Parende mediterraan draaigatjes

Aanpak van het mediterraan draaigatje op alle fronten

EIS Kenniscentrum Insecten
28-OKT-2022 - Het mediterraan draaigatje is een invasieve mier, die met planten uit mediterrane gebieden terecht kan komen in tuinen. Ze kan in enorme dichtheden voorkomen, met overlast in woonwijken tot gevolg. Door alle kennis die de afgelopen jaren is verzameld, vindt er nu gelukkig wel effectieve bestrijding plaats. Belangrijk is dat er ook steeds meer gewerkt wordt aan de bron van het probleem.

In 2013 werd het mediterraan draaigatje ontdekt in Nederland. Al snel werd duidelijk dat de soort veel overlast veroorzaakt, zowel buiten als in woningen, en op steeds meer plekken gevonden werd. Nog steeds worden er nieuwe kolonies ontdekt. Sinds de eerste waarneming van de soort in ons land, is er continu onderzoek gedaan naar de leefwijze van de mieren en de oorzaken van het probleem. Dat heeft geleid tot veel kennis, die nu ingezet wordt om de overlast in de woonwijken op te lossen.

Signalering

De afgelopen jaren is er veel aandacht gegenereerd voor het mediterraan draaigatje. Veel informatie is vastgelegd in artikelen en ook de landelijke en regionale media komen regelmatig met nieuwsitems. Dit alles heeft er toe geleid dat gemeentes, bestrijdingstechnici en bewoners bij mierenoverlast eerder controleren of het om het mediterraan draaigatje gaat. Deze vroegtijdige signalering is belangrijk, omdat deze mier zich exponentieel kan uitbreiden. Indien de aanpak niet snel start, wordt de kans op een onbeheersbare situatie groter. Door de grotere alertheid zijn kolonies die nu nieuw gemeld worden in het algemeen van beperkte omvang en goed te beheersen.

Het mediterraan draaigatje, een schijnbaar ‘gewoon’ zwart miertje

Bestrijding

Inmiddels zijn er kolonies effectief bestreden en hierdoor helemaal verdwenen. Dit zijn mooie successen en een hele opluchting voor omwonenden, soms na jaren van flinke overlast. EIS Kenniscentrum Insecten begeleidde op een aantal succeslocaties de bestrijding, Brouwer4Power ontwikkelde een efficiënte bestrijdingsmethode. De basis hiervan wordt gevormd door een sterk, maar natuurlijk bestrijdingsmiddel. Bij gespecialiseerde toepassing worden koloniedelen tot in de kern, waar de koninginnen zitten, bestreden en verdwijnt het draaigatje. Het middel breekt vervolgens snel af en is weer weg uit het systeem. Dat zien we aan de gewone inheemse mieren die vrijwel direct de behandelde plekjes weer kunnen koloniseren. Zo kunnen ze ook weer de overige draaigatjes onder controle houden, door als concurrent hun steentje bij te dragen. Andere middelen kunnen waarschijnlijk hetzelfde effect hebben, mits ze juist worden toegepast en door kennis over de opbouw van de nesten diep in de kolonie worden aangebracht.

Effectieve bestrijding gebeurt diep in de grond

Naast de gespecialiseerde toepassing van een middel, is effectieve bestrijding ook afhankelijk van een drietal andere factoren.

  1. Snelle en adequate acties van de betreffende gemeente; namelijk erkenning dat een draaigatjeskolonie een probleem is en de beslissing dat de hele kolonie weg moet. Alle vertraging maakt de toekomstige aanpak lastiger, omdat een kolonie snel kan groeien. En elke vorm van tijdelijke of plaatselijke bestrijding, of alleen de aanpak van  de plekken met de ergste overlast, brengt risico’s mee op uitbreiding van het probleem, of is in elk geval zonde van het geld. Immers, als de mier niet helemaal verwijderd wordt, zal ze snel weer terrein terug veroveren.
  2. Begeleiding van een bestrijdingstraject door een mierenspecialist, die het exacte voorkomen van de kolonie monitort, weet waar en wanneer acties het meest effectief zijn, en risico’s op uitbreiding door vluchtende mieren tijdens bestrijding kan inschatten. Waar voor gezorgd moet worden is dat bestrijding ook altijd aan de uiterste randen van de kolonie plaatsvindt, zodat uitbreidingen tegen worden gegaan.
  3. Bestrijdingstrajecten dienen enerzijds klein en overzichtelijk ingericht te zijn, en anderzijds volgehouden worden zo lang als nodig is. Elke kolonie is anders en kennisopbouw ter plekke is nodig. Bestrijding gaat optimaal in een klein team. Eén mierenspecialist voor planning en aansturing, één gespecialiseerde bestrijdingstechnicus die de aanpak doet en één gemeenteambtenaar voor de contacten in de wijk. Op deze wijze is er een vast team dat na een tijd de kolonie tot in details kent en – niet onbelangrijk – ook vertrouwen opbouwt in de wijk, en dus de tuinen, waar gewerkt wordt. Het is dan zaak om door te zetten, en ook bij vaak voorkomende oplevingen en uitstulpingen van de kolonie de opgebouwde kennis goed in te blijven zetten tot resultaten worden behaald.

Bovengenoemde aandachtspunten zorgen ervoor dat er belangrijke stappen gezet kunnen worden in de beheersing van het mediterraan draaigatje. Een deel van de ruim vijfendertig kolonies die thans in Nederland bekend zijn, kan op deze manier aangepakt worden.

Megakolonies en onderzoek

Is hiermee dan het einde in zicht van de overlast door het mediterraan draaigatje? Absoluut niet! Daarvoor moet natuurlijk vooral ook gewerkt worden aan het voorkómen dat er nieuwe kolonies ontstaan. Daarnaast zijn er oude kolonies, uit de begintijd van deze mier in Nederland, die zeer groot zijn geworden. Dat kon gebeuren omdat er jaren geleden nog veel onbekend was over deze soort en dientengevolge niet adequaat kon worden gereageerd. Deze megakolonies beslaan soms vele straten en zijn uiterst moeilijk te bestrijden.

Hier wordt actief gezocht naar aanvullende manieren om, naast de gespecialiseerde bestrijding, met grote stappen aanzienlijke koloniedelen aan te pakken. Zo wordt in Zuid-Holland het effect van straatbrede toepassing van heet water onder de bestrating geëvalueerd. In dezelfde provincie zal dit jaar een proef worden gestart om de effecten te bepalen van winterbestrijding (pdf; 1,3 MB). In Gelderland loopt een experiment naar de effecten van bodembevriezing. Als deze methoden (kosten)effectief blijken, kunnen ze een onderdeel vormen van een geïntegreerde aanpak. Hopelijk gaat het dan in de toekomst lukken om ook de megakolonies kwijt te raken.

De dichtheden van de mediterrane draaigatjes kunnen enorm zijn, links de mieren zelf, rechts de nesten
(Bron: Lotte van Boesschoten, linkerfoto en Jinze Noordijk, rechterfoto)

Preventie

Zorgen dat er geen nieuwe kolonies van het draaigatje ontstaan, is erg belangrijk. Na een eerste bericht over hoe het mediterraan draaigatje via planten van een tuincentrum in woonwijken terecht kan komen, heeft onderzoek uitgewezen dat dit een landelijk probleem is. Ook in tuincentra zijn dus acties nodig, zoals monitoring van mieren en bestrijding van kolonies. Er is al positief nieuws te melden, want dit jaar is op drie tuincentra een draaigatjeskolonie met succes bestreden. Om het tuincentra te vergemakkelijken om er achter te komen of zij de draaigatjes in hun plantenpotten of op het terrein hebben, kunnen ze determinaties uit laten voeren als ze twijfelen over de soort mieren op het bedrijf. Op dit moment wordt ook gewerkt aan de mogelijkheid voor tuincentra met een draaigatjesprobleem om een bij hun situatie passend bestrijdingsplan aan te vragen.

Grond in de potten van planten uit het mediterrane gebied kunnen mediterrane draaigatjes naar Nederland brengen

Alle fronten

Het mag duidelijk zijn, de bestrijding van het mediterraan draaigatje vindt plaats op alle fronten, en dat is hard nodig ook. Onderzoek, inventarisatie, signalering en bestrijding vinden plaats met inzet van veel verschillende partijen. Naast EIS Kenniscentrum Insecten zijn dat onder andere ook verschillende gemeentes, Team Invasieve Exoten van de NVWA, Brouwer4Power, Tuinbranche Nederland, Ministerie van LNV, Wageningen University & Research en Tibach.

Tekst: Jinze Noordijk, EIS Kenniscentrum Insecten; Erwin Brouwer, Brouwer4Power; Toon Wurfbain, Tuinbranche Nederland
Foto’s: Jitte Groothuis (leadfoto: parende draaigatjes met werksters), Jinze Noordijk, Lotte van Boesschoten