Diepe insnijding in het Zuid-Limburgse Heuvelland

Erosie bestrijden in Zuid-Limburg

OBN Natuurkennis
22-MRT-2022 - Door klimaatverandering komen extreme buien steeds vaker voor. De beken in het Zuid-Limburgse Heuvelland krijgen het hierdoor zwaar te verduren. De grond spoelt weg en oevers storten in, waardoor habitats van soorten als de vuursalamander en de gele zegge verdwijnen. Het OBN onderzocht experimentele maatregelen om erosie te verminderen.

Erosie is in de Zuid-Limburgse beekdalen een natuurlijk fenomeen, maar de laatste decennia veroorzaakt het steeds vaker problemen. Toename van verhard oppervlak, veranderingen in de riolering, intensivering van de landbouw en extreme regenbuien leiden tot piekafvoeren in de beken, met extra erosie en insnijding als gevolg. Deze onnatuurlijke snelle diepe insnijding kan leiden tot allerlei hydrologische veranderingen, waardoor kenmerkende levensgemeenschappen onder druk komen staan. Om deze levensgemeenschappen te beschermen, zijn herstelmaatregelen nodig.

De vuursalamander is één van de soorten wiens leefgebied bedreigd wordt door erosie

Experimentele maatregelen

OBN-onderzoeker Roy Laseroms voerde een aantal experimentele maatregelen uit in de Keutelbeek en de Strabeker Vloedgraaf. Op verschillende locaties is extra grind gestort. In de Strabeker Vloedgraaf is ook gewerkt met grindmatjes en worteldoek van biologisch afbreekbaar cellulose. De grindsuppletie in de Keutelbeek leek het goed te houden, tot de extreme buien van 14 juli 2021, waarbij de hele oever is ingezakt. De grindsuppletie in de Strabeker Vloedgraaf werd al veel eerder verstoord. De grindmatjes en het worteldoek bleven gedurende de hele onderzoeksperiode wel goed functioneren. De erosie is dankzij deze maatregelen wel vertraagd, maar de ingrepen vormen geen duurzame oplossing. Daarvoor zijn grootschalige, brongerichte maatregelen nodig.

Piekafvoer voorkomen

Voor een duurzame oplossing tegen erosie en insnijding moet extreme piekafvoer zo veel mogelijk worden voorkomen. Extra berging in de riolering en verdere optimalisatie van waterbuffers zouden hierbij kunnen helpen. Ook waterberging in bestrating en op eigen terrein moet worden bevorderd. Wanneer een lozing onvermijdelijk is, zou deze niet via de beekdalen, maar via leidingen naar vlakkere plekken benedenstrooms moeten worden afgeleid, zodat het water daar in de grond kan infiltreren. Op deze manier blijft de kwetsbare natuur in de Zuid-Limburgse beekdalen in stand.

Meer informatie

Tekst: Sofia Opfer, Kennisnetwerk OBN
Foto's: Roy Laseroms; Kees Marijnissen, Saxifraga