Wilde kat in Voeren

Wilde kat trapt in (camera)val

12-APR-2013 - De tweede waarneming van een Wilde kat in Vlaanderen is een feit. Een half jaar geleden was er al eentje in Bocholt en nu is Voeren aan de beurt.

Bericht uitgegeven door Natuurpunt Studie [land] op [publicatiedatum]

De tweede waarneming van een Wilde kat in Vlaanderen is een feit. Een half jaar geleden was er al eentje in Bocholt en nu is Voeren aan de beurt.

Cameravallen in de Voerstreek hebben de afgelopen weken op maar liefst vijf plekken in hetzelfde bosgebied een Wilde kat gefotografeerd. Op basis van de uiterlijke kenmerken lijkt een hybride zeer onwaarschijnlijk, al kan dit echter enkel op basis van DNA- analyse worden uitgesloten. Eerdere meldingen van Wilde katten in de Voerstreek werden wegens gebrek aan bewijs niet als 'betrouwbaar' weerhouden. Maar met de recente foto's is er geen twijfel meer mogelijk. De foto's werden genomen op enkele kilometers van de Nederlandse grens.

Wilde kat in Voeren. De soort onderscheidt zich van een huiskat door de dikke staart met zwarte eindpunt en ca. 5 donkere ringen. De rugstreep van de Wilde kat loopt niet door over staart en op de flanken vertoont de vacht vage strepen. (foto: René Janssen)
In Vlaanderen (en Nederland) was de Wilde kat de afgelopen 160 jaar uitgeroeid. Restpopulaties uit de Ardennen en Eifel lijken het de laatste decennia vrij goed te doen. Deze populaties spelen nu een belangrijke rol bij de terugkeer van de soort in het heuvelland tussen Aken, Luik en Maastricht (beter bekend als het Drielandenpark). Wilde katten moeten het vooral hebben van grote, natuurlijke boscomplexen, waar ze voldoende beschutting kunnen vinden onder struiken en omgevallen oude bomen. Ook open plekken in het bos, gevarieerde, structuurrijke mantelzoomvegetaties en ruigtes zijn van belang als muizenrijke jachtgebieden. Regio's met een goede groene dooradering van heggen, hagen en houtkanten zijn top. De recente waarneming van een Wilde kat in de Voerstreek bevestigt nog maar eens de hoge ecologische waarde van deze regio, waar eerder ook al meerdere Lynxen werden waargenomen.

Om dit object in te laden dien je marketing-cookies te accepteren.

De cameravallen werden geplaatst in het kader van het project ‘Missing Lynx’. Doel van dit project is o.a. om de aanwezigheid van de Lynx, onze grootste inheemse kattensoort, in het grensgebied van België, Nederland en Duitsland aan te tonen. Vooralsnog zonder resultaat, al zijn de recente foto's van de Wilde kat toch ook niet mis. De Wilde kat werd gelokt door valeriaanolie die werd uitgesprenkeld op drie takken die in de grond werden gestoken (zie foto). Heel wat grote zoogdieren worden aangetrokken door deze geurstof. De 'geurtakken' zijn ook voorzien van enkele inkervingen in de hoop dat daaraan haren van passerende zoogdieren zullen blijven hangen. Op deze haren zouden dan DNA-analyses kunnen worden uitgevoerd om de determinatie volledig sluitend te maken. Het cameravalonderzoek werd uitgevoerd in opdracht van ARK Natuurontwikkeling en werd mogelijk gemaakt dankzij steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

 Op vijf plaatsen werd de voorbije weken een Wilde kat gefotografeerd door een camercal. Alle foto’s zullen nu in detail worden bestudeerd om uit te maken of het om één of meerdere exemplaren gaat. (foto: René Janssen)
Cameravallen hebben de voorbije jaren het onderzoek naar zoogdieren in Vlaanderen (en de rest van de wereld) een enorme boost gegeven. Recent leidde onderzoek met dergelijke cameratraps al tot de herontdekking van Wolf, Otter en Wilde kat. Ook Bever en Boommarter lieten zich al herhaaldelijk door de onopvallende camervallen strikken. Alleen de Lynx werd nog niet gekiekt. Hoewel we er al meer dan tien jaar zeker van zijn dat de Lynx (tijdelijk) aanwezig was/is in België, is er nog geen fotografisch bewijs beschikbaar die de aanwezigheid van deze Vlaamse Tijger bevestigt. Toch lijkt het ernaar dat het een kwestie van tijd is. Met al die camervallen op de loer, moet het gewoon lukken.

Tekst: René Janssen en Iwan Lewylle, Natuurpunt Studie
Foto's: René Janssen