Bombus gerstaeckeri (man) die zijn waardplant Aconitum napellus bezoekt, vertoont een aanzienlijke toename in hoogtebereik

Hommels zoeken de hoogte op, en dat is geen goed nieuws

Naturalis Biodiversity Center
21-NOV-2020 - Naarmate het klimaat opwarmt, verplaatsen planten die van lagere temperaturen houden zich steeds meer bergopwaarts. Hun bestuivers bewegen mee - als dat lukt, tenminste. Onderzoekers van Naturalis Biodiversity Center vergeleken hun bevindingen uit het veld met een onderzoek uit 1889, en maken zich zorgen over soorten die ‘van de top van de berg afvallen’.

In 1889 deed bioloog Julius MacLeod onderzoek naar planten en hommels in de Pyreneeën. Ecoloog Koos Biesmeijer van Naturalis dook de oude dataset op, en deed veldwerk om te kijken hoe de situatie er meer dan honderd jaar later voorstond. Langetermijnonderzoeken naar biodiversiteit zijn namelijk cruciaal om de effecten van klimaatverandering in kaart te brengen. “Het toont mooi aan dat er waarschijnlijk veel datasets in lades liggen te verstoffen, die mogelijk interessante resultaten opleveren”, vertelt hoofdonderzoeker Leon Marshall, van Naturalis en de Université Libre de Bruxelles. 

Verontrustende opwarming

Rekenmodellen vertelden de onderzoekers onder meer iets over de opwarming van de gemeente Gavarnie-Gèdre in de Pyreneeën, aan de Frans-Spaanse grens. De regio bleek aanzienlijk opgewarmd sinds het einde van de negentiende eeuw, meer nog dan het wereldwijd gemiddelde. “De effecten van klimaatverandering nemen in de bergen extremere vormen aan. Hooggelegen gebieden zijn daarom belangrijke gebieden om de effecten van klimaatverandering te testen. Temperatuurstijgingen kunnen in de bergen over relatief korte afstanden voorkomen, waardoor de biodiversiteit meer onder druk komt te staan”, legt Marshall uit.

Biodiversiteit onder druk

De verplaatsing van soorten naar hoger gelegen gebieden leidt tot een toename van soortenrijkdom op koelere hoogtes. Meer soorten betekent ook meer onderlinge concurrentie. Die druk kan ertoe leiden dat soorten uit de koelere gebieden ‘van de top van de berg afvallen’, als geschikte omstandigheden niet langer bestaan. De studie vond inderdaad een verplaatsing van de bestudeerde planten en hommels naar grotere hoogtes, van respectievelijk 229 en 129 meter. Het lijkt erop dat de hommels niet even snel mee kunnen bewegen. “Dit vormt een direct gevaar wanneer van elkaar afhankelijke soorten de verplaatsing niet gelijktijdig ondergaan” benadrukt Marshall. Sommige soorten kunnen simpelweg niet zonder elkaar. Bepaalde planten zullen hun bestuivers missen, en de insecten hun voedsel, of allebei.

Ecoloog Koos Biesmeijer ving en bestudeerde verschillende hommelsoorten in de Franse Pyreneeën

Ongelijke verplaatsing

Over het algemeen verplaatsen planten zich dus eerder omhoog dan de bestudeerde hommelsoorten. Deze achterstand kan ertoe leiden dat bepaalde hommels hun dieet moeten aanpassen of uitbreiden, en dat onderlinge interacties verstoord worden. “En aangezien de meeste soorten generalisten zijn, lijken ze hiertoe in staat”, legt Marshall uit. “Echter bepaalde soorten, zoals de hommel Bombus gerstaeckari, kunnen hun dieet niet veranderen en worden daarom gedwongen om te schakelen van voedselbron.” De gespecialiseerde bestuiver loopt hier dus het meeste risico, vanwege zijn specifieke voedingsgewoonten. “Gelukkig is de kans op uitsterven op de korte termijn onwaarschijnlijk. De soorten kunnen echter beperkt worden tot kleinere habitats die minder onder druk staan.”

Grip op klimaatverandering

De resultaten laten zien dat het dringend nodig is om te begrijpen hoe we deze belangrijke hommels op grote hoogten kunnen behouden. De studie maakt de wetenschappers van Naturalis nieuwsgierig naar meer. “We zijn van plan om samen met andere onderzoekers soortgelijke studies te doen. We denken dat er voortdurend verschuivingen hebben plaatsgevonden, en dat deze zijn versneld als gevolg van de invloed van de mens op het klimaat. Het vinden en herhalen van dit soort onderzoeken is fundamenteel voor ons begrip van klimaatverandering en zijn gevolgen. Het vormt een beginsel van waaruit we veranderingen kunnen afleiden”, eindigt Marshall. 

 Meer informatie

Tekst: Leon Marshall, Floor Perdijk, Koos Biesmeijer en Amy van Nobelen, Naturalis Biodiversity Center; Nicolas Dendoncker, University of Namur; William Kunin, University of Leeds en Stuart Roberts, University of Reading
Foto's: Nicolas J. Vereecken, Université Libre de Bruxelles (leadfoto: de hommel Bombus gerstaeckeri op zijn waardplant Aconitum napellus. Deze hommel is nu aanzienlijk hoger te vinden); Koos Biesmeijer, Naturalis Biodiversity Center