waarnemer - primair

Natuurwaarnemingen essentieel voor bescherming

De Vlinderstichting
22-MRT-2022 - Bijna iedereen die veel in de natuur te vinden is, geeft weleens een of meer waarnemingen door. Van de Tuintelling tot het wekelijks lopen van een vaste route, alle waarnemingen worden gebruikt voor onderzoek naar biodiversiteit. Welke onderzoeksmethoden zijn er eigenlijk en hoe kun je je waarnemingen op een simpele manier nog waardevoller maken? Komende tijd zijn er workshops voor beheerders.

Losse waarnemingen

Waarnemingen doorgeven zorgt voor betere bescherming

De gemakkelijkste manier is het doen van losse waarnemingen. Dat kan eenvoudig op je telefoon met bijvoorbeeld ObsMapp of de NDFF invoerapp. Je kunt losse waarnemingen doorgeven op elk gewenst moment en op elke locatie. Dat maakt het superlaagdrempelig en makkelijk om bij te dragen. Deze informatie wordt door de soortenorganisaties gebruikt om het voorkomen van soorten in kaart te brengen en verspreidingstrends te berekenen.

Vaste routes of telplots

Een meer intensieve manier van onderzoek is het tellen van dieren of planten langs een vaste route of in een telplot. Omdat per soortgroep alle individuen worden genoteerd, geeft dit ook informatie over de aantallen die er aanwezig zijn en de soorten die níet zijn gezien. Dat maakt deze manier van monitoring een waardevolle basis voor onderzoek naar populatietrends. Deze methode vraagt dus meer inspanning, maar levert ook meer informatie op.

Transecttellingen

Tienduizenden mensen geven door wat ze aan planten en dieren zien

Sinds kort hebben de mogelijkheden om te inventariseren zich flink uitgebreid. Wie meer wil doen dan het doorgeven van losse waarnemingen, kan nu ook een kwartiertelling doen. Het mooie van die methode is dat het de voordelen van bovenstaande methodes combineert. Je kunt nog steeds op elk gewenst moment en op elke gewenste locatie gaan tellen. Maar je telt wel alle soorten van een soortgroep en legt daarom meer informatie vast dan bij losse waarnemingen. Een vergelijkbare methode kan toegepast worden in de LiveAtlas van Sovon. Vogelaars die een rondje vogels gaan tellen, kunnen ook zoogdieren, dagvlinders, libellen of sprinkhanen doorgeven. De app houdt ondertussen de route bij. Ook als je geen vogelaar bent, kun je trouwens de app gebruiken en alleen de insecten tellen. Eigenlijk bestond deze methode al een beetje in de vorm van de Tuintelling. En ook in Obsmapp (pdf; 395 KB) zit al een mogelijkheid om een dergelijke transecttelling te doen. Maar met de bovenstaande nieuwe ontwikkelingen zijn de mogelijkheden behoorlijk uitgebreid.

Natuurwaarnemingen essentieel voor bescherming

Libellentellers in actie

Hoe je je waarnemingen ook doorgeeft, alle methoden leveren waardevolle informatie op die door de soortenorganisaties wordt gebruikt om onze soorten te begrijpen en te beschermen. In Nederland zijn tienduizenden mensen actief die waarnemingen doorgeven. Alleen op Waarneming.nl waren er in 2021 al meer dan 71 duizend waarnemers die in totaal 13 miljoen waarnemingen doorgaven, een schat aan informatie!

Workshops monitoring en trends van insecten voor beheerders

Soms worden waarnemingen verzameld op verzoek van natuurbeheerders. Ook voor hen is het heel waardevol dat zoveel vrijwilligers zich door het verzamelen van waarnemingen inzetten voor de biodiversiteit. Juist voor beheerders is het belangrijk om goed te overwegen welke methode van tellen wordt gebruikt en welke vragen er beantwoord moeten worden. Voor wie zich daar meer in wil verdiepen, worden deze en volgende week workshops Monitoring en Trends van Insecten (pdf; 470 KB) gegeven. Dit is een kans voor terreinbeheerders om echt met waarnemingen in hun gebied aan de slag te gaan. Er zijn bijeenkomsten in Halle, Hilversum, Udenhout en Heerenveen.

Tekst: Gerdien Bos, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling