Dood hout

Dood hout gaat steeds meer leven

EIS Kenniscentrum Insecten, OneNature
17-OKT-2022 - EIS Kenniscentrum Insecten ontwikkelt een database waarin alle in Nederland voorkomende ongewervelden van dood hout worden opgenomen. Recent verscheen een artikel over de in de database opgenomen kevers in Nederland die van dood hout afhankelijk zijn. Het gaat langzaam beter met de bewoners van dood hout, maar het niveau van een natuurlijk bos hebben we nog lang niet bereikt.

Recent verscheen in het entomologische vakblad Entomologische Berichten een overzichtsartikel over de in Nederland voorkomende, van dood hout afhankelijke kevers.

De daarin opgenomen lijst bevat het aanzienlijke aantal van 757 keversoorten die alleen kunnen overleven als er voldoende dood hout aanwezig is. Het artikel bevat ook een overzicht van de 82 nieuwe Nederlandse soorten die zijn gevonden sinds er in de jaren 1980 steeds meer aandacht kwam voor het belang van dood hout in het beheer. De recente toename van de hoeveelheid dood hout in onze bossen, zoals ook uit de opeenvolgende nationale bosinventarisaties blijkt, is dan ook een belangrijke oorzaak voor deze recente toename van soorten. Geen of beter beheer loont dus!

Naast opvallende en spectaculaire nieuwkomers – zoals de Europees beschermde vermiljoenkever (Cucujus cinnaberinus) die in razende vaart een groot deel van ons land heeft veroverd – zien we ook zich gestaag vanuit de grensstreken uitbreidende soorten. Dit kunnen nieuwe soorten zijn zoals de grijze wespenboktor (Xylotrechus rusticus), maar ook soorten die ooit voorkwamen in Nederland, maar lang niet gevonden zijn. De recent in Nederland herontdekte juchtleerkever (Osmoderma eremita) is daar een mooi voorbeeld van.

Ladderboktor (Saperda scalaris)

Larve van de vermiljoenkever (Cucujus cinnaberinus)

Doodhoutfauna nog niet op gewenst niveau

De doodhoutfauna is echter nog lang niet op het niveau dat je in natuurlijke bossen zou moeten kunnen vinden, of zoals bekend is uit de ons omringende regio’s met meer oude bossen. Zo ligt het aantal doodhoutkevers in aangrenzende Duitse deelstaten beduidend hoger, zo rond de duizend soorten. Het gebrek aan zeer oude, dikke en holle bomen die vaak veel dode of beschadigde delen bevatten is daar één van de oorzaken van. Kwetsbare en gespecialiseerde soorten ontbreken daardoor vaak nog.

Purperen kniptor (Anostirus purpureus)

We weten uit buitenlands onderzoek dat onder andere voldoende dood hout, oude boskernen en een goede verbinding in het landschap belangrijk zijn voor behoud en verspreiding van deze soorten. De volumes dood hout nemen weliswaar toe, maar zijn vergeleken met natuurlijke bossen nog erg laag. Het oppervlak oude bosgebieden is relatief klein en de verbinding is vaak niet optimaal in ons gefragmenteerde land. Ook wordt in Nederland helaas vrijwel geen onderzoek gedaan naar deze omvangrijke groep van veelal gespecialiseerde insecten. En dat terwijl er in de aangrenzende deelstaten in Duitsland en België recent juist veel onderzoek is gedaan naar met name doodhoutkevers.
Wij zijn van plan daar de komende jaren verandering in te gaan brengen.

Meer onderzoek

We hopen onder andere onderzoek nieuw leven in te blazen aan ongewervelden in bosreservaten en in andere gebieden waar geen houtoogst of bosbeheer plaatsvindt. Maar ook in bosgebieden waar juist actief beheer wordt uitgevoerd, gericht op het verkrijgen van meer dood hout. Idealiter wordt daarbij telkens de vergelijking gemaakt met de biodiversiteit van naastliggende beheerde bossen. De focus zal liggen op kevers en mieren, maar vanzelfsprekend is het ook zeer waardevol om andere groepen bij het onderzoek te betrekken. Kennispartners zijn dan ook welkom om mee te denken aan het opzetten van onderzoekslijnen.

Park Zypendaal in Arnhem, een mooi voorbeeld van verbeterd bosbeheer

Meer informatie

Tekst: Ed Colijn en Jinze Noordijk, EIS Kenniscentrum Insecten & Jan ten Hoopen, OneNature
Foto’s: Jinze Noordijk; Marijke Kanters; Jan ten Hoopen