Wat is Basiskwaliteit Natuur en hoe kunnen we ermee aan de slag?

SoortenNL
4-MEI-2022 - Sinds enige jaren werken we in Nederland aan het concept Basiskwaliteit voor de natuur. Jarenlang richtte het natuurbeleid zich op natuurgebieden en bijzondere soorten. Maar de kwaliteit van ons hele landschap is ver beneden peil gezakt. We raken nu ook algemene soorten kwijt. Op 23 mei belicht SoortenNL samen met andere organisaties wat Basiskwaliteit Natuur is en hoe we ermee aan de slag kunnen.

Basiskwaliteit is een voorwaarde voor natuur

In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd in de volle breedte duidelijk dat de technologische vooruitgang niet alleen welvaart, maar ook een hele waaier aan milieuproblemen met zich meebracht. Sommige zaken, zoals drijfgassen, zwaveluitstoot en zoutlozingen konden relatief eenvoudig verboden en uitgefaseerd worden. Andere, zoals uitstoot van stikstof en CO2, vergen een complete transitie van industrie en voedselsysteem. Om tijd voor die transitie te kopen zijn we vooral de natuurgebieden gaan beheren om de natuurkwaliteit overeind te houden. De stikstofcrisis en de insectensterfte laten zien dat dat niet langer vol te houden is. Het is nodig om buiten natuurgebieden de basiskwaliteit van onze landschappen te herstellen, zodat de topkwaliteit binnen de natuurgebieden behouden kan blijven. Om dat herstel te bereiken moeten de milieucondities op orde gebracht worden. In welke mate dat lukt wordt zichtbaar in de (voorheen) algemene soorten.

Brede natuurmonitoring is een voorwaarde voor basiskwaliteit

Er zijn twee belangrijke voordelen van het sturen op algemene soorten. Het lijkt evident, maar van algemene soorten zijn er doorgaans veel, in tegenstelling tot soorten die van nature zeldzaam zijn. Als je kijkt naar algemene soorten, hoef je dus niet eerst te wachten tot soorten diep de Rode Lijst in gezakt zijn voordat je (bij) kunt sturen op milieucondities. Het tweede voordeel is dat algemene soorten relatief ‘makkelijk’ zijn: zeldzame soorten stellen vaak veel verschillende eisen aan hun omgeving. Gezien de gemiddeld genomen zeer slechte kwaliteit van ons landschap zou je van de kelder naar de zolder moeten springen als je je alleen richt op herstel van zeldzame soorten; dat is moeilijk, werkt vaak niet en dat is niet motiverend. Het is daarom van groot belang niet alleen zeldzame soorten en natuurgebieden te onderzoeken maar een brede groep soorten, overal in het land.

Soortenselectie

In een door de soortenorganisaties van SoortenNL uitgevoerde analyse is een onderscheid gemaakt tussen algemene soorten van het boerenland en algemene soorten van de bebouwde kom. Als ijkpunt is de periode 1960 – 1969 gekozen; dat is het landschap van na de grootschalige natuurontginningen, maar van vóór de grootschalige, meer industriële landbouw. Soorten die hebben geprofiteerd van klimaatopwarming worden apart in beeld gebracht.

Het gaat om soorten die nu of tot voor kort wijdverbreid voorkwamen in matig voedselrijke milieus en lokaal schrale milieus, zoals onbemeste bermen. Soorten van overwegend voedselarme omgeving, zoals bijvoorbeeld levend hoogveen, rekenen we tot bijzondere natuurkwaliteit. Bij de selectie hebben we onderscheid gemaakt naar landschapstypen: laagveen-zeeklei, hoge zandgronden, heuvelland en bebouwde kom – en naar biotoop; open water, moeras, pionier/akker, grasland/berm, houtwal-bos, gebouwen. Werken met soorten die indicatief zijn betekent niet dat we niet naar soorten van bijzondere natuurkwaliteit kijken. Ook die kunnen in steden of het landelijk gebied voorkomen, al was het maar om voedsel te zoeken, zoals veel vogels doen, of om een plek voor voortplanting of overwintering te zoeken, zoals bij vleermuizen het geval is.

Afbeelding ruimtelijk beeld en soorten

Praktisch

In het Nederlandse beleid is natuur vaak als ‘een moetje’ neergezet: we doen het omdat ‘het moet van Europa’. Dat is ook zo, maar veel belangrijker is dat we een gezonde leefomgeving willen voor onszelf. Een gezond landschap met karakteristieke planten en dieren is niet alleen mooi, nuttig en gezond, het geeft ons ook een identiteit. Om dit te vertalen naar instrumenten, is het van belang om te werken met herkenbare soorten die goed door mensen te herkennen en inventariseren zijn en door lijsten (scans, benchmarks, hoe je het ook wil noemen) te maken die hanteerbaar zijn. Ten slotte moeten soorten een goede indicatorwaarde hebben. Aan- of afwezigheid is goed te relateren aan bijvoorbeeld stikstof, klimaatextremen, pesticiden of intensief beheer. Op deze manier bieden de lijsten, kwaliteiten en de bijbehorende monitoring de instrumenten die gemeenten, (water)beheerders, boeren en bedrijven kunnen gebruiken om de basiskwaliteit van hun landschappen te verbeteren en daar ook op te sturen. Als het goed gaat met de basiskwaliteit zal ook de verbondenheid tussen stad, platteland en natuur toenemen.

Wil je meer weten over hoe het in elkaar zit en hoe dat in de praktijk gaat? Kom dan 23 mei naar de Basiskwaliteit Meet-up in Nijmegen. Meld je hier aan.

Tekst: SoortenNL
Foto’s: Saxifraga (leadfoto: v.l.n.r.: Chris van Swaay, Mark Zekhuis, Jan van der Straaten); Naturalis Biodiversity Center