Wulp bij zonsondergang in Ameland - lead

Wat veroorzaakt de jarenlange afname van wulpen?

Naturalis Biodiversity Center
19-AUG-2023 - Het gaat niet goed met de wulp en de regenwulp. De strandlopers namen in Nederland sinds 1990 in aantal af, en ook in de rest van Europa daalt het aantal broedparen. Hoe kan dat? Een nieuwe studie laat zien dat de achteruitgang al ruim vóór de grootschalige invloed van de mens begon.

De wulp (Numenius arquata) en regenwulp (Numenius phaeopus) zijn graag geziene gasten in Nederland, met hun lange, dunne snavel en poten als stelten. Helaas nemen de aantallen broedvogels van deze soorten al lange tijd af in Europa. Hoe dat komt, heeft gastonderzoeker Justin Jansen van Naturalis samen met een team onderzocht. Aan de hand van het erfelijk materiaal ontdekten ze dat de achteruitgang van de wulp en regenwulp al sinds de ijstijd bezig is. 

Wereldwijde wulpen uit musea

Het onderzoek begon met het verzamelen van voldoende genetisch materiaal. Zowel van de levende soorten en ondersoorten wulpen, alsook van de twee uitgestorven wulpensoorten dunbekwulp en eskimowulp. Daarvoor struinde het team wereldwijd musea af, en doken ze de wetenschappelijke collecties in. Ze verzamelden weefsel uit ‘verse’ en ‘oude’ vogels. 

“'Vers' betekent dat van een vogel het weefsel bewaard is gebleven in alcohol, waardoor we gemakkelijk een DNA-monster konden nemen. 'Oud' materiaal komt van een opgezette vogel, waarvan we het weefsel uit de voetzolen haalden”, legt Jansen uit. “Dit ging vlot, met grote dank aan alle musea die zo vriendelijk waren om ons te helpen, waardoor we binnen een jaar alle gevraagde monsters binnen hadden.” 

Een wulp gespot bij Ameland

Zee of bergen als barrière

Op basis van de 'verse' monsters kon het team de ontwikkelingen van de diverse populaties van de verschillende wulpensoorten ophelderen. In 2019 publiceerden ze hierover in Scientific Report. Ze onderzochten daarvoor aanwezige isolaties en barrières tussen de verschillende populaties in de afgelopen tienduizenden jaren. “We zagen dat de verschillende ondersoorten van de regenwulp nauw aan elkaar verwant zijn, met uitzondering van de populatie in Amerika en Canada. Die vertoonde grote genetische verschillen met de vijf ondersoorten van regenwulpen die in Europa en Azië broeden”, vertelt Jansen. 

Bij de wulpen ontdekte het team drie populaties die op basis van hun erfelijk materiaal verschillen toonden. Hun bevindingen lieten zien welke populaties van wulpen en regenwulpen er zijn, en hoe die verschillende populaties zijn ontstaan. Bijvoorbeeld door gebieden die geografisch van elkaar gescheiden zijn door zee of bergen.

Niet alleen de mens

Het team besloot hun onderzoek een stapje verder te brengen. Ze waren benieuwd naar de uitkomsten als ze nog meer ondersoorten en soorten zouden bestuderen waarvan ze geen ‘vers’ weefsel hadden. Wat bleek? De achteruitgang van alle soorten wulpen begon al rond de laatste ijstijd, zo’n 20.000 jaar geleden. “Dit betekent dus vóór de grootschalige menselijke invloed op het landschap, zoals kenmerkend is voor het Antropoceen", verklaart Jansen. Dit heeft het team kunnen berekenen aan de hand van schommelingen en verschillen in het genetische materiaal van de onderzochte wulpen.

De achteruitgang van de wulpen valt samen met de achteruitgang van de grote grazers in het noordelijk halfrond, zoals de wolharige neushoorn en het reuzenhert. Deze gebeurtenis staat bekend als een trofische cascade. Dat is een gebeurtenis waarbij grote verschillen ontstaan in de interactie tussen predatoren, herbivoren en vegetatie, en waar een toename in de ene leidt tot een afname in de andere. 

In dit geval leidde zo’n 20.000 jaar geleden de grote toename van predatoren tot een afname van wulpen en regenwulpen, die we vandaag de dag nog steeds terugzien. “Daarmee tonen we aan dat ook historische factoren een belangrijke rol kunnen spelen in de achteruitgang van soorten, die vandaag de dag nog is terug te zien”, verklaart Jansen. Betekent dit dat de huidige achteruitgang van wulpen te herleiden is tot enkel deze gebeurtenis? “Nee,” stelt Jansen, “het is een combinatie van factoren. Ook de hedendaagse invloeden zoals intensivering van de landbouw en afname van leefgebied spelen mee. Deze studie laat vooral zien dat het niet alleen aan de mens te wijten is dat de soort achteruitgaat.”

Meer informatie

Tekst: Naturalis Biodiversity Center
Foto’s: Alex Bos