De toekomst voorspellen voor vissen in de Waddenzee
NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, Wageningen Marine ResearchNiet alleen het gebruik en het beheer van de Waddenzee bepalen hoe geschikt de Waddenzee is voor vissen, maar ook ontwikkelingen zoals het geleidelijk warmer worden van het water. De Amerikaanse promovendus Bass Dye onderzocht de afgelopen jaren wat de voorkeurstemperatuur is van vissen en hoe we kunnen voorspellen wat toekomstige veranderingen teweeg zullen brengen in vispopulaties.
Experimenten in het lab
De eerste jaren deed hij dat door temperatuurvoorkeuren van dunlipharder en vijfdradige meun te meten in het laboratorium van Wageningen Marine Research in IJmuiden. De aanname daarbij is dat de temperatuur waarbij vissen zich comfortabel voelen, ook de temperatuur is waarbij ze optimaal kunnen groeien. Omdat ook de aanwezigheid van structuren en het zoutgehalte de temperatuurvoorkeur mogelijk beïnvloeden, testte hij voor bepaalde soorten ook deze factoren.
Tot de laatste groep behoort de harder, die een voorkeurstemperatuur bleek te hebben van 27 tot 30 graden Celsius. De vijfdradige meun zat het liefst in stuk kouder water van 13 graden.
NIOZ-fuik
Zoals in onderstaande video te zien is, speelde de NIOZ-fuik op Texel een belangrijke rol in het onderzoek. De gegevens van jarenlang onderzoek met deze fuik konden goed gebruikt worden om het model te valideren. In deze fuik, die vlak naast de haven van het NIOZ in de Waddenzee staat, worden al sinds 1959 dagelijks vissen gevangen voor onderzoek. Het geeft een beeld van de soortensamenstelling, de grootte en conditie van vissen in de Waddenzee door de jaren heen. “Door die informatie te koppelen aan gegevens over temperatuur en bijvoorbeeld voedselaanbod in diezelfde periode, weten we wat de invloed daarvan is geweest op de vissen”, legt Bass uit. “Door ons model op die gegevens los te laten, kunnen we kijken of het goed werkt en dus ook betrouwbaar is.”
SWIMWAY | De toekomst voorspellen voor vissen in de Waddenzee (Bron: Waddenvereniging)
Modelsimulaties
In modelsimulaties ontdekte hij bovendien dat bij hogere temperaturen (de huidige temperatuur van de Waddenzee) de vissoorten mul en sprot minder eieren produceren dan bij de Waddenzeetemperaturen in de jaren tachtig. “Dit komt doordat deze vissen bij hogere temperaturen meer energie nodig hebben voor hun gewone stofwisseling en daardoor minder energie over hebben om eieren te produceren”, verklaart Bass. In de simulaties zag hij dat mul en sprot sneller groeien bij hogere temperaturen, terwijl voor andere soorten hogere temperaturen nadelig zijn. Vooral kabeljauw en haring doen het veel slechter. “Met deze modellen kunnen we ook voorspellen wat nog verder stijgende temperaturen betekenen en wat de toekomst in petto heeft voor vissen in de Waddenzee”, aldus Bass.
Meer informatie
- Het project Waddentools Swimway Waddenzee is een initiatief van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Wageningen Marine Research (WMR) en de Waddenvereniging. Daarnaast zijn Rijkswaterstaat en Sportvisserij Nederland bij het project betrokken. Ook zijn verschillende terreinbeherende (natuur)organisaties betrokken bij de uitvoering van het project en wordt de samenwerking met beroepsvissers op de Waddenzee gezocht. Het Waddenfonds, het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, en de provincies Groningen, Fryslân en Noord-Holland maken het project financieel mogelijk. Het Swimway-project maakt deel uit van het overkoepelende Waddentools-project.
- Op de hoogte blijven van Waddentools Swimway? Schrijf je in voor de nieuwsbrief via Swimway.nl/nieuws/.
- Onder de noemer 'Onderwaterkennis: nieuwe inzichten voor de Waddenzee' vindt op 25 maart 2025 het eindsymposium plaats van twee Waddentoolsprojecten: Swimway en Waddenmozaïek. Dit zal plaatsvinden in de Oosterpoort in Groningen. Aanmelden kan via de website.
Tekst: Koen Moons, in opdracht van Waddentools Swimway Waddenzee
Beeld: Koen Moons; Waddenvereniging