Zeldzame kevers gevangen in de Oosterschelde

Stichting ANEMOON
12-JUN-2022 - Nergens is de spanning over de inhoud van een schepnet zo groot als in Zeeland. Je weet nooit wat je aantreft. Afgelopen maand zat er wel een heel bijzonder visje in het net. Een mogelijk nieuwe vis voor de Oosterschelde en Nederland, met de naam van een insect: een Kever.

Een klein visje met een bovenstandige bek zonder kindraad en met relatief grote ogen. Niet meteen op naam te brengen, dus zeer de moeite waard om goed te bekijken. Dat troffen Stephan en Jochem Tukker op 26 mei 2022 aan in een schepnet, gehaald door kniediep water in de Oosterschelde bij de Westbout (Westenschouwen). En zowaar: de volgende dag leverde nóg een exemplaar! Het dier werd gedetermineerd, die determinatie werd door andere experts nagekeken en de waarnemingen werden doorgegeven via Waarneming.nl. Het gaat om een voor de Nederlandse wateren uiterst zeldzaam visje, met een fascinerende en verwarrende naam: een Kever.

De Kever

De Kever is een kort- en dieplevend visje uit de familie van de kabeljauwachtigen. Het wordt maximaal zo'n twintig centimeter lang. Het dier komt normaal gesproken voor in de noordoostelijke Atlantische Oceaan en in de noordelijke Noordzee, vanaf een diepte van honderd meter. Ze zwemmen daar in scholen en vormen een belangrijke voedselbron voor grotere kabeljauwachtigen, zoals de Wijting en de Kabeljauw.

Kenmerkend voor de Kever zijn de drie dicht bijeenstaande rugvinnen en twee anaalvinnen, een bovenstandige bek en een nauwelijks zichtbare kindraad. De afstand van de oogrand tot de punt van de snuit is korter dan de oogdiameter. De voorzijde van de eerste anaalvin bevindt zich ter hoogte van de achterzijde van de eerste rugvin.

Rijke Oosterschelde

Stephan is student mariene biologie aan de WUR en vaak te vinden in het veld om vismonitoring te doen met het schepnet. Hierbij bezoekt hij verschillende plekken aan de Oosterschelde. Dit heeft een reden: de Oosterschelde is een uniek natuurgebied dat een enorme biodiversiteit waarborgt. Stephan benadrukt dat het voor veel soorten goed mogelijk is om hier een eigen ecologische niche in te nemen, omdat het heldere water van de Oosterschelde buiten het bereik van de grote golven van de Noordzee ligt en omdat de kust hier rotsachtig is. "Onder water ligt een waar paradijs waar talloze kleurrijke wieren, anemonen, krabben, garnalen en ook bijzondere vissen als zeenaalden en zeepaardjes zich thuisvoelen."

Opvallend is volgens hem dat er een groot verschil in soorten te zien is per locatie. Dicht bij de uitmonding van de Oosterschelde in de Noordzee is een grote biodiversiteit zichtbaar. Dit heeft onder meer te maken met een combinatie van aanwas van soorten via de Noordzee, het hier nog niet brakke water en de stenen die een thuis bieden aan schelpdierriffen en vele soorten wieren. Het grootste gedeelte van de Nederlandse kust bestaat uit zandstranden, totaal verschillend van de kunstmatig aangelegde rotsen in Zeeland. Hierdoor komen in Zeeland soorten voor die bijna nergens anders in Nederland worden aangetroffen.

Zeldzame vondst

De eerste vangst van een Kever vond plaats toen Stephan weer gewapend met schepnet, cuvet en zeegids op pad ging voor een monitoring. Hij had zijn broertje meegenomen om hem wat bij te leren over mariene ecologie. Op een gegeven moment hoorde hij hem vanaf de andere kant roepen dat hij wat gevangen had. Hij riep: "Ik heb een vis! O, laat maar, het is een kleine, niet bijzondere’’. Stephan riep terug dat híj wel zou bepalen of het een bijzondere was. Maar dat viel nog best tegen: de vis was helemaal niet meteen op naam te brengen. Het ging wel duidelijk om een kabeljauwachtige, misschien een jonge Kabeljauw of Dwergbolk? Na het nauwkeurig checken van alle kenmerken, bleek hij uit te komen bij een Kever. Stephan: "Na de determinatie en het lezen van literatuur werd ik echter onzeker, omdat de Kever helemaal niet zou voorkomen in Nederland. Op Waarneming.nl staat bijvoorbeeld geen enkele waarneming van deze vis in ons land. In de Visatlas van de Noordzee staat de Nederlandse kust ook niet als verspreidingsgebied vermeld. Maar goed, het moest toch echt kloppen, alle uiterlijke kenmerken kwamen overeen!" De volgende dag werd opnieuw geschept en dat leverde opnieuw een exemplaar op. Na het melden van de soort werd de determinatie bevestigd. Het gaat inderdaad om twee exemplaren van de Kever. Opvallend genoeg bleken het niet de enige te zijn.

Nog meer Kevers

In januari 2022 verscheen een nieuwsbericht over twee vermoedelijke vangsten van gevangen Kevers van rond de twintig centimeter in de Europoort. Hiermee lijkt het erop dat een schooltje van deze vissen in het zuiden van ons land is terechtgekomen. De gevangen exemplaren in de Oosterschelde zijn juveniele vissen van dit jaar van amper vijf centimeter lang. Er is nog geen kennis beschikbaar over opgroeilocaties van de Kever in onze regionen. De dieren komen onder meer in de Oostzee en op meer noordelijke locaties voor en staan bekend als soorten van dieper water. Het is wel bekend dat jonge exemplaren verticaal in de waterkolom migreren, maar niet specifiek in de richting van de kust. Alleen de toekomst zal leren of het om verdwaalde dieren ging, of dat we deze soort vaker in onze wateren gaan tegenkomen. In dat geval wordt de Kever gepromoveerd tot 'Nederlandse' soort.

Kever (Trisopterus esmarkii), tweede gevangen exemplaar met een schepnet op 27 mei 2022, gefotografeerd in een cuvet

Naam

Waar de naam Kever vandaan komt is nog even niet duidelijk. Mogelijk is het een verwijzing naar het Duitse Kiefer (kieuwen) of naar Oud-Nederlands voor 'kam', 'kaak' of 'wang'. Dat het zou slaan op de insectachtige grote ogen lijkt minder waarschijnlijk. Ongetwijfeld zijn er vissers of taalkundigen die hier meer over weten. Stichting ANEMOON zou graag horen waar deze naam vandaan komt.

Tekst: Stephan Tukker en Inge van Lente, beiden Stichting ANEMOON
Foto’s: Stephan Tukker (leadfoto: eerste exemplaar van de Kever, gevangen bij de Westbout in de Oosterschelde op 26 mei 2022)