Pieken en dalen in grauwe kiekenland

Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels
18-DEC-2021 - Het broedseizoen van in de akkers broedende grauwe kiekendieven in 2021 is er een met het laagste broedsucces in de afgelopen tien jaren. Ondanks dit diepe dal zijn er ook piekjaren, en is er langjarig groei zichtbaar van het gemiddeld aantal territoria, succesvolle nesten en uitgevlogen jongen.

Broedseizoenrecords

In alle opzichten is 2021 een daljaar te noemen als het om het broedseizoen van grauwe kiekendieven gaat. Het was wat records betreft negatief. In de afgelopen tien jaar is er op 2013 na het laagste aantal uitgevlogen jongen genoteerd (2013: 39, 2021: 44). Door het hogere aantal broedparen in 2021 (58 broedparen) tegenover 2013 (36) is het broedsucces per paar in 2021 het laagste van de afgelopen tien jaar: gemiddeld 0,8 jongen. Daarentegen piekten de twee eerdere broedseizoenen 2019 en 2020 juist met positieve records. In 2019 vlogen er maar liefst 142 jongen uit (Figuur 1). In 2020 werden er 80 paren grauwe kiekendieven vastgesteld, 17 paren meer dan in het vorige recordjaar 2011 (Figuur 1). Beide aantallen zijn het hoogste sinds de start van het beschermingswerk in 1990.

Het bijzonder hoge aantal broedparen in 2020 is het effect van het hoge broedsucces in de muizenrijke jaren 2014, 2015 en 2019. Het broedsucces van 2020 was maar 1,3 uitgevlogen jongen per paar, in tegenstelling tot het bijzonder hoge broedsucces in 2019 van 2,7 jongen per paar. Veel broedparen betekent dus niet per definitie ook meer uitgevlogen jongen.

Figuur 1. Aantallen broedparen, succesvolle nesten en uitgevlogen jongen van grauwe kiekendieven broedend in de akkers in Nederland, van 2011 – 2021

Grote legsels

In het broedseizoen van 2020 werd nog een record gevestigd, en wel met het grootste legsel sinds de start van het beschermingswerk: maar liefst zeven eieren in één nest. Vijf van de zeven eieren kwamen uit, waarvan uiteindelijk drie jongen uitvlogen. Of deze zeven eieren allen door hetzelfde vrouwtje gelegd zijn, is niet duidelijk. Het is mogelijk dat een andere vrouw het nest heeft overgenomen en daar vrolijk haar eigen eieren bij heeft gelegd. Een ander mooi record was in het broedseizoen van 2019, toen er voor het eerst een nest met zes jongen succesvol uitvloog.

Een nest met zes jonge grauwe kiekendieven in 2019, die uiteindelijk allen uitvlogen

Jonge paren

Een andere bijzonderheid is dat er voor het eerst sinds 1990 tweede kalenderjaar mannen (vogels die in het voorgaande jaar geboren zijn) als broedvogel aanwezig waren in 2021. Vrouwtjes van de grauwe kiekendief broeden regelmatig al het jaar nadat ze zijn uitgevlogen, maar voor mannetjes was dit in alle jaren van bescherming in Nederland niet eerder vastgesteld. Het ging om twee mannen die beiden ook met een tweede kalenderjaar vrouw gepaard waren. Eén van deze twee jonge stellen was ook nog succesvol met één uitgevlogen jong.

Wat was er mis in 2021?

Veldmuizen zijn duidelijk wat er miste in 2021 (Figuur 2). In de winter van 2020/2021 vielen de lage aantallen muizenetende vogels al op in vergelijking met voorgaande winters. De cyclus van veldmuizen volgend, werd er ook een daljaar verwacht. In 2021 was dit dieptepunt echter vele malen dieper dan in eerdere daljaren (alleen 2013 was vergelijkbaar). Dit kwam door het natte najaar van 2020, met daaropvolgend een natte winter met een koude periode, plus een koud voorjaar. Ook andere muizeneters, zoals buizerds, torenvalken en uilen, kenden daardoor een slecht broedseizoen met een zeer laag broedsucces. Net als bij de kiekendieven kwam een groot deel niet eens tot broeden, een ander deel had gemiddeld kleinere legsels en lukte het niet jongen groot te brengen.

Figuur 2. De gemiddelde muizenactiviteit in de periode 2019-2021 per gewas in provincie Groningen. Aantallen onder de x-as geven het aantal tellingen aan waarover het gemiddelde is berekend en waaruit het gemiddelde / ha is geëxtrapoleerd

Het belang van alternatieve prooien bij gebrek aan veldmuizen wordt met een dergelijk slecht broedseizoen weer eens benadrukt. Een gezonde akkervogelstand en de aanwezigheid van grote insecten zoals grote sprinkhanen en libellen zijn noodzakelijk om in zo’n slecht muizenjaar toch nog jongen succesvol groot te kunnen brengen. Dit geldt misschien nog wel des te meer voor het handjevol blauwe kiekendieven dat in ons land broedt, maar daarover in een volgend natuurbericht meer.

Over meerdere jaren gekeken (2011-2021) is er in de langjarige trend een lichte stijging te zien in het aantal paren, het aantal succesvolle nesten en het aantal uitgevlogen jongen. De combinatie van het plaatsen van nestbescherming, het tijdens de oogst jongen weghouden bij de machines en het werken aan een gezonder landschap voor akkervogels en insecten is hier van invloed op. Of de huidige maatregelen genoeg zijn om de populatie grauwe kiekendieven in de akkers in stand te kunnen blijven houden of verder te laten groeien, moet blijken nu ook grote projecten met betrekking tot de energietransitie in het akkergebied zich uitbreiden. Alle ontwikkelingen worden nauwkeurig gevolgd.

Jonge grauwe kiekendief Guusje op haar nederzetting na de oogst van het graan in 2021

En wat het broedseizoen van 2022 de grauwe kiekendieven gaat brengen? Na erg diepe dalen kwamen juist de mooiste piekjaren, dus wie weet!

Tot slot: succesvolle broedseizoenen worden niet alleen bereikt door vele muizen maar ook dankzij de medewerking van boeren, Grasdrogerij BV Oldambt en de hulp van vele vrijwilligers. Financieel mogelijk gemaakt door bijdrages van provincie Groningen en provincie Flevoland.

Tekst: Madeleine Postma, Yvonne Roelofs & Jitty Hakkert, Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels
Foto’s: Jan Ploeger; Theo van Kooten
Grafieken: Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels