Gewone oliekever, Meloe proscarabeus

Het oliekeverseizoen staat weer voor de deur

EIS Kenniscentrum Insecten, Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels
22-MRT-2021 - Oliekevers zijn in ons land sterk achteruitgegaan. Het resterende verspreidingsgebied en de oorzaken van de afname zijn onvoldoende bekend. Na positieve reacties op onze oproep van vorig jaar willen we u opnieuw vragen om te zoeken naar deze forse kevers. Zo hopen we meer over ze te weten te komen.

In 2020 hebben we een oproep gedaan om te zoeken naar de gewone oliekever en de blauwe oliekever (Meloe proscarabeus en M. violaceus). Daar werd uitgebreid gehoor aan gegeven: er kwamen tientallen meldingen binnen, waaronder van tot dan nog onbekende populaties. We vragen u om ook komend voorjaar alert te zijn op deze zeldzame kevers. In deze coronatijd wordt er meer gewandeld dan ooit en misschien komt u wel op plekken waar u voorheen nooit kwam. Vanaf half maart tot eind mei heeft u kans op een ontmoeting met deze opvallende, zwaarlijvige kevers.

Heeft u een oliekever gezien? Geef uw waarneming door via Waarneming.nl of mail naar linde.slikboer@naturalis.nl, met duidelijke foto’s van de kever in zijn geheel en liefst met een scherpe foto van het halsschild. Er zijn namelijk twee sterk gelijkende soorten oliekevers, die onderscheiden kunnen worden op basis van onder andere de vorm van het halsschild. We zijn benieuwd of de kevers zich op de bekende plekken handhaven en misschien zelfs weer in onbekende leefgebieden worden ontdekt.

Ecologische kwaliteit

In Nederland komen nog twee soorten oliekevers van het geslacht Meloe voor: de gewone oliekever en de blauwe oliekever. Beide soorten parasiteren op de larven van ondergronds nestelende bijen, zoals de zandbijen. De kevers zijn niet zo mobiel – de volwassen dieren kunnen niet vliegen – waardoor een populatie oliekevers afhankelijk is van omvangrijke en stabiele bijenpopulaties. Grote aantallen bijennesten concentreren zich lokaal op zonnige locaties met een open en lage vegetatie in de nabijheid van bloemrijke gebieden. Oliekevers vormen dan ook een indicatie voor waardevolle bijenleefgebieden. Daarnaast zijn ze, zoals alle parasitaire dieren, een soort ‘kanarie in de kolenmijn’: als de kevers verdwijnen is dat een teken dat het leefgebied van bijen aftakelt.

Huidige verspreiding

Op basis van alle waarnemingen die sinds 2011 zijn gemeld ontstaat een beeld van waar de gewone oliekever en/of de blauwe oliekever momenteel nog voorkomen. Wat opvalt is een sterk versnipperde verspreiding over Nederland. Globaal zijn er zes regio’s te onderscheiden (zie onderstaande kaart).

Buiten de kalkgraslanden in Zuid-Limburg heeft u de grootste trefkans nabij grote buitendijkse terreinen zoals uiterwaarden. Met name op de rivierdijken en binnendijken met een korte, schrale vegetatie worden de kevers relatief vaak gezien.

Regio’s waar de gewone oliekever en/of blauwe oliekever lokaal nog voorkomt

Historische verspreiding

In het verleden waren oliekevers veel algemener in ons land. Enkele soorten zijn tegenwoordig uitgestorven in ons land. De twee resterende oliekeversoorten van het geslacht Meloe zijn teruggedrongen tot de versnipperde verspreiding die hierboven omschreven wordt. Om een compleet beeld te verkrijgen van de voormalige verspreiding worden momenteel alle natuurhistorische museumcollecties doorgelicht en gedigitaliseerd, en worden oude bronnen (kranten, tijdschriften) uitgeplozen op zoek naar historische waarnemingen. Mocht u een privécollectie met oliekevers bezitten, of oude notitieboekjes met waarnemingen, dan houden wij ons van harte aanbevolen.

De historische gegevens zullen, in combinatie met de recente waarnemingen, een compleet beeld schetsen van de veranderende verspreiding van oliekevers in Nederland. Vervolgonderzoek zal meer inzicht moeten geven in de ecologie van de kevers. Uiteindelijk hopen we dat de opgedane kennis bijdraagt aan behoud en uitbreiding van gezonde ecosystemen met een rijke biodiversiteit, inclusief oliekevers.

Rijke Dijken van de Delta

De zoektocht naar oliekevers is een onderdeel van het project Rijke Dijken van de Delta. Hierbij wordt de entomologische waarde van dijken in beeld gebracht, waaronder bijen, dagvlinders en dus ook oliekevers. Vanwege de soms hoge aantallen insecten en soortenrijkdom, kunnen dijken mogelijk een sleutelrol spelen bij het herstel van insectenpopulaties in het agrarisch gebied.

Dijk in Zuid-Holland waar een populatie van de gewone oliekever aangetroffen is

Tekst: Linde Slikboer, EIS Kenniscentrum Insecten & Niels Godijn, Grauwe Kiekendief Kenniscentrum Akkervogels
Foto’s: Niels Godijn
Kaart: Grauwe Kiekendief Kenniscentrum Akkervogels