Platte oester

Grootse actie voor schelpdierrifherstel: vijf miljoen startende oesters

ARK Rewilding Nederland
28-MEI-2023 - Deze week hebben ARK Rewilding Nederland en Ørsted vijf kubieke meter oude oesterschelpen begroeid met vijf miljoen babyoesters uitgezet bij ‘Voordelta 05’. Dit is de eerste pilot die voortkomt uit het partnerschap tussen de twee organisaties. Samen zetten ze zich in voor de terugkeer van grote, levende riffen om de biodiversiteit te versterken.

Bij deze pilot zijn hiervoor bijna uitgestorven, Europese platte oesters gebruikt en nieuw ontworpen oesterkorven. ARK en Ørsted willen uitvinden hoe grootschalige natuurontwikkeling op zee het best in gang kan worden gezet Binnen en buiten windparken.

Oesters bezet met larven staan klaar om uitgezet te worden

Schelpdierriffen hebben een belangrijke ecosysteemwaarde. Ze bieden eten, onderdak, paai- en kraamplek voor vele soorten. Riffen filteren het water en leggen slik vast waardoor het water helderder wordt. Dit maakt dat er meer zonlicht dieper het water inkomt en er meer algen kunnen groeien. Algen leggen koolstof vast en zijn de basis voor het voedselweb op zee.

Het werk bij de Voordelta – de kustzone op de grens tussen de provincies Zuid-Holland en Zeeland – is een tussenstap naar grotere rifprojecten. Als riffen groot en vitaal zijn, zijn ze minder gevoelig voor plagen of bedekking door zand. Grote riffen kunnen zich beter herstellen van beschadiging door storm of koude winters.

Dertig procent van de Noordzeebodem was tot het eind van de negentiende eeuw bedekt met schelpdierriffen. Sindsdien is 25.000 vierkante kilometer rif verloren gegaan. Herstel zal niet vanzelf gaan: er is te weinig broed in het water en de bodem is te verstoord en te zanderig voor oesters en andere rifbouwende soorten om zich te vestigen. In de Voordelta is in 2016 een natuurlijk oesterrif ontdekt, ontstaan uit larven die uit de Grevelingen zijn gestroomd. Het gebied is dus geschikt voor oesters, en daarom ook een goede plek om maatregelen uit te testen.

Overzicht van het dek, lijnen met oesterkorven klaar om uit te zetten

ARK Rewilding Nederland heeft al een aantal jaren geëxperimenteerd met het plaatsen van oude oesters begroeid met babyschelpjes. De samenwerking met Ørsted maakt het mogelijk om op grotere schaal te experimenteren, verder uit de kust en op termijn ook in dieper water. Het doel is om riffen te creëren die groot genoeg zijn om ecologisch van belang te zijn en de turbulentie van de Noordzee goed te doorstaan.

De uitzetting deze week was de grootste tot nu toe, mede door de doorbraak in de oesterkweek die Stichting Zeeschelp vorig jaar bereikte: het lukt daar nu om miljoenen oesterlarven te kweken tot en met het stadium dat ze zich vestigen en schelpen vormen. Het kweekstation gebruikt daarvoor bonamiavrije en bonamiaresistente ouder-oesters. Bonamia is een ziekte die bijdroeg aan het bijna uitsterven van de wilde Europese oester, naast overbevissing.

Kooien beschermen de oesters tegen stroming, zand en predatie

Om de schaalvergroting voor rifherstel mogelijk te maken is een nieuw type oesterkorven gebruikt. Deze zijn aan boord makkelijker te hanteren dan de eerdere ‘oesterwiegen’ en ‘oestertassen’. Wel zijn de nieuwe constructies wederom gemaakt van biologisch afbreekbaar materiaal: onverzinkt gaas en onbewerkte houten pallets. Zo hoeven de constructies – die de oesters beschermen tegen predatie, ze bij elkaar houden en boven het zand doen uitsteken - later niet weer opgevist te worden. Bovendien wordt er geen CO2 uitgestoten voor de productie van betonnen kunstriffen.
Bij de actie deze week zijn de grootste aantallen babyoesters uitgezet sinds het begin van de experimenten van ARK Rewilding Nederland. De startende schelpjes zijn wel kleiner dan in eerdere jaren. Het is spannend hoe ze het gaan doen. Monitoring later in het jaar zal het laten zien.

Oester bezet met startende larfjes

Meer informatie

Tekst: Iris Roggema, ARK Rewilding Nederland
Foto's: WWF, ARK Rewilding Nederland & Onderwaterwereld.nl (leadfoto: schelpdierrif bij Stavanger, Noorwegen); Marijke van der Staak, Gwenaël Hanon en Ernst Schrijver, ARK Rewilding Nederland