen, en men hoopte dat ze deze zouden kunnen terugvinden. In plaats daarvan werd er dus een andere Midden-Europese soort ontdekt! Buiten Nederland zijn de dichtstbijzijnde vindplaatsen in de Belgische Ourthe.

In januari 2020 is er door de EPT-studiegroep (de studiegroep voor Ephemeroptera, Plecoptera en Trichoptera) van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg een aantal gerichte zoekacties georganiseerd om ook op andere plekken wintersteenvliegen te vinden. Dit is een traditioneel wintervertier onder entomologen in andere landen in bijvoorbeeld Noord-Amerika (Winter Stonefly Clubs) en Scandinavië, aangezien er dan vaak weinig andere insecten te zien zijn. In Nederland was er echter nog nooit op zulke grote schaal gezocht. Een van de onderzoekers woont aan de Roer bij Vlodrop en hij kijkt vrijwel dagelijks naar de uitvliegende EPT-soorten. Op 18 januari dacht hij de eerste vliegende wintersteenvlieg te zien, maar deze was vrij ver weg. Op 19 januari is op die plek gezocht naar larvenhuidjes en er werd er daadwerkelijk een gevonden (zie foto), karakteristiek met de kop naar beneden op een verse wilgentak. De huidjes vind je typisch op de onderkant van schuin in het water liggende takken of op verticaal staande takken en bijvoorbeeld riet. Ook op 22 januari werden er twee vervellingen aangetroffen.

Op 19 januari werd ook de benedenloop van de Swalm onderzocht op macrofauna. Eigenlijk werd er gekeken naar kokerjuffers, maar al snel vonden de onderzoekers er larven van de Negendoornige wintersteenvlieg. Deze hadden verschillende afmetingen, maar hadden allemaal al flinke vleugelaanleg. Dat betekent dat de wintersteenvliegen binnenkort gaan vliegen. Een aantal dagen later werd de soort ook verder bovenstrooms aangetroffen. De Negendoornige wintersteenvlieg heeft dus daadwerkelijk ook een tweede rivier in Limburg gekoloniseerd.

In de Maasnevengeul en in de Stadsweide te Roermond werden na lang zoeken geen steenvliegen gevonden. Wel werd veel Dikerogammarus villosus en Cheilocorophium curvispinus aangetroffen, allebei exoten uit het brakwaterspectrum. Het lijkt er dus op dat de Negendoornige wintersteenvlieg zich nog niet kan voortplanten in de Maas en dus afhankelijk is van de middelgrote zijriviertjes.

Zelf zoeken

De EPT-groep speurt verder naar de verspreiding van de bijzondere steenvlieg en nieuwe vondsten worden gemeld. Wie weet duiken er binnenkort ook wintersteenvliegen op in de Geul of Niers. Ben je zelf in Limburg en wandel je langs een beek of rivier? Let dan ook eens op de huidjes van de larven of de vliegende imago’s. Wie weet wordt er tien jaar na de eerste gerichte zoekactie toch nog die andere soort wintersteenvlieg gevonden, het Februarirood! Ziet u iets wat op deze soort lijkt, maak er dan een foto van en stuur die naar ept@nhgl.nl, of voer het in op Waarneming.nl.

Tekst: Harry Tolkamp en Daan Drukker, EIS Kenniscentrum Insecten
Foto's: Barend van Maanen; Harry Tolkamp