Vliegend hert man in biotoop

Hoe gaat het nu echt met het vliegend hert?

EIS Kenniscentrum Insecten
23-MEI-2022 - Ieder jaar komen er meer waarnemingen van het vliegend hert binnen. Het verspreidingsbeeld lijkt zich voorzichtig aan steeds iets verder uit te breiden in de buurt van bekende plekken. Zou Neerlands grootste kever dan eindelijk in de lift zitten? Om daar antwoord op te krijgen zijn we op zoek naar mensen die willen helpen met de monitoring.

Als je louter het aantal losse waarnemingen dat van het vliegend hert binnenkomt bekijkt, dan lijkt deze soort flink vooruit te gaan. In 2011 kwamen er in totaal 189 waarnemingen binnen. Dit aantal liep ieder jaar min of meer geleidelijk op en in 2020 werd voor het eerst de grens van 1000 waarnemingen geslecht. Dat jaar werden er maar liefst 1154 waarnemingen gedaan. Een jaar later waren dat er 1733. Een spectaculaire toename! Helaas geeft dit vermoedelijk eerder de populariteit van online portals als Waarneming.nl en Telmee.nl weer, dan dat het echt om een spectaculaire uitbreiding van het vliegend hert gaat. Toegegeven, het lijkt momenteel niet slecht te gaan met het vliegend hert. Vooral op de Veluwe lijkt hij te profiteren van de grote hoeveelheid eiken die ten prooi vallen aan de droogte. Vorig jaar meldden we op Nature Today dat het vliegend hert op de Veluwe vooral een netwerk aan aftakelende eiken nodig heeft voor het behoud van een duurzame populatie. Aan aftakelende eiken momenteel geen gebrek op de Veluwe, maar of het toekomstbestendig is voor het vliegend hert valt te betwijfelen.

Jaarlijkse aantallen waarnemingen vliegend hert

Monitoring

Om een vinger aan de pols te houden willen we graag het aantal monitoringsroutes fors uitbreiden om op termijn een goede en betrouwbare trend te kunnen bepalen. De afgelopen jaren zijn er enkele tientallen vrijwilligers geweest die één of meer jaar hebben bijgedragen door een monitoringsroute te lopen. In 2021 zijn er verspreid over Nederland 32 routes gemonitord, waarvan de helft voor het tweede, derde of vierde jaar achtereen. Om een betrouwbare trend te kunnen bepalen, zal het aantal langjarig getelde monitoringsroutes uitgebreid moeten worden. Dus graag roepen we op om je op te geven voor een monitoringsroute, als je in de buurt van een leefgebied van het vliegend hert woont. Om deel te nemen kun je contact opnemen met John Smit.

Tot nog toe hebben we uitsluitend transecten geteld, waarbij een afstand van 500 meter wordt afgelegd (zie protocol hier beneden). Omdat niet overal voldoende ruimte is voor een dergelijk transect, willen we dit jaar ook mensen de gelegenheid geven om een puntmonitoring uit te voeren. Dit kan bijvoorbeeld uitstekend in je eigen tuin, als je zo’n geluksvogel bent vliegend herten in je tuin te hebben. Hiervoor selecteer je één of enkele eiken, ga je op een afstand van maximaal 10 meter staan om het stuk goed te overzien en tel je, net als bij de transectmonitoring een half uur lang. Uiteraard is het hierbij extra opletten voor dubbeltellingen, dus alleen meer exemplaren noteren als ze gelijktijdig aanwezig zijn of als duidelijk is dat het verschillende individuen betreft, bijvoorbeeld het andere geslacht, een duidelijk verschil in grootte of kenmerkende beschadigingen. Deze manier van monitoren kan zelfs vanuit je luie tuinstoel.

Protocol transectmonitoring

  • TransectmonitoringDe monitoringsroute wordt één keer per week op de warmste avond gelopen.
  • De route wordt minimaal zes keer gelopen, bij voorkeur acht keer.
  • Het transect is vijfhonderd meter, opgedeeld in vijf secties van honderd meter.
  • Deze wordt gedurende dertig minuten met een trage en constante snelheid gelopen.
  • Het transect wordt gelopen van vijftien minuten voor zonsondergang tot vijftien minuten erna.
  • De monitoring wordt door een en dezelfde persoon uitgevoerd.
  • Per sectie worden alle dieren (levend of dood) genoteerd binnen een virtuele kooi van tien meter voor en vijf meter aan weerszijden van de waarnemer.

Protocol Puntmonitoring

Selecteer een punt waarop je het gehele monitoringsgebied goed kunt zien, evenals eventuele vliegend herten (dit kan ook in overleg).

  • PuntmonitoringDertig minuten tellen.
  • Vijftien minuten voor zonsondergang tot vijftien minuten erna.
  • Eén keer per week op de warmste avond.
  • Minimaal zes keer tellen, bij voorkeur acht keer.
  • Telling wordt door één persoon uitgevoerd.
  • Alle dieren worden genoteerd volgens dezelfde codering als bij de transectmonitoring, met extra aandacht voor eventuele dubbeltellingen. Er worden alleen twee of meer exemplaren genoteerd als ze gelijktijdig aanwezig zijn of als duidelijk is dat het verschillende individuen betreft, bijvoorbeeld het andere geslacht, een duidelijk verschil in grootte of kenmerkende beschadigingen.

Opgeven

Mensen die wonen in de buurt van één van de vijf leefgebieden (Mander, de Veluwe, het Rijk van Nijmegen, de Meinweg of Zuid-Limburg) en die zin hebben om deel te nemen aan een van de beide monitoringsmethoden kunnen zich opgeven bij John Smit.

Meer informatie

  • Meer informatie over het vliegend hert en de monitoring is te vinden op de werkgroeppagina van het vliegend hert, waar tevens de nieuwsbrief gedownload kan worden. Uiteraard blijven we ook geinteresseerd in losse waarnemingen die bij voorkeur met foto ingevoerd kunnen worden op Waarneming.nl.

Tekst, foto en grafiek: John Smit, EIS Kenniscentrum Insecten
Illustraties: Laetitia Martina