Grutto voor lead

Brief aan Kamer: red boerenlandvogels!

Vogelbescherming Nederland
9-FEB-2021 - De situatie voor boerenlandvogels is zorgelijk, want de afnemende trend van aantallen kievit, grutto, veldleeuwerik en vele andere soorten zet al jarenlang door ondanks alle inspanningen. Slecht nieuws dat ons allemaal aangaat, want de achteruitgang van de boerenlandvogels staat voor een algehele malaise op het gebied van biodiversiteit in het agrarisch gebied.

Steenuil

De afgelopen vier jaar is het niet gelukt om de neerwaartse trend van de boerenlandvogels een halt toe te roepen. Sterker nog: die achteruitgang heeft zich voor een aantal soorten versneld voortgezet; ondanks beleid en inspanningen van veel partijen. De monitoringcijfers in de Boerenlandvogelbalans van Sovon Vogelonderzoek Nederland laten er geen misverstand over bestaan. De intensivering schrijdt voort en laat in een groot deel van Nederland een desolaat agrarisch gebied achter.

Robuust beleid met concrete maatregelen

De urgentie is groot. Om te komen tot beleid dat de boerenlandvogels daadwerkelijk helpt, moeten er nú maatregelen genomen worden. Dat moet robuust beleid zijn, met concrete maatregelen gericht op het daadwerkelijk realiseren van voldoende leefgebied voor boerenlandvogels. Mogelijkheden hiervoor zijn er genoeg, door samen te werken met de agrarische sector en door speciaal beschermde gebieden met een natuurstatus aan te wijzen en in te richten.

Vogelbescherming is ervan overtuigd dat we het tij kunnen keren. Daarom hebben wij demissionair minister Schouten van LNV en de Tweede Kamer een stevige brief geschreven. Hierin leggen we uit waarom het nu niet lukt om de boerenlandvogels te beschermen. Daarnaast stellen we een pakket voor van urgente en wérkelijk effectieve beleidswijzigingen en maatregelen, die het mogelijk maakt om gezonde populaties boerenlandvogels voor ons land te behouden. De zorg hiervoor is niet vrijblijvend. De rijksoverheid draagt de verantwoordelijkheid voor het naleven van internationale verplichtingen die gelden voor het behoud en herstel van de weidevogels en hun leefgebieden.

Grutto met kuikens

Natuurinclusieve landbouw

Allereerst moet de rijksoverheid weer de landelijke regie stevig ter hand nemen, vindt Vogelbescherming. De landbouw moet worden omgevormd tot wat tegenwoordig ‘natuurinclusieve’ landbouw heet. Om dat te stimuleren is er geld beschikbaar uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de Europese Unie. Ook gelden uit klimaatbeleid (voor CO2-reductie) en het stikstofbeleid kunnen hiervoor worden aangewend. Daarnaast is het essentieel om boeren die kiezen voor natuurinclusieve landbouw langdurige zekerheden te geven.

Het hele landelijke gebied zal moeten voldoen aan een ‘Basiskwaliteit Natuur’. Daarbij voldoet de leefomgeving van algemene soorten planten en dieren in elk geval aan bepaalde minimumeisen. Die eisen hebben betrekking op de kwaliteit van het milieu en de beschikbaarheid van leefgebied. Want alleen met reservaten red je de boerenlandvogels niet. Dat kan door bijvoorbeeld tien procent van de oppervlakte per agrarisch bedrijf te reserveren voor natuur- en landschapselementen en voor delen waar geen gif wordt gebruikt.

Kievit met jongen

Kerngebieden voor weidevogels

Gezonde populaties weidevogels kunnen alleen gered worden door grote aaneengesloten kerngebieden aan te wijzen. Daar moet het beheer primair gericht zijn op weidevogels. In belangrijke weidevogelgebieden zal dus een grotere kern dan nu aan weidevogelland moeten komen. Een sturende rol van de overheid is daarbij noodzakelijk. Sovon toonde aan dat de weidevogelstand redelijk stabiel was in de huidige reservaatgebieden, in tegenstelling tot in agrarische gebieden.

Agrarisch natuurbeheer moet veel beter

Uit hetzelfde onderzoek van Sovon blijkt dat ook in gebieden met agrarisch natuurbeheer weidevogels achteruitgaan. Het agrarisch natuurbeheer, het ANLb (inclusief de collectieve aanpak die ingevoerd is in 2016), blijkt onvoldoende om de achteruitgang van boerenlandvogels te stoppen. Het moet echt beter worden; het beleid staat nu teveel op zichzelf en is slecht ingebed in andere programma’s.

Het ANLb dient onderdeel te zijn van een breed geïntegreerd beleid, gericht op herstel van biodiversiteit in het boerenland én de transitie van de landbouw. ANLb-pakketten moeten in combinatie met andere beleidsinstrumenten langdurige zekerheid aan boeren bieden om te kunnen overstappen op natuurvriendelijke bedrijfsvoering. Dat is nu niet het geval.

In gebieden voor akkervogels en in het kleinschalig cultuurlandschap is een uitbreiding van het areaal met goede agrarische natuurbeheerpakketten noodzakelijk in de gebieden waar nu nog een redelijke vogelstand aanwezig is.

Vogelbescherming weet zeker dat deze voorstellen soelaas bieden aan de benarde situatie van de biodiversiteit van het agrarisch gebied, inclusief de boerenlandvogels. We hopen daarom dat minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid de handschoen ook in deze demissionaire periode wil oppakken.

Over twee maanden zijn de weidevogels weer allemaal terug. Hoe mooi zou het zijn als niet alleen voor ons een hoopvol, nieuw voorjaar aanbreekt, maar ook voor de weidevogels!

Lees hier de brief van Vogelbescherming Nederland (pdf; 121 KB).

Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto's: Martin Hierck; Piet Munsterman, Saxifraga